Diergezondheid volgens Evert Bruinius
In 2013 kochten Evert Bruinius en zijn vriendin Krista Kremer twee schapen. Inmiddels hebben ze 135 boeren Texelaars. “Het was altijd mijn droom om boer te worden. Met de schapen heb ik echt iets voor mezelf en bouwen we samen iets op”, vertelt Evert, die naast schapenhouder ook zzp’er is.
“We zijn alert en actief om diergezondheidsproblemen te voorkomen.”
Zijn schapen, kruisingen tussen Swifters en Texelaars, lopen op 30 hectare in het Noord- Groningse Westerwijtwerd. Een deel van de grond is gehuurd. “De schapen lopen zoveel mogelijk buiten. Ze lammeren tussen half februari en eind april. Half juni komt het hooiland vrij zodat de gespeende lammeren daarop kunnen grazen. In de winter worden ze bij veehouders afgemest.” Zo’n veertig procent van de ooilammeren wordt door de veehandelaar voor het leven’ verkocht. “We willen groeien met eigen aanwas en als onze handelaar de ooilammeren graag wil, zie ik dat als teken dat onze schapen gewaardeerd worden.”
Alert en actief
Voorkomen is beter dan genezen, is Bruinius’ insteek bij diergezondheid. “We zijn alert en actief om diergezondheidsproblemen te voorkomen.” Ze weiden ruim om wormbesmettingen tegen te gaan en behandelen de schapen preventief tegen myiasis. Drie weken voor het lammeren vaccineren ze de schapen tegen zomerlongontsteking en ‘het bloed’. Recent is ook gevaccineerd tegen blauwtong. Bruinius: “Op het nippertje ontsnapten we vorig jaar aan een blauwtonguitbraak, we verloren slechts één lam in oktober. Het virus heeft hier gelukkig niet doorgezet, de kou kwam precies op tijd. We zijn blij dat er een vaccin is en we hebben geen nadelige bijwerkingen van de vaccinatie gezien.”
Peilbedrijf
Het Groninger bedrijf is sinds twee jaar peilbedrijf van GD. Dat betekent: aansluiting bij het ‘project Kennisnetwerk Kleine Herkauwers’ gedurende drie jaar. Dit netwerk draait om uitwisseling van monitoringsinformatie tussen de praktijk en GD. Voor Bruinius geeft deze uitwisseling nieuwe inzichten en informatie over zijn schapen. “De lijntjes met GD zijn kort. Laatst had ik een dood lam, maar de doodsoorzaak was ongewis. Uit onderzoek bij GD bleek dat het om een aangeboren nierafwijking ging. Als we geen peilbedrijf waren geweest, had ik dit niet laten onderzoeken, maar het was goed en prettig om te weten.”