- Home
- Diergezondheid
- Management
- Myiasis-bij-schapen
Myiasis bij schapen
De pijnlijke huidaandoening myiasis komt jaarlijks bij twee tot vijf procent van de schapen voor. Deze percentages verschillen van jaar tot jaar en van bedrijf tot bedrijf. Verder blijkt uit onderzoek dat relatief veel bedrijven niet jaarlijks problemen hebben en meer dan tien procent van de bedrijven heeft er nooit last van.
Hoe komt myiasis tot stand?
De maden van de blauwgroene bromvlieg Lucilia sericata zijn de belangrijkste veroorzaker van myiasis of huidmadenziekte. Een enkele keer is Lucilia caesar de boosdoener. De vlieg, die een maand leeft, legt tussen april en oktober kleine pakketjes eieren met in totaal 1000 tot 3000 eieren. Onder Nederlandse omstandigheden zijn ongeveer zeven cycli van achtereenvolgende generaties mogelijk. In een jaar met ideale omstandigheden heeft één Lucilia sericata die in april begint met vliegen dus miljoenen nakomelingen.
Volwassen vrouwelijke Lucilia-soorten leggen eieren in de wol. Deze eieren kan ze overal op een schaap of lam leggen. Uit de eieren komen in enkele uren tot enkele dagen larfjes of maden van het eerste stadium. Deze larfjes bewegen zich naar de huid en hebben een hoge vochtigheidsgraad nodig om te kunnen overleven. De eerste larvale stadia beschadigen de huid van de gastheer vooral door de eiwitsplitsende enzymen die ze afscheiden. Larven die één of twee keer zijn verveld, hebben mondhaken en beschadigen daarmee de huid. De eerste huidbeschadigingen treden vanaf vier uur na contact met larven van het eerste stadium op. Vanaf 24 uur na het eerste contact verergert de situatie snel. Na 48 uur kunnen duidelijke gaten in de huid voorkomen. Binnen vijf dagen nadat de eerste eieren zijn gelegd, kan het schaap sterven.
Voor het ontstaan van myiasis is de aanwezigheid van Lucilia een voorwaarde. Zonder deze vlieg ontstaat geen myiasis. Niet alle schapen of lammeren zijn echter even aantrekkelijk voor deze vlieg die duidelijke voorkeuren heeft. Dat heeft waarschijnlijk vooral met geur te maken, maar dit is niet met zekerheid bekend. Tijdens een bezoek laat de vlieg een pakketje eieren in de wol achter. Onder gunstige omstandigheden ontwikkelen zich daaruit larfjes of maden van het eerste stadium. Het aantal wolvezels per vierkante centimeter, de dikte van de wolvezel en de lengte van de wol bepalen voor een groot deel samen de vochtigheidsgraad. Daarmee zijn deze factoren doorslaggevend voor de ontwikkeling van de maden die uiteindelijk zorgen voor beschadiging van de huid. Bij het ontstaan van myiasis vormen achtereenvolgens de aanwezigheid van Lucilia, de aantrekkelijkheid van een schaap of lam en het leggen van eieren de eerste stap. Vervolgens ontwikkelen die eieren zich alleen als de omstandigheden daarvoor gunstig zijn. De vochtigheid in de wol is daarvoor het belangrijkst.
Klinische verschijnselen
Dieren met maden vertonen een ander gedrag. Ze hebben jeuk en schuren de aangedane plekken of proberen ernaar te bijten. Bij een duidelijke huidaantasting worden de schapen sloom, ze eten niet meer en gaan snel achteruit. Myiasis kan over het hele lichaam voorkomen. De huid en de wol ter plaatse zijn vochtig en verkleurd. In de ontstane wonden kunnen grote aantallen maden zitten. Als de eerste beschadigingen zijn ontstaan, trekt het schaap niet alleen meer Lucilia’s, maar tevens andere soorten vliegen aan en ook zij leggen eieren waaruit larven komen die het probleem snel verergeren.
Behandeling
De behandeling van een dier met myiasis bestaat uit een aantal stappen.
• Bekijk het schaap of lam nauwkeurig om alle aangetaste plekken en afgezette eieren op te sporen.
• Knip de wol weg rond vieze plekken.
• Verwijder de maden zo veel mogelijk.
• Behandel de aangedane plekken en de plekken met eieren met diazinon, het enige werkzame middel dat als zodanig in Nederland is toegelaten.
