Aviaire Intestinale Spirochetose (AIS)

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Aviaire Intestinale Spirochetose (AIS)

4420
Anneke Feberwee is pluimveedierenarts en deskundige op het gebied van Aviaire Intestinale Spirochetose. Zij houdt u op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen.

Heeft u vragen?

Neem contact op 

Aviaire Intestinale Spirochetose is een chronische ziekte onder pluimvee, veroorzaakt door de bacterie Brachyspira. De ziekte gaat gepaard met diarree, onvoldoende eiproductie, verhoogde voederconversie en gebreksverschijnselen. De ziekte is vooral bekend bij kippen, maar kan ook bij ander pluimvee voorkomen. Recent onderzoek in Australië heeft aangetoond dat AIS voornamelijk voorkomt bij legdieren en vleesvermeerderingsdieren. Ook blijkt dat nakomelingen van vleesvermeerderingsdieren met AIS slechtere technische resultaten hebben. In deze koppels is echter geen Brachyspira aangetoond. 

Studies in Amerika en Australië hebben laten zien dat er onder wilde watervogels veel Brachyspira-dragers voorkomen. Mogelijk vormen deze een reservoir voor infecties bij bedrijfspluimvee (uitloopbedrijven). AIS wordt in de praktijk niet gezien bij vleeskuikens.

Direct naar:

Verschijnselen

AIS gaat gepaard met:

  • Diarree
  • Onvoldoende eiproductie
  • Verminderde groei en ontwikkeling
  • Verhoogde voederconversie
  • Bleke kammen
  • Bleke eierdooier
  • Natte mest met lichtbruine schuimige blindedarminhoud
  • Iets verhoogde uitval
  • Verlammingsverschijnselen (soms)

Oorzaak

AIS wordt veroorzaakt door de anaerobe bacterie Brachyspira, een kurkentrekkervormige bacterie (spirocheet) die in de blinde darm leeft. Hij veroorzaakt ontstekingen en vormt waarschijnlijk toxinen, waardoor de darmen voedingsstoffen minder goed opnemen. Tot nu toe zijn er bij pluimvee drie ziekteverwekkende Brachyspirasoorten bekend:

  • B. intermedia
  • B. pilosicoli
  • B. alvinipulli

Er bestaan ook niet-ziekteverwekkende Brachyspira-soorten:

  • B. innocens
  • B. murdochii

Besmettingsroute

Besmette kippen scheiden Brachyspira-bacteriën uit met de mest. Andere kippen nemen de bacterie via het strooisel op. Overdracht van kip naar kuiken (verticale transmissie) vindt niet plaats.

Schade

Brachyspira zorgt voor schade door:

  • Achterblijvende groei, ontwikkeling en eiproductie
  • Verhoogde uitval

Diagnose van AIS

De diagnose AIS kan worden gesteld op basis van:

  • Voorgeschiedenis en klinische verschijnselen
    • De voorgeschiedenis en de klinische verschijnselen kunnen belangrijke aanwijzingen geven voor AIS.
  • Sectie
    Kenmerkend zijn:
    • Bleke dieren
    • Bleke follikels aan de eierstok
    • Dunne inhoud van de darmen en veel lichtbruine en schuimige inhoud in de caeca
    • Bij leggende hennen soms beenderverweking.
  • Laboratoriumonderzoek
    • PCR-test: deze test is te prefereren boven de IFT omdat de PCR aantoont of er sprake is van een ziekteverwekkende Brachyspira.
    • IFT (immunofluorescentietest): bij sectie of in verse monsters blindedarmmest uit het hok kan Brachyspira ook met een IFT worden aangetoond. Echter: op basis van de IFT is geen onderscheid mogelijk tussen ziekmakende en niet ziekmakende Brachyspirasoorten. Kweekduur 3 tot 10 dagen
  • Ziekteverschijnselen van AIS lijken op ziekteverschijnselen als gevolg van:
    • Ecto- en/of endoparasieten
    • Verkeerde voersamenstelling

Risicofactoren van AIS

Brachyspira kan zich handhaven op een bedrijf door slechte hygiëne, bijvoorbeeld door onvoldoende reiniging en ontsmetting tussen twee rondes. Brachyspira wordt overgedragen via besmette mest (horizontaal) en niet van moederdier op nakomelingen (verticaal). Brachyspira-infecties zijn nog nooit aangetoond bij koppels jonger dan tien weken. Bij oudere koppels komen Brachyspira-infecties meer voor. Versleep tussen stallen kan plaatsvinden door met mest besmeurd materiaal zoals kleding of laarzen. Ook ongedierte, vliegen en huisdieren kunnen een rol spelen in de verspreiding van besmette mest. Inmiddels is bekend dat wilde watervogels dragers kunnen zijn van Brachyspira en mogelijk een infectiebron vormen voor bedrijfspluimvee. Ook varkens kunnen als bron niet helemaal uitgesloten worden.

Terug naar het begin van dit artikel

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.