Bij het mixen van mest, kunnen giftige gassen vrijkomen uit de mestkelder. Jaarlijks leidt dit tot ongevallen, omdat mensen of dieren bedwelmd raken door deze gassen. Alleen preventieve maatregelen kunnen beschermen. Een vergiftiging is namelijk zeer moeilijk te behandelen.
Ontstaan van de gassen
In mest worden door bacteriën het gas waterstofsulfide (H2S, zwavelwaterstof) en waterstofcyanide (HCN, blauwzuurgas) gevormd. Waterstofsulfide heeft de geur van rotte eieren terwijl waterstofcyanide naar bittere amandelen ruikt. Naast deze twee gassen wordt ook ammoniak (NH3), methaan (CH4) en kooldioxide (CO2) gevormd. De gassen blijven voor een groot deel in de mest opgeslagen, onder de aanwezige drijflaag. Tijdens het mixen of rondpompen worden de gassen vrijgemaakt en komen de stal in. De ventilatie in de stal moet dan voor afvoer zorgen.
Hoe ongelukken te voorkomen?
De meeste (dodelijke) ongelukken, zowel bij dieren als bij mensen, worden veroorzaakt door het inademen van een dodelijke hoeveelheid waterstofsulfide. Tijdens het mixen ontstaan hoge gehalten, waardoor de zintuigen verdoofd worden en men het niet meer ruikt. Een blootstellingen gedurende vijf minuten aan een concentratie van 800 ppm (parts per million) kan in 50 procent van de gevallen al resulteren in een fatale afloop. Alleen preventieve maatregelen kunnen mens en dier beschermen. Een vergiftiging met waterstofsulfide is zeer moeilijk te behandelen en meestal zonder succes.
Liefst geen dieren of mensen in de stal wanneer wordt gemixt
Mestmixen gaat gelukkig meestal goed, maar als het fout gaat, kan het heel erg slecht aflopen. Dé manier om ongelukken te voorkomen is om alleen te mixen in een lege stal. Dus de dieren elders laten lopen en geen mensen toelaten tot de ruimte weer geheel is ververst. Nu zal de praktijk zijn dat het niet altijd mogelijk is de dieren elders te plaatsen. De volgende gedragsregels worden in dat geval aanbevolen voor de eigen veiligheid en de veiligheid van de kudde:
- Voer de werkzaamheden nooit alleen uit.
- Mix alleen bij voldoende wind. Het liefst bij een windrichting waarbij de hele stal zo goed mogelijk wordt geventileerd.
- Zet alle deuren, windzeilen en luchtdoorlaten open.
- Verwijder dieren uit plekken die slecht geventileerd worden (‘hoeken’) en zorg dat ze met de kop niet boven de roosters staan door ze vast te zetten aan het voerhek of in de ligboxen.
- Besteed extra aandacht aan het jongvee; als vastzetten niet mogelijk is, zet deze dieren dan aan de windzijde van het gebouw.
- Voorkom samenscholing van dieren zodat de lucht vrij kan bewegen en zich niet kan ophopen tussen de dieren.
- Mix steeds in de morgenuren. Mixen in de middag kan ervoor zorgen dat de zware gassen in de melkstal put blijven staan en een gevaar voor de melker vormen.
- Voer het toerental van de mixer geleidelijk op, zodat het gas niet allemaal gelijktijdig vrijkomt.
- Volg op een veilige plek buiten de stal indien mogelijk (denk aan de eigen veiligheid) de gedragingen van de dieren.
- Blijf in het schone gebied. Kom in geen enkel geval in de stal boven de roosters, blijf op de voergang.
- Laat niemand in de stal waar wordt gemixt.
- Gebruik geen vuur (bijvoorbeeld door lassen) in de nabijheid van roostervloeren of mixput tijdens het mixen of het leegpompen.
- Gaat het mis en wordt een dier (of mens) onwel? Volg dan de volgende stappen:
Zet de mixer stil. Bel 112. In alle gevallen arts raadplegen en wacht op assistentie voor de specifieke behandeling.