|
Jeanine Wiegel is pluimveedierenarts en deskundige op het gebied van Escherichia coli peritonitis syndroom (EPS). Zij houdt u op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen.
Heeft u vragen?
Neem contact op |
Escherichia coli peritonitis syndroom (EPS) is een colibacillosevorm. De aandoening komt alleen bij leggende hennen voor, zowel in de leg- als de vleessector. Vleesreproductiehennen lijken echter gevoeliger voor EPS.
Verschijnselen
Acute sterfte is een belangrijk kenmerk van EPS. Peritonitis (buikvliesontsteking) treedt daarbij op de voorgrond en E.coli-bacteriën kunnen massaal uit het beenmerg van verse dode kippen gekweekt worden. Het vermoeden van EPS ontstaat al als de pluimveehouder vertelt dat hij last heeft van ‘mooie hennen dood op het nest’, omdat de ziekte alleen producerende hennen treft.
Schade
Een schade van 3,7 miljoen: dat veroorzaakt EPS in de Nederlandse pluimveesector per jaar. Dit heeft GD berekend op basis van al bekende gegevens uit de pluimveesector. Oorzaken van de schade zijn toegenomen sterfte en de daardoor verminderde eiproductie, een afname van de slachtopbrengst, toegenomen destructiekosten en de kosten van behandeling met antibiotica. Van de 3,7 miljoen euro is 0,4 miljoen voor rekening van de legsector, daar komt EPS bij 7 procent van de bedrijven voor. De grootste schade doet zich voor in de vleessector: maar liefst 3,3 miljoen. Daar komt EPS dan ook op 35 procent van de bedrijven voor.
Aanpak en preventie EPS
De grote verscheidenheid aan E.coli-bacteriën maakt vaccineren lastig. In het veld worden naast commerciële vaccins vaak stalvaccins gebruikt. Deze laatste bleken EPS te kunnen voorkomen in een studie waarbij de dieren besmet werden met dezelfde E.coli als waar het stalvaccin van was gemaakt. Commerciële vaccins zijn, voor zover bekend, niet onderzocht op werkzaamheid tegen EPS. Behandelingen van EPS-uitbraken met antibiotica zijn vaak teleurstellend. De ziekte keert meestal terug na het staken van de medicatie.