16-9-2022:
Pluimveehouders, dierenartsen en andere erfbetreders verzamelden zich afgelopen woensdag digitaal om deel te nemen aan het webinar ‘Vogelgriep in Nederland: Update en bioveiligheidstips’. De sprekers gingen in op de actuele situatie, vaccinatie en in het bijzonder: bioveiligheid. “De pluimveehouder is de baas op zijn bedrijf en moet duidelijk zijn omtrent maatregelen”, stelt Wim Pelgrim, chief veterinary officer LNV.
Het webinar organiseerden AVINED en GD samen en er sloten sprekers aan van Wageningen Bioveterinary Research en het ministerie van LNV. Dat de situatie nu nog te wensen over laat, staat vast. Maar bij veel pluimveehouders zijn er zorgen over komende winter. Want hoe zal het virus zich ontwikkelen en wat zijn de precieze verwachtingen? Nancy Beerens (WBVR) kon ons hier iets meer over vertellen.
Analyse geeft antwoord
Wat haar betreft is er nog altijd een sterk verband met wilde vogels. “Ongeveer 50 procent van de wilde vogels die wij testen, draagt het hoogpathogene H5N1 vogelgriepvirus met zich mee, vertelt ze. Omdat er momenteelveel wilde vogels besmet zijn, is er ook een grote kans dat pluimveebedrijven besmet raken door contact met feces van deze vogels, hierdoor is er sprake van een grote uitbraak. Ook zijn er steeds meer zeevogels besmet, en andere vogelsoorten die ook in de zomer in Nederland aanwezig zijn. “We maken ons hier wel zorgen over”, gaat Nancy verder. “Bij de introductie van een nieuw virus, komen er verschillende vragen over het virus op, want ‘waar komt het vandaan, wat is de genetische samenstelling, is het een zoönose, wat is de relatie tussen wilde vogels en pluimveevirussen en zijn er aanwijzingen voor spreiding tussen bedrijven?’. Door middel van genetische analyses krijgen wij antwoorden op deze vragen.”
Dit jaar zagen we ook dat meerdere zoogdieren besmet zijn geraakt met vogelgriep. “Waarschijnlijk hebben deze dieren gegeten van zieke vogels. Het virus weet zich dus aan te passen aan de lagere lichaamstemperatuur van zoogdieren. Dat is niet zulk goed nieuws. Toch is er nog meer nodig voor verspreiding tussen mensen en dieren”, concludeert ze.
Nancy denkt dat het virus in de winter waarschijnlijk in Nederland blijft. Ook zullen in oktober de trekvogels weer arriveren vanuit Siberië en Rusland. “Dit geeft een groot risico. Momenteel krijgen we geen berichten vanuit Rusland, dus een precieze verwachting kan ik niet geven.”
Bioveiligheid centraal
Hoewel het virus dus op de loer ligt, zijn er wat Wim Pelgrim (chief veterinary officer van LNV) wel degelijk mogelijkheden om je bedrijf te beschermen. “Bioveiligheid staat wat mij betreft centraal”, legt hij uit. “Je wilt de insleep uit wilde vogels en de verspreiding tussen bedrijven voorkomen. Bij de uitbraak in 2003 bleek dat ongeveer 18 procent van de besmettingen het gevolg waren van verspreiding via de lucht, dus via lucht en ventilatiesystemen. Dit betekent dat 80 procent van de besmettingen op een andere manier heeft plaatsgevonden. Daar is echt nog winst te behalen.”
Om hier wat in te sturen heeft het ministerie een duidelijke regelgeving opgesteld die nageleefd moet worden. “Eigenlijk is het heel simpel. Er is een bezoekersverbod en er mogen alleen mensen in de stal komen die noodzakelijk zijn voor volksgezondheid, diergezondheid, dierwelzijn of de gezondheid van de in de stal aanwezige personen, met als uitzondering onderwijs. Voeradviseurs horen hier dus niet bij”, stelt hij. “Maar misschien moeten we duidelijker zijn en preciezer aangeven wie wel en wie niet de stal van een commerciële inrichting in mag. Voor het erf geldt dat bezoekers een hygiëneprotocol moeten naleven. Ook voor voertuigen gelden hygiënevoorschriften. Je wilt gewoon niet dat een bezoeker virusdeeltjes meeneemt naar je erf, want voor je het weet loop je het zelf mee naar binnen.”
