Melkgeitenhouders Mattijn en Anita Papen-Olbach werken met de Reader
Bloedtappen bij 135 geiten is best een klus. Alles wat dit makkelijker en sneller kan maken is mooi meegenomen. Daarom zijn dierenarts Carla Korsten en melkgeitenhouders Mattijn en Anita Papen-Olbach zo tevreden over de Reader Schaap Geit waarmee bloedmonsters digitaal kunnen worden ingeschreven. “We zijn nu zeker een uur eerder klaar en de kans op fouten is veel kleiner.”
Voor het jaarlijkse bloedtappen in het kader van het bewakingsonderzoek CAE/CL is er eerst tijd voor koffie op mts. Papen-Olbach in Vragender. Geitenhouders Mattijn Papen en zijn vrouw Anita bespreken samen met hun medewerkster Debbie en dierenarts Carla Korsten van GELRE Dierenartsen hoe ze het aan gaan pakken. Ook komen onderwerpen als de gezondheid van de opfoklammeren, het weer, de invloed daarvan op het losliggende gras en de net afgelopen kermis in het dorp aan bod. Duidelijk is dat men elkaar goed kent. “Ik kom hier inderdaad vaker over de vloer”, vertelt Carla. “In het voorjaar tijdens het aflammerseizoen wel elke week en hier hebben ze in het najaar ook nog vaak een lammerronde. Richting kerst wordt het dan een stuk minder.”
135 bloedjes
Vandaag is de dierenarts op het melkgeitenbedrijf om bloed te tappen. Aan de hand van de steekproeftabellen van GD bekijkt Carla hoeveel dieren er bemonsterd moeten worden. “Ze hebben hier zo’n 750 geiten van meer dan een jaar oud. Daarvan moeten we er 57 bemonsteren voor CL en 135 voor CAE.” Het bloedmonster voor één geit kan worden getest op beide ziektes, er moet dus van 135 geiten een bloedje worden getrokken.
“We beginnen met de bokken, want die moeten allemaal en ze zijn het lastigst”, beslist Carla. Daarna zijn de melkgeiten aan de beurt. Het gaat om een steekproef, dus het maakt niet uit welke vrouwelijke dieren precies worden getapt. Natuurlijk moet wel bekend zijn om welk dier het gaat en moet het diernummer worden gekoppeld aan het bloedmonster. Juist daar komt de Reader Schaap Geit in beeld. Met dit apparaat kunnen de bloedjes eenvoudig digitaal worden ingeschreven in VeeOnline, het online portaal van GD.
“Voorheen moesten we het diernummer handmatig met een stiftje op het buisje met het bloedmonster schrijven”, vertellen Mattijn en Anita. “Dat was behoorlijk omslachtig. Niet alleen kostte het veel tijd, ook was een foutje zo gemaakt. Als je een cijfer iets te onduidelijk opschrijft, kan het al misgaan. Het etiketje kan vies worden of de geiten kregen per ongeluk de papieren stallijst te pakken waardoor deze scheurde”, lacht Mattijn.
Simpel
De reader wordt voor het derde opeenvolgende jaar gebruikt bij het inschrijven van de bloedmonsters. Carla legt uit hoe het werkt. “Schapen en geiten hebben een elektronisch oormerk met een chip erin. Deze kun je afl ezen met de reader, wat lijkt op een soort groot uitgevallen mobiele telefoon. Door het oor te scannen, verschijnt het diernummer op de reader. Als vervolgens de barcode van het buisje met bloed wordt gescand, worden diercode en monster automatisch aan elkaar gekoppeld.” Het klinkt simpel en dat is het ook, blijkt even later in de stal. Zoals afgesproken zijn eerst de bokken aan de beurt. De mannen blijken niet allemaal even gediend van deze handeling en spartelen wat tegen. Toch ontstaat er al snel een routine. Medewerkster Debbie vangt de geiten, bijgestaan door Mattijn. Vervolgens houdt hij ze vast terwijl Anita het oormerk scant met de reader en Carla bloed tapt. Na de ‘blieb’ van het gescande oormerk, over naar het afl ezen van het bloedbuisje, dan de met de spuitbus een blauwe streep over de rug van de geit en door naar de volgende.
Wit kartonnetje
Zeker in het begin kijken Carla en Anita vaak samen even naar de reader. “Het is altijd weer even wennen hoe het precies werkt en waar alles zit. Zeker als je de reader, zoals Anita, maar één keer per jaar hanteert”, legt Carla uit. Zo blijkt het apparaat soms moeite te hebben met het aflezen van de barcode van het bloedbuisje. Zeker met wisselend licht in een stal. “Wij houden er vaak een wit kartonnetje achter, dan gaat het wel goed.” Ook is het een enkele keer zoeken naar de chip in het oormerk. Mattijn: “Er zit per geit maar in één oormerk een chip, niet in beide. Je moet dus aan de goede kant aflezen. Wij zijn bezig met een wisseling naar de chip in het linkeroormerk, dit is praktischer bij de herkenning aan de voerautomaat.” Een melkgeit zou ook een oormerk kunnen verliezen, maar hier is de geitenhouder enorm scherp op. “Dat moet ook wel, want anders krijg je problemen met de melkmeting, het automatisch voersysteem en het managementprogramma.” “De I&R (identificatie en registratie) van je geiten moet wel kloppen, anders hoef je inderdaad ook niet aan de reader te beginnen”, vult Anita aan.
Niet op kosten jagen
Als alle bokken zijn gedaan, is het de beurt aan de melkgeiten. In de stropotstal staan twee ki-boxjes waarin de geiten worden gezet. Dat maakt het proces een stuk makkelijker. Het bloed tappen loopt als een geoliede machine en de emmer met volle buisjes raakt steeds meer gevuld. Carla wijst tussendoor op nog een handigheidje van de reader: “Kijk, er komt een melding als we 57 geiten hebben gehad. Meer hoeven er niet op CL getest te worden, dus dan kunnen we het vinkje daarvoor op de reader uitzetten. Best belangrijk, want testen op CL kost geld en je wilt een veehouder natuurlijk niet onnodig op kosten jagen.” Als de Reader Schaap Geit aangeeft dat het gewenste aantal geiten is bemonsterd, kunnen de spullen worden opgeruimd. Er wordt nog even nagepraat over hoe het bloedtappen verliep. “Ik ben toch blij dat we de bokken als eerste hebben gedaan, dan valt de rest altijd mee”, lacht Carla. “Sowieso is deze klus met de reader echt een stuk gemakkelijker en niet te vergeten sneller dan zonder. Ik denk dat we zeker een uur eerder klaar zijn dan vroeger.” Mattijn en Anita sluiten zich hierbij aan. “Het gaat echt veel sneller en is ook veel nauwkeuriger. Fouten komen amper meer voor.” Dat is niet alleen fijn voor veehouder en dierenarts, maar ook voor het lab van GD. “Voorheen moesten zij regelmatig op zoek naar de goede diercode, dat was dan een heel gepuzzel. Dit is echt een vooruitgang. Het scheelt tijd en geld”, weet Carla, die vertelt dat de reader gratis te leen is voor dierenartsen met schapen en geiten in hun praktijk. “Bij onze praktijk hebben we er standaard eentje in gebruik, omdat ik de reader elke maand wel een keertje nodig heb.”