Diersoort:

Kip, leghen

Leeftijd:

Ruim een half jaar oud

Anamnese:

De hennen hadden de piek van productie niet gehaald en bij sectie werden cysteuze oviducten (eileiders) waargenomen (zie foto). Vraag van de inzender: is dit het schijnleg syndroom?

Vervolgonderzoeken:

Cloacaswabs werden getest met de IBV- PCR. Hierin werd IBV- D181 aangetoond.

Diagnose:

Er was géén sprake van schijnleg syndroom. Bij schijnleg syndroom is het linker oviduct aangetast. Zoals op de foto te zien is, was het linker oviduct nog gewoon in orde. Het rechter oviduct, dat normaal slechts rudimentair is aangelegd, of zelfs helemaal niet meer is terug te vinden, was wel cysteus. Cysteuze verandering van het rudimentaire, rechter oviduct wordt niet veroorzaakt door een infectie. Incidenteel komt het voor bij volwassen hennen en in sommige gevallen kan het dermate groot worden, dat het de functie van andere organen bemoeilijkt. Dat laatste was hier niet het geval.
In deze casus waren de hennen ook besmet met IBV-D181. Deze stam kan op zich wel schijnleg veroorzaken als het zeer jonge hennen besmet. Bij besmetting van volwassen hennen, zoals hier het geval was, kan de stam een productiedaling veroorzaken. Het lijkt aannemelijk dat D181 in deze casus de echte oorzaak was van de productieproblemen, maar dus niet van de cysteuze veranderingen van het oviduct.

Foto. Buikholte van een leghen met daarin links een blaasvormige structuur (het cysteuze, rechter oviduct) en rechts een normale eileider, waarin zich een vormend ei bevindt (het normale linker oviduct). Op de achtergrond is het normaal productieve ovarium zichtbaar.