Vaccinatie
Naast bioveiligheid is er nog iets wat Wim goed in de gaten houdt: de mogelijkheid tot vaccinatie. Hier krijgt hij dan ook met grote regelmaat vragen over. “De vaccinproeven zijn van start gegaan en we hopen eind van dit jaar op een eerste resultaat. Daarna start een veldproef. We hebben regelmatig contact met andere landen die ook proeven doen, zodat we ervaringen uit kunnen wisselen en van elkaar kunnen leren.” Het is volgens hem ook geen wondermiddel waardoor kippen ineens weer vrij buiten kunnen lopen. “De kans op besmetting is aanzienlijk. Het biedt wel een zekere bescherming, maar als een vaccin bij een koppel niet zo goed werkt, kan het virus daar nog steeds in gaan zitten, maar dan zie je het minder snel. Je weet dan niet dat ze ziek zijn. Zo’n gemaskeerd besmet bedrijf kan andere bedrijven besmetten. Helaas zijn we bij vaccinatie niet direct van de ophokplicht af.”
Belang van bedrijfshygiëne
Pluimveedierenarts Willem Dekkers van GD sluit het webinar af. Want ook al weten we niet precies hoe het virus binnenkomt (wordt bij elke uitbraak onderzoek naar gedaan door UU en WBVR), er zijn zeker dingen die we wél kunnen doen. En dat valt of staat met de bedrijfshygiëne. “Om het risico van een besmetting te verkleinen is het als houder belangrijk om een kritische blik te houden, de bedrijfssituatie in kaart te brengen en echt je mindset te veranderen”, vertelt Willem. “De Hygiënescan van AVINED kan hierbij helpen. Dit brengt eenvoudig in kaart waar je aan moet denken.”
Willem geeft ook nog praktische tips die de kijker eigenlijk direct in de praktijk kan brengen. Hij vertelt over het verschil tussen een bedrijfsterrein en het eigen perceel. “Het moet voor iedereen duidelijk zijn wanneer je van de ene zone naar de andere gaat. Dus van woonhuis naar bedrijfsterrein en van bedrijfsterrein naar stallen”, gaat hij verder. “Bij voorkeur is er een fysieke scheiding. Ook maak je consequent gebruik van een hygiënesluis voor personen: hier douche je bij voorkeur en trek je andere kleding aan tot op het ondergoed. Bij het betreden van de stal trek je de bedrijfsterreinschoenen uit, stap je in instapklompjes en bij het betreden van de stal trek je de stalspecifieke laarzen aan.”
Ook is het volgens hem belangrijk om alles op het bedrijfsterrein netjes te houden, zodat het geen ongedierte en wilde vogels aantrekt. “En niet alleen buiten, maar ook de sluis waar je naar binnen gaat moet netjes zijn.” Hij noemt nog een aantal andere zaken: stallen dichtmaken, gras kort maaien, voerresten direct opruimen, omscholen zodat je zelf ongedierte kunt bestrijden. “Ook plassen trekken ongedierte en vogels aan, dus dit wil je zo min mogelijk hebben. Daarnaast is het plaatsen van een dakgoot goed, want zo komen de eventuele uitwerpselen op het dak bij regen minder snel de stal in.”
Afsluitend stelt Willem dat het veel stappen zijn, maar dat het een kwestie van doen is. “Met de juiste mindset ben je al een heel eind. Wees bewust van de risico’s. Samen komen we een heel stuk verder.”
Webinar terugkijken
Wil je tips over een goede bedrijfshygiëne? AVINED stelde een nuttig lijstje samen.