Product |
Max. gift volwassen runderen in kg/dag |
Opmerkingen |
Aardappelen |
rauw: 10-15
gestoomd: 10-20
|
Bij hogere giften kan diarree en soms aardappeleczeem ontstaan (verdikking en ontsteking van de huid, vooral aan de achterbenen). Groene aardappelen en uitlopers bevatten het giftige solanine. Aardappelen met aantasting van rot of schimmel zijn niet geschikt als voer. Verklein de aardappels voldoende om slokdarmobstructies en verstikking te voorkomen.
|
Zoete aardappels |
|
Bij kneuzen of schimmel kunnen zoete aardappels het zeer giftige 4-ipomeanol produceren. Opname van 4-ipomeanol geeft bij koeien plotselinge zeer ernstige benauwdheid en kan leiden tot sterfte.
|
Andijvie, spinazie, sla
|
30 verdeeld over meerdere giften |
Bladgroenten hebben een zeer lage voedingswaarde. Het nitraatgehalte kan hoog zijn. Het meer dan drie dagen voeren van nitraathoudende gewassen kan dan tot plotselinge vorming van met-hemoglobine zorgen met bruinverkleuring van de slijmvliezen, spiertrillingen en sterfte als gevolg. Verstrek daarnaast goed structuurhoudend voer.
|
Appels |
15 |
Bij hogere giften bestaat kans op verteringsstoornissen. De gift verdelen over de dag, ter preventie van dronken koeien door alcoholvergisting in de pens. Melk kan een afwijkende smaak krijgen bij het voeren van overrijp of rot fruit.
|
Augurken |
30-35 |
|
Bloembollen |
niet voeren |
Advies is geen bloembollen te voeren i.v.m. pesticiden die in de melk terecht kunnen komen. Narcissen bevatten een alkaloïde, dat een maag-darmontsteking en verlamming kan veroorzaken. Loof van lelies, narcissen en irissen en irisbollen zijn giftig. De verschijnselen zijn koliek, diarree, sufheid, kwijlen, benauwdheid, slingerende gang, verlamming en sterfte. Tulpenbollen bevatten snel schimmels die mycotoxinen (o.a. penicillines) kunnen produceren, waardoor de pensbacteriën grotendeels gedood worden en een maagdarmstoornis en soms zelfs sterfte kan optreden.
|
Zonnebloemen |
|
Het hoge gehalte aan vetten kan in de pens problemen met de vertering opleveren. Omdat het oliegehalte sterk varieert tussen verschillende soorten zonnebloempitten is de maximale hoeveelheid ook variabel. Voor melkvee is geen maximum bekend. Hooguit als grove indicatie kan het Amerikaanse maximum bij vleesvee, van 450 gram olie per koe per dag, worden gebruikt. |
Brood |
2-3 |
Bij hogere giften bestaat risico op pensverzuring. Verdelen over de dag. |
Komkommers en tomaten |
50 |
Bevatten weinig voedingswaarde. Tomaten bevatten erg veel kalium, dus niet aan droge koeien voeren i.v.m. risico op melkziekte/magnesiumgebrek. Komkommers kunnen veel nitraat bevatten (zie andijvie).
|
Kool |
15 |
Start bij alle koolsoorten met een lage gift en voer deze geleidelijk op tot maximaal 15 kilo. Bij overdosering bestaat kans op bloedafbraak en bloedwateren doordat dimethyl-disulfide ontstaat. Deze problemen treden soms pas een tot zes weken na de start van het voeren op. Vooral hoogdrachtige en verse koeien zijn gevoelig. Na het staken van de gift kan het nog zes tot acht weken duren voor volledig herstel van de bloedarmoede. Er kunnen problemen ontstaan met de werking van de schildklier door het goitrine in kool. Ook nitraatvergiftiging is mogelijk.
|
Spruiten |
10-15 |
Zie kool. |
Spruitkoppen en -stengels |
15-20 |
Zie kool. |
Sperzie- en snijbonen |
5 per 100 kg lichaamsgewicht |
Sperziebonen en snijbonen hebben een hoge voedingswaarde, maar bevatten een bittere stof waardoor de koeien dit product minder graag opnemen.
Rauwe bonen bevatten antitrypsine wat de eiwitopname remt. Daarom wordt humaan geadviseerd bonen altijd minimaal 5 minuten koken om de antitrypsine-activiteit te verwijderen. In hoeverre dit voor runderen effect heeft is onbekend.
|
Uien |
6-10 |
Aan melkvee geen uien voeren in verband met geur aan melk. Uien bevatten het giftige n-propyl-disulphide. Vergiftiging uit zich door slechte voeropname, versnelde hartslag en ademhaling, slingerende gang, bloedarmoede, bleke of gele slijmvliezen, bloedwateren en donkere mest. Begin met maximaal 1 kilo per dier per dag en verhoog de gift in drie weken tot 6 kilo. Omdat het gehalte van de giftige stof per partij uien sterk verschilt, moet bij elke nieuwe partij opnieuw met 1 kilogram per dier per dag gestart worden en weer langzaam opvoeren. Voer niet meer dan 10 kilo. Jongere dieren zijn minder gevoelig, maar voer ook hier nooit meer dan 25 procent op basis van de dagelijkse droge stof opname. Stop in verband met de geur aan het vlees drie weken voor het slachten.
|
Witlof |
10-15 |
Aan melkvee maximaal 10 tot 15 kilo product of ongeveer 3 kilo droge stof. Bij te hoge giften krijgt melk een afwijkende smaak. Aan witlofwortels kan veel grond kleven, het wassen van de wortels is gewenst. Opname van veel grond kan een negatief effect hebben op pens- en darmwerking, geeft risico op opname van listeria- en clostridiumbacteriën en heeft een negatief effect op de benutting van sommige spoorelementen zoals koper.
|
Wortelen
|
20-25 |
|