Katachtigen zijn de eindgastheer van de eencellige parasiet (protozo) Toxoplasma gondii. De infectie loopt via de voeding. Katten kunnen besmette tussengastheren zoals muizen opeten of infectieuze stadia (oöcysten) uit de omgeving opnemen. Kittens kunnen soms ook tijdens het zogen, via de melk, of zelfs al tijdens de dracht, via de placenta, besmet worden. Na infectie ontwikkelt de parasiet zich in de kat tot een volwassen stadium en worden oöcysten gevormd die via de ontlasting worden uitgescheiden. Na één tot vijf dagen worden deze infectieus en vormen ze een infectiebron voor de tussengastheren die de infectieuze oöcysten kunnen opnemen. De meeste katten scheiden tijdens hun leven slechts gedurende één tot drie weken oöcysten uit en hebben daarna voldoende weerstand opgebouwd tegen een herinfectie. Bij sterke weerstandsvermindering die op kan treden bij ziekte of bij langdurige behandeling met corticosteroïden kan er echter opnieuw activatie van uitscheiding plaatsvinden. De oöcysten zijn zeer resistent en kunnen lange tijd in de omgeving aanwezig blijven. De kat vertoont zelden zichtbare verschijnselen van een infectie metToxoplasma gondii. Bij jonge kittens kan diarree optreden en in zeldzame gevallen verschijnselen van klinische toxoplasmose, zoals koorts, benauwdheid, geelzucht, buikpijn, oogontstekingen en verminderde eetlust.
Volksgezondheid
De mens kan besmet raken door het eten van vlees met daarin weefselcysten (grootste besmettingsbron) en door orale opname van infectieuze oöcysten, via besmette rauwe groenten, compost, tuinaarde en zand. Ook kan het ongeboren kind via de placenta besmet raken als de moeder tijdens de zwangerschap een infectie oploopt en voor de zwangerschap nog geen afweer had opgebouwd tegen toxoplasma. Ongeveer dertig tot zestig procent van de mensen heeft op volwassen leeftijd een infectie doorgemaakt, vaak zonder symptomen. Een deel van de zwangere vrouwen heeft dus antilichamen en daarmee afweer opgebouwd tegen toxoplasma. De kans op infectie van het ongeboren kind is klein, maar zeker niet te verwaarlozen.
Na opname verspreiden de infectieuze stadia zich naar verschillende weefsels en vormen daar weefselcysten. De meeste infecties verlopen zonder symptomen. Bij acute infecties kunnen koorts met zwelling van de lymfeknopen voorkomen. In zeldzame gevallen komen ontstekingen van lever, nier, longen, spieren of zelfs hersenvlies voor. Bij zwangere vrouwen kan een infectie leiden tot ernstige aangeboren afwijkingen bij het ongeboren kind of abortus.
Preventie van Toxoplasma
Er zijn verschillende maatregelen die genomen kunnen worden om de kans op infectie van de mens via katten te verminderen. Zandbakken waar kinderen in spelen kunnen bijvoorbeeld afgedekt worden om te voorkomen dat katten hierin hun behoefte doen. Bij het tuinieren is het raadzaam om handschoenen te dragen. Daarnaast verse rauwe groenten goed wassen voor het opeten en geen rood of rauw vlees eten. Aangezien het een tot vijf dagen duurt voordat de oöcysten infectieus zijn, zou de kattenbak dagelijks verschoond moeten worden.
Kijk hier voor meer informatie over zoönosen.
Terug naar het begin van dit artikel