Diagnostiek

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Om de infectiedruk vanuit besmette koeien te beheersen is het nodig om te weten welke dieren besmet zijn of een (sub)klinische of chronische uierontsteking hebben. Dit zijn immers de dieren die andere koeien met (vooral koegebonden) mastitisverwekkers besmetten. Bovendien is het nuttig om te weten om hoeveel en welk(e) kwartier(en) het gaat. Ten eerste voor de preventie, maar ook voor behandeling, het vooruitzicht op succesvol herstel en het opstellen van een bedrijfsbehandelplan. Daarvoor is van belang dat mastitisverwekkers worden gekweekt, geïdentificeerd en er eventueel een gevoeligheidsbepaling wordt uitgevoerd.


De diagnostiek van klinische mastitis is in principe duidelijk, het aangetaste kwartier is zichtbaar en soms voelbaar afwijkend. Typische mastitisafwijkingen horen tijdens het melken bij de voorbehandeling te worden vastgesteld. Welke kiem de mastitis veroorzaakt is aan de hand van de verschijnselen en de melk niet vast te stellen, zelfs zeer ervaren mastitisdeskundigen lukt dat niet. Daar is nader (laboratorium)onderzoek voor nodig.


De diagnostiek van subklinische mastitis berust volledig op diagnostisch onderzoek omdat aan de melk noch aan uier of het kwartier iets is te zien. Dit diagnostisch onderzoek gebeurt aan de hand van testen direct naast de koe (zoals de CMT test) of in een laboratorium (zoals bacteriologisch onderzoek).

Indirecte diagnostische testen

Hiermee is het mogelijk om koeien of kwartieren aan te wijzen die zeer waarschijnlijk een uierontsteking hebben. De verwekker van de mastitis wordt hierbij niet aangetoond.

Voorbeelden hiervan zijn:

Directe diagnostische testen

Hiermee wordt de mastitisverwekker aangetoond. Een voorbeeld hiervan is bacteriologisch onderzoek: kweek van bacteriën uit een melkmonster. Dit kan een kwartiermonster zijn maar ook een tankmelkmonster. 

Het nemen van een melkmonster voor individueel BO

Voor het slagen van een bacteriologisch onderzoek is het absoluut noodzakelijk het monster van een hoogcelgetalkwartier of een kwartier met klinische mastitis zorgvuldig en op juiste wijze te nemen. Werk hygiënisch om vervuilde monsters te voorkomen. Bemonster tijdens een normale melkbeurt voordat u het melkstel aansluit. Ga naar de instructie voor het nemen van een melkmonster voor individueel BO

Bacteriologisch onderzoek van tankmelk

De melk die in de melktank zit, bevat vele soorten bacteriën. Deze melk is in aanraking geweest met de buitenkant van de speenpunt, de tepelvoering, melkklauw, melkslangen, etcetera. Bacteriologisch onderzoek levert dus heel veel verschillende soorten bacteriën op. Met speciale technieken en aangepaste voedingsbodems is het mogelijk om uit deze veelheid bacteriën de mastitisverwekkers te isoleren. Lees meer over bacteriologisch onderzoek van tankmelk

Terug naar infectiedruk

Terug naar uiergezondheid

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.