• er is sprake van één melkleverend en één nietmelkleverend bedrijf. Op het niet melk-leverende bedrijf worden uitsluitend runderen ondergebracht van het melk-leverende bedrijf in de periode 1 april tot 1 december;
• in de periode 1 december tot 1 april zijn er geen runderen gehuisvest op het nietmelkleverende bedrijf zodat op 1 april aan dit bedrijf dezelfde diergezondheidsstatus kan worden toegekend als het melkveebedrijf;
• tussen het melk-leverende bedrijf en het nietmelkleverende bedrijf zijn minimaal twee verplaatsingen van runderen per jaar;
• verplaatsing tussen de UBN’s wordt conform I&R voorschriften aan het I&R-systeem gemeld;
• de uitschaar eenheid is van toepassing op GD programma’s leptospirose, IBR, BVD, Salmonella en/of paratbc.
• statusverhoging en/of statusverlaging heeft betrekking op beide locaties (met bijbehorende UBN’s) welke samen één uitschaar eenheid vormen. Indien de status op een van beide locaties wijzigt heeft dit direct gevolgen voor de status op de andere locatie. De aanwezige runderen op de betrokken locaties worden voor IBR, leptospirose, BVD, Salmonella en/of paratbc aangemerkt als één rundveebeslag;
• voorgeschreven onderzoeken hebben altijd betrekking op (een deel van) de runderen uit het totale rundveebeslag aanwezig op beide locaties. Veehouder is zelf verantwoordelijk voor de volledigheid bij het uitvoeren van onderzoeken van dierleeftijdsgroepen;
• bij nieuwe deelname aan een GD (certificerings-)programma moet gelijktijdig onderzoek plaatsvinden op beide locaties;
• de betrokken UBN's in een uitschaar eenheid kunnen geen deel zijn van een andere uitschaar of veterinaire eenheid;
• voor registratie van een uitschaar eenheid wordt een jaarlijks abonnementsbedrag in rekening gebracht. De vaste abonnementskosten voor de afzonderlijke GD programma’s worden in rekening gebracht bij de ondernemer van de melkleverende locatie. De aan de deelname gerelateerde variabele kosten (zoals bloedonderzoek en kosten voor signalering en administratieve afhandeling van aangevoerde runderen van niet-vrije bedrijven) worden gefactureerd bij de ondernemer van het desbetreffende UBN;
• indien de uitschaar eenheid niet meer aan de voorwaarden kan voldoen, zal de betrokken veehouders dit melden bij de GD;
• de GD kan controleren of men zich aan de voorwaarden houdt;
• de toekenning van een uitschaar eenheid geldt voor een jaar en zal telkens automatisch met een jaar worden verlengd. Beëindigen van de uitschaar eenheid kan schriftelijk conform de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op al onze werkzaamheden.