APP (Eenzijdige longontsteking)

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

APP (Eenzijdige longontsteking)

Eenzijdige longontsteking is een veel voorkomende aandoening, waarbij snelle hulp noodzakelijk kan zijn. Tegenwoordig wordt de afkorting App gebruikt, afkomstig van Actinobacillus pleuropneumoniae, de wetenschappelijke naam van de bacterie die de ziekte veroorzaakt. 

Verschijnselen

App kan zich op verschillende manieren manifesteren, waarbij de scheiding tussen de verschillende vormen lang niet altijd even duidelijk is. Bovendien kan de infectie onder gunstige omstandigheden subklinisch blijven, en ziet de varkenshouder dus niets of slechts wat geringe, aspecifieke verschijnselen. Aan de slachtlijn resulteert App meestal in hoge percentages borstvliesontsteking.

App kent verschillende vormen, namelijk:

  • Peracute vorm: één of enkele dieren in een afdeling vertonen zeer acuut ernstige longproblemen. In sommige gevallen worden zelfs dieren dood gevonden zonder dat hier iets aan te zien is geweest.

  • Acute vorm: veel dieren zijn tegelijkertijd ziek, met hoge koorts (rond 41°C), plotselinge en sterke daling van de voeropname en verschijnselen van ademnood. Deze beelden kunnen lijken op een ernstige griepuitbraak en worden zonder nader onderzoek vaak niet herkend als App. Als er ook sterfte optreedt, dan zal wel snel in de richting van App worden gedacht. De peracute en acute vorm komen vaak samen voor.

  • Chronische vorm: deze vorm kan op zichzelf staan, maar kan ook ontstaan na het verdwijnen van de acute vorm. Chronisch hoesten, slechte groei en weinig of geen koorts zijn hiervan belangrijkste kenmerken. Besmette dieren kunnen drager blijven van de bacterie, zowel in de keelamandelen als in de longen. Door afsterven van longweefsel kunnen haarden ontstaan waarin noch de eigen afweer, noch antibiotica goed doordringen.

Terug naar het begin van dit artikel

Diagnose van App

Het klinische beeld is lang niet altijd duidelijk genoeg om de diagnose met een hoge mate van zekerheid te kunnen stellen. Dit geldt vooral voor de chronische vorm. Daarnaast komen ook veelvuldig menginfecties voor met andere kiemen, zoals Mycoplasma, PRRS, griep en andere minder specifieke kiemen. Met sectie of (gepaard) bloedonderzoek kan de diagnose vrij gemakkelijk worden gesteld. 

Sectie-onderzoek

In de praktijk gebeurt het nogal eens dat de eigen dierenarts even snel een gestorven dier 'openmaakt' om de diagnose te stellen. Hoewel App-infecties redelijk duidelijk kunnen zijn, kunnen dit soort secties leiden tot verkeerde of gebrekkige conclusies. Zeker bij aanhoudende problemen is het noodzakelijk sectie te laten verrichten door gespecialiseerde pathologen met een goed uitgerust laboratorium. Stuur daarom bij problemen dieren voor sectie-onderzoek in naar de GD.

Bloedonderzoek

Voor gepaard bloedonderzoek (titratietest op APP type 2 en 9) worden bij voorkeur 8 tot 10 klinisch zieke dieren geselecteerd. Het eerste bloedmonster wordt in de acute fase genomen, het tweede monster drie weken later. Uiteraard heeft dit bloedonderzoek weinig zin voor het betreffende koppel. Als het goed is zijn deze dieren al lang weer opgeknapt als de uitslag van het onderzoek bekend is. Het bloedonderzoek is dan ook bedoeld om een diagnose van een steeds terugkerend bedrijfsprobleem te stellen. De CBR-test kan ook als een screeningstest worden aangevraagd (uitslag positief of negatief) voor App type 2 en 9.
De GD heeft ook een Apx-Elisa test beschikbaar. Deze test toont afweerstoffen tegen alle APP-typen gelijktijdig aan. De test is enkel kwalitatief, dat wil zeggen dat de uitslag als positief (aanwezigheid afweerstoffen) of negatief (afwezigheid afweerstoffen) wordt weergegeven. Om foutpositieve uitslagen in de ApxIV ELISA test te ontdekken heeft de GD een brede confirmatie-ELISA-test.

Daarnaast heeft de GD de beschikking over diverse moderne “typering” ELISA-testen, voor het onderscheiden van App type 2, App type 5a/5b en App type 1/9/11. Dat zijn de types die in Nederland voor de grootste schade zorgen.

