Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

"Geen zaagsel en toch Klebsiella op mijn bedrijf?", dat kan!

5-11-2024 

Klebsiella-mastitis, het is een schrikbeeld van veel veehouders. Het uiergezondheidsteam van Royal GD spreekt regelmatig met veehouders, dierenartsen en adviseurs over deze bacterie. Veel van hen zijn bekend met strooisel, en met name zaagsel, als potentiële bron van Klebsiella. Minder bekend zijn andere omgevingsbronnen, terwijl deze op elk melkveebedrijf aanwezig kunnen zijn. Gelukkig kun je als veehouder veel invloed uitoefenen om de kans op Klebsiella-mastitis te verkleinen. De uiergezondheidsspecialisten van GD beantwoorden in dit artikel enkele vragen over Klebsiella-mastitis.

koe met mooie uiers

Wat is Klebsiella eigenlijk?

Klebsiella is een bacterie die op verschillende plekken in onze omgeving voorkomt, zoals bijvoorbeeld in gronddeeltjes. Klebsiella kan bij koeien mastitis veroorzaken. Er zijn verschillende Klebsiella species. De belangrijkste veroorzakers van uierontsteking bij het rund zijn Klebsiella oxytoca en Klebsiella pneumoniae. Beide kunnen zowel subklinische mastitis als klinische mastitis veroorzaken. In het geval van klinische mastisis kunnen koeien erg snel en ernstig ziek worden. De verschijnselen van een Klebsiella-infectie lijken vaak op die van een infectie met E. coli. Besmette koeien krijgen hoge koorts, waterige melk en hebben gezwollen uiers. Meestal vreten de dieren niet en komen ze niet overeind, soms met de dood tot gevolg. De behandelresultaten van een Klebsiella-uierinfectie met antibiotica zijn vaak teleurstellend. Er kan klinisch herstel optreden, maar de koe blijft vaak drager en dus verspreider van de bacterie. Bovendien is de melkproductie van de koe blijvend verlaagd. Bij de aanpak van Klebsiella is preventie de belangrijkste strategie.

Wat zijn bronnen van Klebsiella op mijn bedrijf? 

Het is al langer bekend dat strooisel, zoals zaagsel, Klebsiella kan bevatten. Minder bekend is dat Klebsiella bacteriën op meer plekken in de omgeving van de koe en in de koe zelf kunnen voorkomen. Wetenschappelijk onderzoek op melkveebedrijven heeft uitgewezen dat Klebsiella bijvoorbeeld aanwezig is in de pens van een koe. Ook in onder andere watermonsters en in grondmonsters bleek de bacterie veel voor te komen. Misschien wel het meest interessant voor de dagelijkse melkveepraktijk, is dat Klebsiella ook aanwezig bleek in mestmonsters van het overgrote deel van de koeien. Het gaat hierbij met name om Klebsiella pneumoniae.

Klebsiella in de omgeving of zelfs in de koe (pens, darm) betekent niet automatisch Klebsiella-mastitis. De bacterie moet via de omgeving, het slotgat en het tepelkanaal in de uier komen om vervolgens een uierinfectie te kunnen veroorzaken.

Hoewel er meerdere omgevingsbronnen kunnen zijn op een melkveebedrijf, worden strooisel en mest gezien als de belangrijkste in het kader van mastitis preventie. De spenen van een koe hebben immers direct contact met het strooisel op de ligplaats, zoals de ligbox en afkalfstal. Via de mest kunnen grote hoeveelheden Klebsiella bacteriën in de omgeving komen en kunnen het ligbed, de looppaden en de huid van de koe besmet raken. De bacteriën in de omgeving kunnen zich bij warme en vochtige omstandigheden bovendien explosief vermenigvuldigen.

Koeien kunnen ook besmet raken tijdens het melken doordat koeien met chronisch geïnfecteerde kwartieren de bacterie overdragen op het materiaal. Tot slot kan de aankoop van koeien met een chronische Klebsiella-uierinfectie een manier zijn waarop deze mastitisverwekker op een bedrijf geïntroduceerd wordt.

Wat betekent ‘Klebsiella aangetoond’ in Mastitis tankmelk?

