- Home
- Producten en diensten
- Producten
- Schaap Geit
- Mineralen
- Mineralen-bij-schapen
- Selenium-schapen
Selenium
Selenium maakt deel uit van het enzym glutathionperoxidase (GSH-Px). Dit enzym heeft in het lichaam een belangrijke functie als antioxidant. Een antioxidant vangt agressieve stoffen (vrije radicalen) weg die schade kunnen veroorzaken aan cellen en weefsels. Deze vrije radicalen worden gevormd tijdens de celstofwisseling, bij immuunreacties en bij blootstelling aan bepaalde gifstoffen. Selenium speelt ook een rol in de jodiumstofwisseling. Selenium kan in het rantsoen in een organisch gebonden vorm en als anorganische vorm worden ingezet. Organisch gebonden selenium (in de vorm van selenium-gist of selenomethionine geproduceerd door gisten) wordt in het maagdarmkanaal beter opgenomen dan anorganisch selenium (in de vorm van seleniet of selenaat).
Bij een seleniumtekort treden eerst weerstandsproblemen op. Dit kan zich uiten in een hoger aantal gevallen van hardnekkige uierontsteking of infecties in een koppel. In een aantal gevallen blijft een verhoogd percentage van de geiten na het aflammeren aan de nageboorte staan. Bij geiten met een langdurig seleniumtekort kunnen spierbeschadigingen voorkomen, ook van de hartspier. Aangetaste dieren kunnen stijfheid, onwil om te bewegen of tekenen van hartfalen vertonen. Af en toe zijn spiertrillingen en een snelle, oppervlakkige ademhaling te zien. Bij onderzoek van het hart valt een onregelmatige en te snelle hartslag op.
Bij overmaat kan vergiftiging optreden. Het merendeel van de gevallen van seleniumvergiftiging heeft een chronisch verloop, waarbij de vorming van keratine (hoornstof) verstoord is. Keratine is een belangrijk eiwit in haar, huid en klauwen. De meest voorkomende symptomen zijn symmetrisch haarverlies (gelijk aan de linker- en rechterkant van het dier) en gebarsten en/of misvormde hoeven. Acute seleniumvergiftiging komt niet vaak voor, maar is mogelijk als een overdosis selenium wordt geïnjecteerd. Acute vergiftiging kan speekselen, ademhalingsmoeilijkheden en dood door hartfalen veroorzaken. Selenium hoopt zich op in de foetus ten koste van het moederdier. Het is dus mogelijk om seleniumvergiftiging bij de foetus te hebben, terwijl de moeder niet is aangetast.
GSH-Px-enzymconcentraties in het bloed zijn over het algemeen gecorreleerd met de seleniumstatus van het dier en geven een indicatie of de seleniumvoorziening al dan niet voldoende is. Voor schapen hanteert GD de volgende voorlopige referentiewaarden voor GSH-Px: 120-1100 U/g Hb in bloedplasma (uit heparinebloed).
Om de seleniumvoorziening te monitoren kunt u starten met Pakket Spoorelementen (bloed) of dé Mineralencheck (melk) van vijf schapen of vijf lammeren. Voor de schapen kan dit plaatsvinden tegelijk met het koperonderzoek rond 100 dagen dracht. Op basis van de resultaten van deze onderzoeken kunnen eventueel vervolgstappen worden genomen.
Voor lammeren kan dit onderzoek plaatsvinden tijdens de opfokperiode. Onderzoek van de lever van gestorven of geslachte dieren levert een goede indicatie op voor de voorraad aan spoorelementen en is daarmee een afspiegeling van de opname en benutting via het rantsoen en drinkwater in minimaal de laatste vier tot acht weken.