Terug naar het begin van dit artikel


Risicofactoren voor App

Belangrijkste risicofactoren van App

  • Het aankopen van varkens. App wordt actief het bedrijf binnengebracht en wordt niet overgebracht via de lucht. Op het oog gezonde varkens kunnen besmet zijn. De ziekte kan zodoende vrij gemakkelijk met aangekochte varkens binnengebracht worden.

  • Fouten in de bedrijfsvoering, geen of onvoldoende toegepaste all-in-all-out-systeem, het terugleggen van varkens, overbezetting, slechte hygiëne e.d. De ziekte kan gemakkelijk binnen het bedrijf verplaatst worden door het terugleggen van chronisch besmette of van de ziekte herstelde varkens naar jongere afdelingen. Ook kan de ziekte naar andere afdelingen verplaatst worden d.m.v. besmette kleding. Overbezetting gaat gepaard met stress. Door stress kunnen de symptomen verergeren. Overbezetting en het mengen van biggen van verschillende herkomstadressen bevorderen het aanslaan en de ernst van de infecties.

  • Slechte klimaatbeheersing. Bij App-infecties spelen klimaat en ventilatie vaak een belangrijke rol. In het kader van preventie is dit de eerste factor waar aandacht aan besteed moet worden. Een slecht stalklimaat met hoge luchtsnelheden en grote temperatuurschommelingen werkt luchtweginfecties in het algemeen en App in het bijzonder in de hand.

  • Andere ziekten, zoals PRRS, griep, Mycoplasma. Deze ziekten verminderen de weerstand en beschadigen het longweefsel. In het varken aanwezige App-bacteriën kunnen vervolgens gemakkelijk toeslaan.

Terug naar het begin van dit artikel


Aanpak van App



Management

Het aanpakken van de risicofactoren. Hieronder kunnen ook vaccinaties tegen Mycoplasma, PRRS en eventueel griep vallen.  

Medicatie

Bij de eerste klinische verschijnselen door een (per)acute App-infectie dient u snel in te grijpen. Zo snel mogelijk sectie-onderzoek om een diagnose te bepalen en een gevoeligheidsbepaling te krijgen kan schade zoveel mogelijk beperken.  
Dieren die reeds klinische verschijnselen vertonen, inclusief de hokgenoten, moeten individueel per injectie worden behandeld. Afhankelijk van het gebruikte antibioticum dienen de varkens één of meerdere dagen achtereen behandeld te worden. Natuurlijk moeten ook andere varkens behandeld worden, zodra deze klinische verschijnselen vertonen.
Het direct verstrekken van medicijnen via het drinkwater of voer kan het aanslaan van de bacterie voorkomen bij dieren die nog niet zijn geïnfecteerd of bij dieren die zich in een vroeg stadium van de infectie bevinden. 

Vaccinatie

Wanneer ondanks herstel van het management- en stalklimaatfouten, een strikt toepassen van all-in-all-out steeds opnieuw problemen optreden, kan vaccinatie worden overwogen. Een tweevoudige vaccinatie van de varkens vóór de te verwachten klinische problemen is noodzakelijk. Het standaardschema is op een leeftijd van 6 en 10 weken. Indien de problemen zich vooral voordoen in het tweede deel van de mesterijfase, dan kan vaccinatie op de mesterij plaatsvinden. Er kan dan bijvoorbeeld worden gevaccineerd bij opleg en 4 weken later. Vaccineren voorkomt het aanslaan van de infectie niet, maar kan een vermindering van klinische symptomen, sterfte en longafwijkingen geven.

Terug naar het begin van dit artikel


De rol van GD bij App

De GD kan u op meerdere manieren van dienst zijn:  

  • Diagnostiek met typeringmogelijkheden bij het levende dier.
  • Diagnostiek in sectie onderzoek.
  • Monitoringonderzoek voor de aan- of afwezigheid van de App-bacterie in een koppel.
  • Voorlichting d.m.v. lezingen en artikelen over de aanpak van luchtwegproblemen.
  • Er zijn verschillende pakketten samengesteld waarbij gecombineerd bloedonderzoek op luchtwegpathogenen kan worden aangevraagd. Voor het bloedonderzoek heeft de GD een brede mogelijkheid aan testen, voor zowel diagnostiek bij luchtwegproblemen, als voor het testen van de aan- of afwezigheid van App bij uw dieren.

Via de GD Veekijker helpt de GD u en dierenartsen bij een doeltreffende aanpak van luchtwegproblemen en signaleert de GD welke problemen er spelen.

Terug naar het begin van dit artikel

 

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.