Klebsiella kan worden onderzocht in tankmelk via het abonnement Mastitis Tankmelk. Hiermee wordt de tankmelk zes of tien keer per jaar onderzocht op de zeven belangrijkste mastitisverwekkers, waaronder Klebsiella.

Staat op de uitslag ‘Klebsiella aangetoond’, dan kan dat verschillende oorzaken hebben. Er kan sprake zijn van een subklinische uierinfectie in uw koppel, veroorzaakt door Klebsiella. Daarnaast kan de tankmelk positief worden door Klebsiella bacteriën vanuit de omgeving. Via vuil aan de spenen, komen deze bacteriën dan tijdens het melken in de tankmelk terecht. In dit laatste geval is een positieve uitslag van de tankmelk een indicatie van een verhoogde infectiedruk in de omgeving en/of van verslechterde hygiëne.

Wanneer bij tankmelkonderzoek Klebsiella wordt aangetoond is het raadzaam om de belangrijkste bron(nen) te achterhalen. Zo kunnen maatregelen getroffen worden om de infectiedruk te verlagen en daarmee het risico op ernstige klinische uierontsteking te verkleinen.

Welke maatregelen kan ik treffen?

  • Zorg voor schoon en droog strooisel van een goede kwaliteit, afkomstig van een droge opslagplaats.
  • Controleer bij twijfel de infectiedruk in het ligbed en de strooiselvoorraad met behulp van strooiselonderzoek E.coli en Klebsiella.
  • Mest op de roostervloer, in de wachtruimte en in de afkalfstal kan een bron zijn van Klebsiella bacteriën; laat de mestrobot of mestschuif zoveel mogelijk mest uit de weg ruimen en geef een schone afkalfomgeving prioriteit.
  • Controleer twee keer per dag of de ligboxen vrij zijn van mest. Om de boxen goed droog te houden en de pH te verhogen kunt u kalk aan het strooisel toevoegen. Omdat de pH-verhogende werking van kalk na 48 uur verdwijnt, zal de kalk met regelmaat moeten worden toegevoegd.
  • Zorg ervoor dat de uiers en staarten van de koeien kortgeschoren zijn. Met kortgeschoren staarten en uiers blijven koeien schoner.
  • Zorg voor een goede voeropname en mineralenvoorziening. Bied smakelijk voer aan.
  • Klebsiella bacteriën kunnen ook tijdens het melken worden overgedragen; voorkom infectieoverdracht via handen, doeken en tepelvoeringen en zorg voor een goede speendesinfectie. Gebruik een barrièremiddel.
  • Spoor de met Klebsiella geïnfecteerde dieren op indien er sprake is van een toename van (sub)klinische mastitis.
  • Voorkom hittestress in warme perioden; let op een goede ventilatie van de stal, genoeg schaduwplekken en voldoende schoon drinkwater.
  • Laat een minder goed werkende melkinstallatie tijdig controleren door een specialist.

Hoe verlaag ik de risico’s van vaste mestfractie als ligboxbedekking?

Gebruikt u vaste fractie uit gescheiden mest als ligboxbedekking of overweegt u dit? Het UGA Team van GD krijgt regelmatig vragen over het gebruik van vaste mestfractie. Naar aanleiding hiervan heeft het team een aantal belangrijke wetenswaardigheden en tips op een rijtje gezet.

Ik heb nog een vraag, waar kan ik terecht?

De uiergezondheidsaanpak van GD, wordt mogelijk gemaakt door een sterk team van GD-uiergezondheidsspecialisten. Door middel van onder andere praktijkonderzoek werken zij dagelijks samen met veehouders en dierenartsen aan het voorkomen en genezen van mastitis. Heb je vragen over een uitslag of een andere vraag over uiergezondheid, neem dan contact op met je dierenarts of bel met het uiergezondheidsteam. Wij zijn op werkdagen van 15:00 tot 17:00 uur te bereiken via 088 20 25 555.

 

Het uiergezondheidsteam

Hans Miltenburg

Zoötechnisch specialist bij GD

Sabine Tijs

Zoötechnisch specialist bij GD

Christian Scherpenzeel

Rundveedierenarts bij GD

Anton Gosselink

Zoötechnisch specialist bij GD

Meer informatie

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.