Voorzichtig met zand voor zandbak
Steeds meer veehouders zien het nut van een zandbak voor de droge koeien. Maar niet al het zand is hiervoor geschikt. Uit de praktijk blijkt dat het afgraven van een wal in het land of het gebruik van zand dat naast een stal ligt, zeer grote gevolgen kan hebben.
In zand kan Klebsiella voorkomen. Klebsiella kan tot veel en ernstige mastitis leiden. Zand is anorganisch en daarom geschikt als ondergrond, maar als het ‘vervuild’ is met organisch humusmateriaal kan het juist een besmettingsbron worden. Het gebruikte zand moet dus vrij zijn van organisch materiaal. Bij onzekerheid of er een bacteriële vervuiling is, kan een monster ingestuurd worden. Er wordt dan onderzocht of en hoeveel E.coli en Klebsiella spp. in het monster aanwezig is.
Ook de grootte van de korrel kan zand minder geschikt maken. Heel grofkorrelig zand kan als schuurpapier gaan werken, dat is niet goed voor de speenhuid en dus ook niet voor de uiergezondheid.
Strooisel
Verkeerde partijen (vervuild en met veel schors) en vochtig strooisel zijn geregeld de oorzaak van ernstige vormen van uierontsteking. Dek daarom de opslag van strooisel af, en bewaar het niet direct op de grond maar altijd met een dichte beschermlaag eronder, bijvoorbeeld beton, zodat er geen kans is op nabesmetting met Klebsiella. Voorkom ook broei. Let er bij het instrooien van de ligplaatsen op dat uitsluitend schoon strooisel op de plaats van de uier komt.
Gisten
Kenmerken: Gisten zijn geen bacteriën en ongevoelig voor antibiotica. Ze komen voor in de omgeving en steken vaak de kop op als secundaire infectie. Ze kunnen echter ook zelf een heftige klinische mastitis en een verhoogd celgetal veroorzaken. Overdracht kan optreden na onhygiënisch werken bij het toedienen van injectoren en bij een minder goede hygiëne in de stal.
Aanpak: (Chronisch) besmette dieren opruimen.
Bezettingsgraad en stress
Melkveehouders tolereren nogal eens een overbezetting van 10 procent in hun stal, in de veronderstelling dat dit geen enkele invloed heeft op de prestaties van hun koeien. Maar voor een goede uiergezondheid is geen enkele overbezetting in de stal acceptabel.
Overbezetting betekent namelijk meer stress, minder weerstand en meer problemen met uiergezondheid. Ook de infectiedruk bij overbezette stallen is te hoog. Het zijn vooral vaarzen die in de problemen komen bij een overbezetting in de stal. Zij vormen de zwakste schakels in de koppel. Ze krijgen bij overbezetting pas op het laatst ruimte aan het voerhek, waardoor ze de restjes te vreten krijgen. Daarnaast maken zij als laatste aanspraak op een ligbox. Uit onderzoek van Fregonesi et al.1 bleek dat koeien bij een bezetting van 100 procent per dag een uur meer liggen dan bij een bezetting van 109 procent. Daarnaast zagen ze meer competitie onderling voor de ligplaatsen. Ook stonden de koeien langer buiten de ligboxen, waardoor de klauwen meer belast werden. Kortom: allemaal omstandigheden die hun gezondheid en dus ook hun uiergezondheid onder druk zetten. Wie de technische resultaten op het bedrijf wil optimaliseren zorgt ervoor dat elke koe een voer- en ligplaats heeft.
1Fregonesi et al. JDS.2007;p3349, Overstocking reduces lyingtime in dairycows.
Drinkwater
Voldoende drinkwaterpunten met een goede kwaliteit water zijn essentieel voor de algemene gezondheid van een koe. Wanneer ze goed te bereiken zijn en er voldoende passeerruimte is, hebben koeien minder stress. Over het algemeen hebben koeien een hekel aan smaakverschillen, ze nemen daardoor te weinig water op. Let hier op tijdens het weideseizoen.
Of het water dat u aanbiedt geschikt is als drinkwater kunt u laten controleren
Ligboxen
Bacteriën, waaronder mastitisverwekkers, kunnen moeilijk overleven in schone en droge ligboxen. De infectiedruk blijft dan laag. Met de juiste boxmaten bevuilen koeien de boxen minder. Een ruime boxafmeting helpt speenbetrappingen voorkomen. De koeien moeten makkelijk kunnen opstaan, dit betekent voldoende ruimte voor een voorwaartse beweging.
Speenbetrapping is verder te voorkomen met een stroeve boxvloer. Boxen met een zacht ligbed geven minder speenbetrappingen dan boxen met een harde ondergrond.
Ideale boxmaten, uitgaande van een HF koe van 725 kilogram:
- Zachte bodem die goed grip geeft, zodat de koe zacht landt en ligt: minimaal 15 centimeter diep strooisel of minimaal 5 centimeter rubber matras.
- Voldoende lengte, zodat de koe haar kop kan uitzwaaien: minimaal 2,75 meter bij een dichte voorzijde van de box en minimaal 2,50 meter bij een open voorzijde. Bij een dubbele rij is een gezamenlijk kop-zwaairuimte. Zorg dat er geen obstakels zijn tussen 0,10 en 1,00 meter hoogte.
- Schoftboom en knieboom uit de weg, zodat de koe recht in de box kan staan en liggen: minimaal 1,80 meter afstand knieboom en schoftboom tot achterrand (sta- en ligruimte); eventueel flexibele schoftband plaatsen.
- Voldoende breed, zodat de koe kan gaan liggen: minimaal 1,25 meter voor lacterende koeien en minimaal 1,20 meter voor droogstaande koeien (hart-op-hart-maat).
- Sterke koeien met gezond beenwerk: Zet zwakke koeien in een strohok.
Om comfortabele ligboxen te maken gebruik je de grotere koeien als maat. Na installatie maak je de boxen eventueel op maat voor de koppel. Vaarzen zijn het kleinst en zullen het vaakst boxen bevuilen. Een aparte vaarzengroep met kleinere ligboxen brengt uitkomst en zorgt ook voor meer productie en minder uitval.
Ventilatie
Benauwde en klamme stallen zijn gunstig voor mastitisverwekkers en andere ziektekiemen. Met een goede ventilatie wordt de (relatieve) luchtvochtigheid zo laag mogelijk gehouden. Voorkom echter te grote luchtverplaatsingen en tocht in de stal, dat maakt koeien extra gevoelig.
Goede ventilatie is verder belangrijk om tijdens zeer warme dagen de temperatuur niet te veel te laten stijgen. Een (te) warme stal is gunstig voor de groei van omgevingskiemen, dat leidt tot een hogere infectiedruk.
Terug naar infectiedruk
Terug naar uiergezondheid