Coccidiose wordt onderverdeeld in twee vormen, namelijk de coccidiose van de einddarm (
klassieke coccidiose) en coccidiose van de dunne darm (weidecoccidiose). Hier wordt alleen de weidecoccidiose besproken.
Weidecoccidiose is een ernstig verlopende diarree die wordt veroorzaakt door de parasiet Eimeria alabamensis en met name in het voorjaar voorkomt. Weidecoccidiose treedt vaak op bij eerste introductie van dieren in een verdacht perceel. Een enkele keer treedt de infectie niet alleen bij de weidegang, maar ook op stal op.
Direct naar:
Cyclus
De cyclus van Eimeria is een zogenaamde directe cyclus. De besmettelijke stadia (oöcysten) worden vanuit de omgeving opgenomen; in de darm ontwikkelen zich hieruit de parasieten die zich vermenigvuldigen in de darmwandcellen en deze zo beschadigen. Uiteindelijk verlaten nieuwe oöcysten het lichaam via de mest. De cyclus van E. alabamensis is korter dan die van de andere coccidiose-varianten. De oöcysten kunnen lang in de omgeving overleven en zijn goed bestand tegen de meeste desinfectiemiddelen. De ziekte ontstaat meestal door de opname van overwinterde besmettelijke oöcysten. Dieren die voor de tweede keer besmet raken, vertonen meestal weinig verschijnselen en zijn geschikt om een verdacht perceel te 'stofzuigen'. Volwassen runderen kunnen fungeren als drager.
Weidecoccidiose is een ernstig verlopende diarree die bij kalveren maar ook bij (oudere) pinken voor kan komen. De dieren krijgen bij besmetting ernstige diarree, drogen uit, kunnen soms vrij snel niet meer lopen en kunnen soms binnen enkele dagen sterven. De verschijnselen treden meestal op binnen tien tot veertien dagen nadat de dieren in een nieuwe, besmette, weide worden gedaan. Een enkele keer gebeurt dit zelfs al na een dag of vier.
De diagnose “weidecoccidiose” kan bevestigd worden door mestonderzoek van zieke dieren. In de mest zijn dan besmettelijke stadia (de oöcysten) van Eimeria alabamensis te zien. Symptomen kunnen soms iets eerder zichtbaar zijn dan dat oöcysten wordt gevonden in een mestmonster. Als de diagnose bevestigd wordt is het belangrijk alle dieren in die groep direct te behandelen en deze complete groep op te stallen of om te weiden naar een veiliger perceel.
Er is geen geregistreerd middel beschikbaar om de dieren te behandelen tegen dit type Eimeria. Behandeling zal dus moeten gebeuren via de cascaderegeling. Het is belangrijk dat u hier dus altijd contact over zoekt met uw dierenarts.
De infectie lijkt meestal gekoppeld aan het perceel waar de kalveren voor het eerst weiden. Laat daarom geen gevoelige dieren weiden op een weide met een voorgeschiedenis van weidecoccidiose. De oöcysten kunnen namelijk wel meer dan een jaar overleven op de weide. Een preventieve maatregel is het meerdere keren maaien van het perceel. Let wel op, want de besmetting kan ook via besmet hooi opgedaan worden. De besmetting kan dus, ondanks de naam, ook op stal optreden.
Terug naar het begin van dit artikel