Melkveehouder Jappie Riedstra over paratbc
‘Maatregelen en mestonderzoek minder duur dan zieke koeien’
Met 420 melkkoeien en 250 stuks jongvee mag het melkveebedrijf van de broers Jappie en Dirk Riedstra er zijn. De broers zijn de derde generatie die boert in het Drentse Veenhuizen, maar toch stelt Jappie dat de boerderij niet bepaald als een familiebedrijf wordt gerund. “Nee, want op familiebedrijven is arbeid vaak de crux. Het hele gezin werkt vaak mee, zonder daarvoor betaald te worden. Dat is bij ons anders. Mijn broer en ik huren minimaal 200 uur betaalde arbeid per week in op het bedrijf. We hebben tien medewerkers die hier meer of minder uren in de week werken.”
De medewerkers melken, verzorgen het jongvee en doen al het andere voorkomende (land)werk op het bedrijf. Dat kan qua kosten prima uit, mits de koeien goed blijven produceren, aldus Jappie. “Met elke liter melk meer die de koeien geven, kan je veel kosten drukken. Maar alleen gezonde koeien kunnen goed produceren, dus de koeien moeten goed verzorgd worden.” Dat geldt natuurlijk ook voor de kalfjes en het jongvee, die de basis vormen van de melkveestapel.
Bezig met gezondheid
Diergezondheid is dus een belangrijk speerpunt op maatschap Riedstra. Dat is het al heel lang. “Daar hebben onze ouders de basis voor gelegd, samen met Dierenartsencentrum de Stellingwerven. Wij doen nog steeds heel veel met die praktijk samen. Ze zijn erg vooruitstrevend en altijd bezig met dingen voor zijn.” Voorkomen in plaats van genezen dus.Dat geldt ook voor paratbc, een vervelende ziekte die meer voorkomt op melkveebedrijven dan veel mensen denken of weten. De ziekte kan worden aangetoond met melk-, bloed- en mestonderzoek. Daarbij is mestonderzoek het meest betrouwbaar. “Daarom hebben wij daarvoor gekozen. Het kost misschien wat meer via de mest dan via de melk, maar er is dus ook een grotere kans dat de uitslag klopt. Voor mijn gevoel kost het trouwens geen geld, want als de koeien wel ziek worden, kost het vele malen meer. “We doen dit al jaren zo en hebben misschien al wel dertig jaar de hoogste status 10 voor paratbc. Daar zijn we best trots op.”
Verspreiding via mest
Dat mag ook best, want met alleen mestonderzoek voorkom je geen paratbc. Daar zijn toch echt bedrijfsmaatregelen voor nodig. Die zijn er volop in Veenhuizen. Waarschijnlijk het allerbelangrijkste is het voorkomen van ziekte-insleep. Daarin gaat Jappie best ver. “Als de loonwerker mest komt uitrijden, laten we de eerste paar kuub uitrijden op land dat we maaien, nooit waar we koeien weiden. Er kan tenslotte nog mest van een ander bedrijf in de tank zetten, die mogelijk besmet is. Jongvee laten we nooit op geïnjecteerd land lopen.” Paratbc-ziektekiemen kunnen namelijk tot wel een jaar overleven in bijvoorbeeld mest, grond, water of kuilgras.
Ondanks het grote aantal melkkoeien worden ze dus wel geweid. “Ja, koeien horen buiten. De kalveren doen we vanaf een maand of vier ook naar buiten, zodat ze leren grazen. Op latere leeftijd is dat vaak een probleem. Die kalveren gaan nooit op geïnjecteerd land.”
De melkveehouder is er ook alert op dat er geen vreemd kuilgras op het bedrijf komt. “We hebben ooit besmet kuilgras gehad, toen hadden zo twintig koeien paratbc. Dat wil je echt niet. Ik houd de kuilvoorraad nu scherp in de gaten en koop zo nodig mais bij. Als we balen laten persen, gaat de eerste baal niet naar het jongvee, maar naar ouder rundvee” De meest gevoelige dieren voor paratbc, de kalveren, krijgen geen ruwvoer van het eigen bedrijf, maar een complete mix van gehakseld stro, maïs en kalverbrok.
