Kenmerken
Streptococcus agalactiae (SAG) is een bacterie die alleen overleeft in de melk en van koe naar koe wordt overgebracht tijdens het melken: via handen, doeken en tepelvoeringen. Het is de meest koegebonden bacterie van alle mastitisverwekkers. De bacterie komt in grote aantallen voor in de melk van besmette kwartieren, waardoor het mogelijk is om een koemelkmonster (gemengd uit de vier kwartieren) te onderzoeken. Uiteraard is dan niet bekend uit welk kwartier de bacterie afkomstig is.
SAG veroorzaakt hoge kwartiercelgetallen (800.000 tot 900.000 cellen per ml), maar ook mildere infecties lijken voor te komen. Een eerste grove selectie om SAG-besmette koeien te vinden is met het koecelgetal.
De bacterie is zeer besmettelijk en veroorzaakt vrijwel alleen subklinische infecties. Een subklinisch geïnfecteerd kwartier kan tot 18 procent minder melk produceren.
Behandeling
De koe geneest goed door behandeling met antibiotica, circa 90 procent geneest. De bacterie is goed gevoelig voor ‘eenvoudige’ penicilline. Vanwege het besmettelijke karakter is het advies om alle besmette koeien tegelijkertijd te behandelen. Door alle SAG-besmette koeien te behandelen (en te controleren of ze genezen zijn) en degene die niet genezen zijn (meestal maar enkele) op te ruimen, is een bedrijf helemaal SAG-vrij te krijgen. Een vrij bedrijf is ook vrij te houden door geen besmette koeien aan te kopen. Herhaald onderzoek van tankmelk geeft een goede aanwijzing of SAG voorkomt op een bedrijf.
Klik hier voor de Beslisboom ‘Streptococcus agalactiae in de tank’
Managementverbetering
Het beste is om alle SAG koeien direct behandelen. De bacterie is uiterst gevoelig voor speendesinfectie. Zet alle koeien droog met antibiotica, zorg voor een goede melkhygiëne en laat regelmatig bacteriologisch onderzoek doen.
Terug naar specifieke mastitisverwekkers
Terug naar behandelen