Na het wegvallen van het melkquoteringssysteem veranderde de financiële schade die mastitis op een bedrijf veroorzaakt. Naast faalkosten wordt er nu ook vaker gekeken naar preventiekosten. Dierenartsen kunnen veehouders ondersteunen bij het vinden van de juiste balans.
Er zijn veel studies gedaan naar de schade die mastitis veroorzaakt. De focus van deze studies lag vooral op de kosten van de behandeling, productiederving en het opruimen van mastitis koeien, ook wel de faalkosten genoemd. Een nieuwe studie (Van Soest et al. 2016) kijkt ook naar preventieve kosten: investeringen in materialen (zoals dipmiddelen en melkershandschoenen) en managementmaatregelen om mastitis te voorkomen.
Toename faalkosten mastitis
Na het wegvallen van het EU-melkquoteringssysteem in 2015 namen de faalkosten, veroorzaakt door klinische-en subklinische mastitis, toe. In een vrije markt telt elke geleverde liter melk mee in de totale melkgeldopbrengst van een bedrijf. Elke weggegooide liter melk van een met antibiotica behandelde koe kost een veehouder geld. De productiederving van koeien met een verhoogd celgetal en koeien die mastitis hebben gehad komt daar nog bij.
Kosten tussen bedrijven variëren sterk
De totale kosten (faal- en preventieve kosten) kunnen tussen melkveebedrijven sterk variëren (zie tabel 1). Dit geeft u als dierenarts ruimte om te adviseren met betrekking tot het vinden van de juiste balans tussen beide, en daarmee voor verbetering van het financiële eindresultaat van melkveebedrijven.
Mastitiskosten (€)/ koe/jaar
|
Gemiddelde kosten
|
Laagste kosten
|
Hoogste kosten
|
Faalkosten
|
120 |
72 |
262 |
Preventieve kosten
|
120 |
48 |
176 |
Totale kosten
|
240 |
120 |
438 |
Tabel 1: Faal- en preventieve kosten van mastitis op Nederlandse melkveehouderijen, JDS 2016. (Bron: van Soest et al.)
Minimaliseren van faalkosten
Als u per melkveebedrijf, door middel van individueel- of tankmelkonderzoek, inzichtelijk heeft welke verwekker(s) op het bedrijf verantwoordelijk zijn voor de uiergezondheidsproblemen, kunt u adviseren hoe de veehouder de faalkosten kan minimaliseren.
Kent u de hoofdveroorzaker(s) van de klinische- en subklinische mastitis, dan kunt u daarbij de meest effectieve preventieve maatregelen (die de veehouder wil interpreteren) zoeken. Op die manier kan een goede balans tussen preventieve- en faalkosten van mastitis op het melkveebedrijf worden gewaarborgd.
Als u daarna op regelmatige basis de resultaten van de gegeven adviezen opvolgt, kunt u indien nodig tijdig bijsturen. Zo blijven de totale uiergezondheidskosten per koe zo laag mogelijk.
Klik hier voor het onderzoeksrapport van Van Soest et al.
Reken de schade op uw bedrijf uit
De Universiteit Utrecht heeft een handig rekenmodel waarmee u voor uw bedrijf de economische schade van mastitis (klinisch en subklinisch) kunt uitrekenen. In het model vult u een aantal kengetallen in over de mastitissituatie op het bedrijf, aangevuld met kosten voor de behandeling van mastitis. Informatie voor veel invoerposten is te vinden via de MPR-uitslag, ook geeft het rekenmodel een suggestie gebaseerd op een Nederlands gemiddelde.
Naar het rekenmodel
Krijg grip op mastitis
De kosten van voortijdige afvoer van koeien en de vervangingskosten zijn aanzienlijk. Van de koeien die voortijdig het bedrijf verlaten heeft zo’n 20 procent als reden een aantasting van de uiergezondheid. Des te meer reden om mastitis op uw bedrijf te voorkomen. Tankmelkonderzoek geeft u duidelijk inzicht op koppelniveau en verhoogt daarmee de kans op een lager tankcelgetal, minder klinische mastitis, lagere afvoer door uiergezondheid en meer werkplezier. Lees hier meer over Mastitis Tankmelk
Terug naar het hoofdstuk controle