Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Wat zegt de uitslag van het pakket spoorelementen schaap?

De uitslag zegt iets over de mineralenopname in de afgelopen 14 dagen. De uitslag geeft weer of er teveel of te weinig mineralen gevoerd worden en of bijsturen nodig is. Lees hieronder per element wat de uitslag inhoudt.

Selenium

Uitslag mogelijk selenium tekort (<0,2 µmol/L)

De seleniumvoorziening (actuele opname) bij de schapen is mogelijk te laag. Selenium speelt een belangrijke rol in de afweer. Verschijnselen van een langdurig seleniumtekort kunnen zijn: vruchtbaarheidsproblemen, spieraandoeningen en verminderde weerstand. Een verlaagde seleniumvoorziening kan ook een negatief effect hebben op de schildklier. Selenium en jodium zijn in werkzaamheid van elkaar afhankelijk. Een tekort aan het ene element, heeft ook een negatief effect op de werkzaamheid van het andere element. Hebben meerdere dieren een te lage selenium uitslag, bespreek dan de seleniumverstrekking samen met de voeradviseur en dierenarts. Een verdenking op een seleniumtekort kan bevestigd worden door bij schapen die in vergevorderde lactatie zijn het gehalte GSH-Px van het bloed te laten bepalen (bij vijf dieren per groep). Het effect van een verlaagde seleniumvoorziening (actuele opname) en vooral een verlaagde seleniumvoorraad (status) is groter als ook de vitamine E voorziening verlaagd is. Vitamine E kan zowel gepoold (4-6 dieren) als individueel worden onderzocht.

Uitslag geen aanwijzingen voor selenium tekort of overmaat (0,2 – 2,2 µmol/L)

De seleniumvoorziening (actuele opname) valt binnen de gebruikelijke range die bij Nederlandse schapenbedrijven wordt waargenomen. Er is geen verdere actie nodig.

Uitslag mogelijke selenium overmaat (>2,2 µmol/L)

De seleniumvoorziening (actuele opname) van de schapen is ruim voldoende tot te hoog. Verschijnselen van een seleniumovermaat kunnen zijn: verminderde weerstand en verminderde vruchtbaarheid, haarverlies en abnormale klauwgroei. Een verhoogde uitslag kan onder andere veroorzaakt worden door seleniumbemesting, gebruik van organisch gebonden selenium of acute intoxicatie door bijvoorbeeld injectiepreparaten. Hebben meerdere dieren een te hoge selenium uitslag, overleg dan met de voeradviseur en dierenarts en controleer de seleniumvoorziening vanuit het rantsoen. Om bij te sturen is naast inzicht in de seleniumvoorziening inzicht in de seleniumvoorraad (status) van belang. Voor meer informatie over de seleniumvoorraad van het koppel: controleer via bloedonderzoek op GSH-Px bij vijf dieren.

Koper

Uitslag mogelijk koper tekort (<5,2 µmol/L)

De kopervoorziening bij de schapen is mogelijk te laag. Verschijnselen van een kopertekort kunnen zijn: verkleurde, afwijkende wol (“staalwol”), diarree, verminderde vitaliteit, minder sterke botten, verminderde conditie, bloedarmoede (laag hemoglobine) en op termijn mogelijk neurologische klachten. Bij lammeren kunnen te weinig ontwikkeling en verdikking van de kogels optreden. Het lichaam is in staat om het kopergehalte in het bloed binnen de marges te houden en pas als de voorraad vrijwel uitgeput is een verlaging te tonen. Hebben meerdere dieren een te lage koper uitslag, bespreek dan de koperverstrekking met de voeradviseur en dierenarts. Let er hierbij op dat een kopertekort ook kan ontstaan door een overmaat van molybdeen, ijzer, zwavel of zink in het rantsoen. 

Uitslag geen aanwijzingen voor koper tekort of overmaat (5,2 – 18,8 µmol/L)

De kopervoorziening (actuele opname) valt binnen de gebruikelijke range die bij Nederlandse schapenbedrijven wordt waargenomen. Er zijn geen aanwijzingen voor een acuut kopertekort of een acute koperovermaat bij de schapen. Let er echter op dat het kopergehalte in het bloed niet aangeeft hoeveel koper dieren over een langere periode hebben opgeslagen in het lichaam. Het lichaam is in staat om het kopergehalte in het bloed binnen de marges te houden en pas als de voorraad vrijwel uitgeput is een verlaging te tonen. Omgekeerd kan als de opslagcapaciteit van de lever bereikt is pas een verhoogd bloedkopergehalte worden waargenomen.