Witte laarzen of gebak
Voor erfbetreders is er ook een speciaal protocol. Wil bijvoorbeeld de dierenarts of inseminator de stal in, dan moet deze speciale witte laarzen aantrekken. “Die kleur valt mooi op tussen onze donkere laarzen. Onze medewerkers dragen zowel laarzen als overalls van het bedrijf”, aldus Jappie, die er ‘harde’ consequenties aan heeft verbonden als iemand de witte laarzen weigert. Lachend: “Klopt, dan moeten ze de volgende keer gebak meenemen.”
Veehandelaren of transporteurs komen helemaal niet in de stal. “Zij mogen hun wagen op een aangewezen plek neerzetten, dan drijven wij de koeien met onze hekken in de wagen.”
Het is ook belangrijk om te voorkomen dat jonge kalfjes besmet worden met paratbc. Tenslotte zijn zij het meest vatbaar voor ziektes. “Naast afkalven in een schoon strohok is het belangrijk dat het kalf goed biest binnenkrijgt. De medewerkers moeten dat in de boerderij-app zetten, dan weet ik dat het is gebeurd. Ja, ik ben een controlefreak, maar die biest is belangrijk om de kalveren goed op te starten, daarom zijn we daar erg scherp op. Dat moet ook wel, want hoewel we proberen om alle medewerkers dezelfde werkwijze te laten aanhouden, heeft ieder toch vaak net zijn eigen manier.”
Resultaat
De melkveehouder heeft de kalverhuisvesting super op orde, met mooie meerkalfs-iglo’s die in aparte boxen zijn op te delen en voor de oudere kalveren geïsoleerde kunststof kalverhutten. “We mixen geen jonge koppels en houden ze goed aan het vreten. Buitenlucht en vers water zijn heel belangrijk”, vertelt Jappie. “De kalveren blijven tot een maand of vijf oud hier, daarna gaan ze naar een bedrijf dat alleen jongvee voor ons opfokt. Dat geeft geen gedoe met gezondheidsstatussen.”
Deze wijze van werken levert resultaat op. “Een paar jaar terug hadden we nog een KalfOK-score van 50 à 60. Dat is nu veel beter, ook omdat we extra arbeid hebben ingezet. Kalfjes hebben nu eenmaal aandacht nodig. De kosten daarvan kunnen worden weggestreept omdat er minder uitval is. Het geeft een goed gevoel dat we nu gezondere kalveren hebben.”
Is er dan niets meer te verbeteren op het bedrijf als het gaat om het voorkomen van paratbc en andere ziekten? “Natuurlijk wel”, is Jappie eerlijk. “Zo zou er een betere hygiënesluis kunnen zijn. Op dat gebied zijn we in de melkveehouderij nog lang niet zo ver als in de varkens- of pluimveesector. En er gaat soms wel eens wat fout. Dat is menselijk. Alle dagen alles precies hetzelfde doen is het allermoeilijkste dat er is. Zeker als je, zoals hier, met meerdere mensen werkt. Ik zeg wel eens: we hoeven niet per se een tien te halen, die laatste puntjes op de i kosten naar verhouding heel veel tijd en moeite. Een constante acht is al heel mooi”, besluit Jappie Riedstra.
Paratuberculose
De besmettelijke ziekte paratuberculose, kortweg paratbc, wordt veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium avium subsp. paratuberculosis. Als een koe geïnfecteerd raakt met paratbc ontstaat er een ongeneeslijke darmontsteking. Dit gaat heel langzaam, vaak zie je pas op latere leeftijd ziekteverschijnselen, zoals:
- Daling melkgift (10 tot 20 procent)
- Afnemende conditie, ondanks goede eetlust
- Te laag geboortegewicht van kalveren
- Uiteindelijk aanhoudende diarree, evt. met gasbelletjes en verdere daling melkproductie
- Sterfte
Opvallend is dat met paratbc besmette koeien geen koorts hebben. De besmetting verloopt vaak via de mest, maar ook melk en biest kunnen besmet zijn. Ongeboren kalveren kunnen via de baarmoeder worden besmet. Vooral kalven raken snel besmet met de bacterie, hoe jonger, hoe gevoeliger. Toch kunnen runderen van alle leeftijden besmet raken en de bacterie verspreiden. Als een paratbc-besmetting wordt ontdekt op een rundveebedrijf is dit vaak het topje van de ijsberg en hebben meer koeien het. Ook geiten kunnen paratbc krijgen en de ziekte op runderen overdragen.