Nieuws

We onderzoeken jaarlijks duizenden individuele melkmonsters van hoog celgetalkoeien en klinische mastitisgevallen. In ons laboratorium kunnen we de groep niet-aureus stafylokokken (NAS) uitsplitsen en zo de afzonderlijke ‘familieleden’ aantonen. Met die informatie kunt u de juiste maatregelen nemen om de uiergezondheid te verbeteren Lees verder

Het afgelopen jaar ontving GD enkele meldingen van zeer hoge concentraties selenium in het kuilgras na bemesten met seleniummeststof. Lees verder

Zodra het weer het toelaat en er voldoende gras staat, zullen op een groot deel van de bedrijven de koeien weer naar buiten gaan. In de wei is de ondergrond zachter, wat een positief effect heeft op de belasting van de klauwen. Wel betekent dit voor uw dieren de overgang van een winterrantsoen naar een rantsoen met meer (eiwitrijk en mals) vers gras. Lees verder

Elk melkveebedrijf heeft wel eens een verwerper. Vaak wordt dit gezien als iets dat ‘erbij hoort’. Maar wist u dat neospora één van de belangrijkste gevonden oorzaken van verwerpen is? En dat ruim 80 procent van de Nederlandse melkveebedrijven te maken heeft met neospora? Enkele feiten en tips over neospora. Lees verder

We ontvangen soms vragen over koeien die met te weinig uier en onvoldoende biestproductie afkalven. Uit onderzoek blijkt dat de laatste twee tot drie weken voor het afkalven in de koe het proces plaatsvindt waarbij de antistoffen worden overgedragen naar de biest in de uier. De oplossing voor optimalisatie lijken in de laatste weken voor afkalven te liggen. Lees verder

Sinds 2020 zien we een duidelijke stijging in het aantal leptospirose-besmettingen in Nederland. In 2020 zijn twaalf besmettingen waargenomen en in 2021 zeven. Dit is een grote stijging ten opzichte van de jaren daarvoor, toen werd slechts sporadisch een uitbraak van leptospirose vastgesteld. Lees verder

De periode voor de zogenaamde ‘wintersteekproef’ voor IBR en leptospirose is van start gegaan. De wintersteekproef is nodig voor niet-melkleverende bedrijven die deelnemen aan een programma voor de bestrijding van IBR en/of leptospirose en waar het afgelopen jaar géén bloedonderzoek via de slachtlijn heeft plaatsgevonden. Lees verder

Een IBR-vrijstatus voorkomt voor een groot deel insleep van de ziekte. Op 1 oktober 2021 nam 54 procent van de melkveebedrijven deel aan de IBR-route (intake bloed/bewaking tankmelk) die met een IBR-vrije status gepaard gaat. Jaarlijks verliest minder dan 0,5 procent van deze melkveebedrijven de vrijstatus en ondervindt het merendeel dus geen schade van de ziekte. Lees verder

Om goede melkvaarzen te worden die langdurig melk van een goede kwaliteit kunnen produceren, is het belangrijk dat deze dieren vrij van mastitis aan hun eerste lactatie beginnen. Naast de uiergezondheid van de vaarzen zelf is hun infectiestatus bij het kalven ook van belang omdat ze een bron van infecties voor de andere melkgevende dieren in uw koppel kunnen zijn. Lees verder

De laatste jaren was berichtgeving over IBR veelal goed nieuws: een toenemend percentage IBR-vrije en -onverdachte bedrijven, weinig tankmelkomslagen en minder neusswabs waarbij virus werd aangetoond. Sinds april zien we daar echter verslechtering in. Lees verder