Dieren die weiden komen ze elk jaar weer tegen: parasieten. Die leveren mogelijk schade bij de dieren en extra werk voor u. Het goede nieuws is dat hier deels op te anticiperen is. Door voorafgaand aan het weideseizoen een plan te maken, kunt u ziekte proberen te voorkomen. Hieronder enkele tips.
Vaccineren tegen longworm
Gaat u vaccineren, dan dient dit tweemaal te gebeuren bij de dieren die voor het eerst naar buiten gaan: minimaal zes weken en twee weken vóór de start van de weidegang. Begin dus op tijd. Het vervolgens opdoen van een infectie in de weide is van belang voor voldoende werking van de vaccinatie.
Longwormvaccinatie op een jongveeopfokbedrijf vaak niet zinvol
Voor een goede werking van een longwormvaccinatie is het nodig dat de dieren vanaf twee weken na de tweede vaccinatie de weide ingaan en daar een veldinfectie opdoen. Dat houdt in dat ze moeten weiden in een gebied waar dragerdieren het weiland hebben besmet. Dragerdieren zijn dieren die de infectie gehad hebben maar toch het jaar erna in lage hoeveelheden larven blijven uitscheiden. Op veel jongveebedrijven lopen geen dragerdieren en zal de veldinfectie mogelijk niet optreden. In dat geval is het jongvee na het weideseizoen nog steeds gevoelig. Voor zulke bedrijven is het soms verstandiger om de vaccinatie pas uit te voeren bij de vaarzen.
Wormsleutel
Wilt u meer weten over een goed ontwormingsbeleid? Gebruik dan de Wormsleutel voor runderen op onze website. Deze online beslisboom helpt u te kiezen welke managementaanpassingen op uw bedrijf nodig zijn voor de beste aanpak op het gebied van wormen. De Wormsleutel is ontwikkeld in samenwerking met Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) en de Faculteit Diergeneeskunde. Naar de wormsleutel
Weid jongvee niet te vroeg
Kalveren hebben baat bij een korter weideseizoen en ook maaien verlaagt de infectiedruk op het weiland. De infectiedruk is lager als de start van het weideseizoen wordt uitgesteld. Het mooiste is om ze na 1 juni naar buiten te brengen. Laat het jongvee achter de volwassen dieren aanlopen; zo geeft u ze wel de kans immuniteit op te doen maar doen ze geen zware infectie op. Hierbij is het uiteraard wel belangrijk om de statussen van bijvoorbeeld salmonella en paratbc in het achterhoofd te houden.
Controleer na inscharen of kalveren ontwormen nodig is
Controleer zes tot tien weken na het weiden of de kalveren een maagdarmworminfectie hebben opgedaan en of ontwormen nodig is. Dat kan met mestonderzoek bij GD. U kunt kiezen uit gepoold mestonderzoek (GD mengt mest van vier tot zes dieren) of individueel mestonderzoek op maagdarmwormen. Het aantal eieren per gram mest (epg) is bij kalveren gedurende het eerste deel van het weideseizoen een maat voor het aantal aanwezige maagdarmwormen. Voor longwormen geldt dat mestonderzoek alleen zinvol is bij klachten, zoals hoesten.
Worminfecties Tankmelk
Eenvoudig de wormsituatie op uw bedrijf bewaken waardoor u tijdig kunt ingrijpen en onnodig behandelen voorkomen? Dat kan met Worminfecties Tankmelk. Uw tankmelk wordt jaarlijks onderzocht op antistoffen tegen longwormen, maagdarmwormen en leverbot. De uitslag vertelt u per parasiet of er sprake is van een besmetting én in welke mate. Samen met uw dierenarts kunt u aan de hand van de uitslag onder andere zien of aanpassingen in het weidemanagement nodig zijn of niet. Bovendien helpt de uitslag u bij de keuze om wel of niet te behandelen of te ontwormen.
Meer informatie over de aanpak van worminfecties