Uitslag mogelijke koper overmaat (>18,8 µmol/L)

De kopervoorziening (actuele opname) is hoog. Het is mogelijk dat de schapen meer koper binnenkrijgen dan ze nodig hebben. Een langdurige hoge koperopname kan leiden tot koperstapeling in de lever. Hierdoor kan een verminderde productie, verminderde groei, verminderde weerstand en leverschade optreden. Zeer hoge niveaus kunnen resulteren in de afbraak van rode bloedcellen en nierschade (bloedwateren). Jonge dieren zonder functionerende pens zijn gevoeliger voor een verhoogde kopergift dan volwassen dieren. De koperconcentratie in bloed wordt ook bij te hoge kopergift lang constant gehouden. Hebben meerdere dieren een afwijkende uitslag, overleg dan met de voeradviseur en dierenarts en controleer de kopervoorziening vanuit het rantsoen. Hierbij is niet alleen het kopergehalte van het rantsoen van belang; ook een laag gehalte van zwavel, molybdeen en ijzer in het voer of water kunnen zorgen voor een hogere opname van koper vanuit het rantsoen. Het kan zinvol zijn aanvullend leveronderzoek te doen om een betrouwbaar beeld van de koperreserves te krijgen.

Zink

Uitslag mogelijk zink tekort (<7,8 µmol/L)

De zinkvoorziening (actuele opname) bij de schapen is mogelijk te laag. Verschijnselen van een zinktekort kunnen zijn: slechte eetlust, slechte groei, verdikte of kale huid en verminderde weerstand. Hebben meerdere dieren een te lage uitslag, bespreek dan de zinkverstrekking met de voeradviseur en dierenarts. Een overmaat aan ijzer of koper in het rantsoen kan ook leiden tot een lagere opname van zink vanuit het rantsoen. NB: een tijdelijk verlaagde zinkwaarde kan ook veroorzaakt worden door een acute infectie. 

Uitslag geen aanwijzingen voor zink tekort of overmaat (7,8 – 16,2 µmol/L) 

De zinkvoorziening (actuele opname) valt binnen de gebruikelijke range die bij Nederlandse schapenbedrijven wordt waargenomen. Er is geen verdere actie nodig.

Uitslag mogelijke zink overmaat (>16,2 µmol/L)

De zinkvoorziening (actuele opname) bij de schapen is (ruim) voldoende tot te hoog. Zink is niet zo snel toxisch voor schapen, zodat er een ruime marge bestaat tussen de behoefte en een schadelijke overmaatsituatie. In eerste instantie kan een hoge zinkopname leiden tot kopertekort door verdringing. De verschijnselen van een zinkovermaat zijn niet specifiek (verminderde groei en verminderde melkproductie) en worden pas duidelijk bij een zeer hoge opname van zink (>500 mg zink/kg DS). Hebben meerdere dieren een afwijkende zink uitslag, overleg dan met de voeradviseur en dierenarts en controleer de zinkvoorziening vanuit het rantsoen. 

Jodium

Uitslag mogelijk jodium tekort (<0,2 µmol/L)

De jodiumvoorziening (actuele opname) is mogelijk te laag. Verschijnselen van een jodiumtekort zijn: verminderde vitaliteit, zwakke of doodgeboren lammeren en verminderde vruchtbaarheid. Bij pasgeboren lammeren kan een vergrote schildklier worden waargenomen. Verder kan er een daling in de melkproductie ontstaan. Jodium en selenium zijn in werkzaamheid van elkaar afhankelijk. Een tekort aan het ene element, heeft ook een negatief effect op de werkzaamheid van het andere element. Hebben meerdere dieren een afwijkende jodium uitslag, overleg dan met de voeradviseur en dierenarts en controleer de jodiumvoorziening vanuit het rantsoen. Houd er bij de interpretatie rekening mee dat er seizoensverschillen kunnen optreden. 

Uitslag geen aanwijzingen voor jodium tekort of overmaat (0,2 – 1,4 µmol/L)

De jodiumvoorziening (actuele opname) valt binnen de gebruikelijke range die bij Nederlandse schapenbedrijven wordt waargenomen. Er is geen verdere actie nodig.

Uitslag mogelijke jodium overmaat (>1,4 µmol/L)

De jodiumvoorziening (actuele opname) is ruim voldoende tot te hoog. De overmaat van opgenomen jodium wordt bij lacterende dieren via urine en melk uitgescheiden. Verschijnselen van een jodiumovermaat kunnen zijn: verminderde eetlust en melkproductie, neusuitvloeiing en tranende ogen. Overleg met de voeradviseur en dierenarts en controleer de jodiumvoorziening vanuit het rantsoen. Let erop dat jodium door de huid opgenomen wordt en dippen of sprayen met een jodiumhoudende dip ook kan resulteren in een momenteel hoger jodiumgehalte van de melk. Houd er daarnaast bij de interpretatie rekening mee dat er seizoensverschillen kunnen optreden in jodiumgehalte in de tankmelk. 

 

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.