Infecties met spoelwormen (Toxocara spp.) komen bij veel honden en katten voor. Zij kunnen zich infecteren door opname van ontkiemende toxocara-eieren of besmette prooidieren. Ook kunnen ongeboren dieren in de baarmoeder worden geïnfecteerd en kunnen kittens en puppies zich na de geboorte tijdens het zogen via de moedermelk met larven infecteren. Na infectie kunnen de vrijgekomen larven zich verplaatsen naar verschillende organen om daar in een rustfase te gaan, zich verder te ontwikkelen tot volwassen spoelworm in de darmen of om te sterven. De route is afhankelijk van de leeftijd en de immuunstatus.
Bij mensen gaat het vaak om een infectie door opname van ontkiemende eieren. Nadat de eieren uitgekomen zijn bewegen de larven zich naar een orgaan (larva migrans-infectie), waar ze lange tijd in leven kunnen blijven, maar uiteindelijk afsterven. Dit wordt meestal niet opgemerkt, tenzij er sprake is van een heftige infectie of als de larven migreren naar een kwetsbare plek, zoals het centrale zenuwstelsel of de ogen. Ook kunnen, door voortdurende stimulatie van het immuunapparaat door de langdurende larva-migrans infectie, mensen overgevoelig worden voor andere stoffen (allergieën).
In de praktijk komt het heel sporadisch voor dat zich een spoelworm ontwikkelt bij de mens door inname van ver ontwikkelde larven.
Kijk hier voor meer informatie over zoönosen.
Preventie van Spoelworminfectie
Ontworming van honden en katten is een goede preventie tegen spoelwormen. Met name in het eerste levensjaar is dit van belang, aangezien tijdens deze periode de dieren zich op verschillende manieren kunnen infecteren en de pups en kittens er ook ziek van kunnen worden.
Toxocara-eieren kunnen lange tijd overleven in de omgeving, waardoor (open) zandbakken en andere plaatsen waar honden en katten veelvuldig poepen een sterke bron van besmetting vormen. Dek daarom zandbakken goed af en steriliseer het zand regelmatig met stoom of vervang het.