Sommige katten, met name katten jonger dan twee jaar, kunnen via vlooien geïnfecteerd raken met de bacterieBartonella henselae. Doorgaans hebben zij hier geen klachten van, maar bij dieren met een verminderde weerstand kunnen er aspecifieke klachten optreden zoals koorts, bloedarmoede, vergrote lymfeknopen, tandvlees-, blaas- of hartklepontsteking.

Mensen kunnen geïnfecteerd raken na een krab of beet van een geïnfecteerde kat. Op de plaats van de infectie kunnen puistjes ontstaan en de afvoerende lymfeknoop, meestal in de oksel, kan opgezwollen raken waarbij abcesvorming plaatsvindt. Dit gaat vaak gepaard met koorts. De infectie verdwijnt doorgaans spontaan, maar het herstel kan weken tot maanden duren. Bij jonge kinderen of mensen met een verminderde weerstand kan de infectie zich uitbreiden naar andere organen, zoals lever, nieren, hart of hersenen en uiteindelijk fataal zijn.

Aangezien katten geïnfecteerd kunnen raken via vlooien, is het raadzaam om goede vlooienbestrijding toe te passen. Het is raadzaam om na een krab of beet van een kat de huidwondjes goed schoon te maken en te desinfecteren met betadine of alcohol.

Kijk hier voor meer informatie over zoönosen.