• Behandel een dier met duidelijke huiddefecten in overleg met uw dierenarts eventueel ook met een antibioticum.
Preventie
Voor de preventie van myiasis zijn dicyclanil (Clik) en diazinon (Neocidol) beschikbaar, met een wachttermijn van respectievelijk 40 en 56 dagen. Voor beide middelen geldt dat hevige regenval de beschermingsperiode kan verminderen. Dicyclanil werkt alleen preventief en beschermt gedurende ongeveer vier maanden. U kunt het toedienen met een drenchapparaat. Diazinon werkt zowel therapeutisch als preventief zes tot acht weken. U kunt diazinon toedienen door de dieren te dompelen of te besproeien met een landbouwspuit, een hogedrukspuit of een rugspuit. Gebruik geen gieter omdat daarmee verreweg de meeste wasvloeistof langs de wol loopt, in plaats van in de wol trekt. In alle gevallen is het van belang om de schapen stijf op te hokken en de vloeistof zo aan te brengen dat ze tot op de huid nat worden. Het aantal benodigde liters is afhankelijk van de wollengte. Lees de bijsluiter altijd goed en neem de aangegeven voorzorgsmaatregelen in acht.
Lucilia kan zijn cyclus niet voltooien in wol die korter is dan 2,5 centimeter. Scheren is dus ook een preventieve maatregel. Als u uw koppel scheert rond de aflamperiode in februari of maart, krijgt u in de eerste maanden daarna zelden myiasis. Scheren zorgt er dus voor dat de eerste gevallen later in het jaar optreden. Winterscheren heeft ook nadelen. Op bedrijven waar myiasisproblemen laat in het jaar optreden, hebben ooien die in de winter zijn geschoren wol van dezelfde lengte als de lammeren en zijn ze dus net zo gevoelig voor myiasis als lammeren.
Invloed van fokkerij
De gevoeligheid voor myiasis is ten dele erfelijk bepaald. U kunt hier met uw fokbeleid rekening mee houden. Door het uitselecteren van schapen die myiasis hebben gehad en hun nakomelingen, verkleint u op termijn het aantal dieren dat myiasis krijgt aanmerkelijk.
Behandelen of voorkomen?
Als de schapenhouderij ervoor zou kiezen om van april tot november preventief te behandelen, dan is dat in ongeveer 95 procent van de gevallen ten onrechte. Gebruik van middelen verhoogt de kans op resistentie, ook voor andere uitwendige parasieten. Bedenk daarnaast dat de middelen dicyclanil (Clik) en diazinon (Neocidol een negatieve invloed hebben op het milieu en diazinon is niet zonder risico voor de persoon die het toedient.
Wie dieren diazinon toedient, moet voorzorgsmaatregelen voor zichzelf nemen. Het middel is namelijk ook giftig voor mensen. Diazinon is een cholinesterase remmer. De symptomen van een lichte vergiftiging met een organofosfaat zijn een gevoel van sterke vermoeidheid en slapte, eventueel in combinatie met op kramp lijkende buikpijnen, diarree, excessief zweten, vernauwde pupillen en speekselen gedurende 24 uur na blootstelling.
Het advies bij toedienen van diazinon:
- Voorkom inademen met een mondkapje.
- Spray bij voorkeur in de buitenlucht.
- Draag handschoenen én beschermende kleding.
- Zet tevens een beschermingsbril op.
- Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.
- Raadpleeg een arts, indien u zich onwel voelt.
Ook voor uw dieren is de behandeling niet zonder risico. In 2022 publiceerden wij dit bericht vanuit de monitoring: Let op goede ventilatie bij gebruik Neocidol©
Als op uw bedrijf nog nooit myiasis is voorgekomen, hoeft u geen preventieve middelen toe te passen. Is dat wel het geval, dan wordt aangeraden om een aanpak te kiezen die past bij uw manier van schapen houden. Hebt u bijvoorbeeld vroeg in het jaar (april, mei) met myiasis te maken, dan kunt u beslissen om de ooien in de winter te scheren. Blijf in alle gevallen de dieren goed controleren. Overweeg pas preventieve middelen toe te passen nadat de eerste gevallen van myiasis zich hebben voorgedaan. Veel schapenhouders komen dan erachter dat er jaren zijn waarin myiasis geen rol speelt.
Behandelen of voorkomen van myiasis? Behandelen moet altijd en snel, maar gebruik preventieve middelen alleen als het echt nodig is.