Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Aanpak uiersmet vraagt discipline

Uiersmet bij melkkoeien komt vaker voor dan je denkt. Alert zijn op deze vervelende aandoening is heel belangrijk, net als consequent behandelen. Daar weet melkveehouder Maarten Verhoef alles van. Hij wist de problemen met uiersmet bij zijn koeien onder controle te krijgen door verandering van strooisel en gedisciplineerd behandelen.

Het melkveebedrijf van Mts. Melkveehouderij Verhoef in Den Hout ligt er strak bij. De 185 melkkoeien in de ligboxenstal staan er tevreden bij, vretend aan het voerhek of lekker liggend in de boxen. De voergang is keurig aangeveegd en de boxen fris opgestrooid. Hygiëne is hier vast onderdeel van het management, dat is duidelijk. “Klopt”, reageert bedrijfsopvolger Maarten. “Ik doe mijn best om alles netjes bij te houden.”

Des te vervelender is het als een nare aandoening zoals Udder Cleft Dermatitis (UCD, meestal uiersmet genoemd) je bedrijf treft. Maarten: “Zo’n twee jaar geleden kregen veel meer koeien opeens last van uiersmet. Als ik de ligboxen aan het krabben was, kwam ik koeien tegen met smetplekken. Deze bleken dan
vaak kapotte plekken te hebben op de uier. Het verschilde per koe hoe erg het was. Bij de ene was de huid alleen wat geïrriteerd, de andere had een stuk van de huid kapot. Soms was er ook sprake van afgestorven weefsel. Er waren ook koeien met een ogenschijnlijk klein wondje aan de uier, maar als je deze dan schoonmaakte, dan bleek de infectie meer van binnen te zitten.”

“Ik merkte al snel dat er geen pasklare oplossing voor dit probleem is. Ik heb van alles geprobeerd qua hygiëne en soorten behandelingen”

Onbekende oorzaak

Omdat het aantal koeien met UCD en de ernst van het probleem toenam, zocht Maarten contact met GD. Inmiddels is rundveedierenarts Betsie Krattley van Royal GD aangeschoven. Zij heeft veel ervaring met uiersmet en maakt zich er hard voor om de aandoening meer bekendheid te geven. “We hebben het idee dat het vaker voorkomt, maar dat nog niet alle veehouders de aandoening kennen of herkennen. Dat is wel belangrijk, want door snel ingrijpen kun je erger voorkomen.” Zo kreeg GD in 2019 een aantal koeien binnen voor sectie. De dieren waren overleden aan longontsteking, maar na pathologisch onderzoek bleek de longontsteking te zijn veroorzaakt door uitgezaaide bacteriën na een primaire ontsteking aan de uierhuid; uiersmet. “Die link was nog niet eerder gelegd. Er zijn
een aantal risicofactoren voor het ontstaan van uiersmet bekend, maar dat verklaart nog niet waarom sommige dieren het wel en anderen het juist niet krijgen. Het lijkt niet uit te  maken of de koeien binnen worden gehouden of ook geweid en of er in een melkstal wordt gemolken of met een robot. Wel is bekend dat de hygiëne van de stal invloed heeft, net als het productieniveau en de anatomische hoek tussen de uier en buik. We willen graag meer bekendheid geven aan de aandoening, zodat we er meer over te weten kunnen komen.” Maarten beaamt dat hij zich destijds ook wel even goed achter de oren heeft gekrabd en dacht: wat moet ik hiermee? “Ik merkte al snel dat er geen pasklare oplossing voor dit probleem is. Ik heb van alles geprobeerd qua hygiëne en veel soorten behandelingen. Het was een enorme zoektocht en voor mijzelf heb ik nu aardig ontdekt wat werkt, maar een echte oplossing of behandeling is er eigenlijk nog niet.”

Drietraps aanpak

Betsie wil graag van de melkveehouder weten hoe hij uiersmet dan toch onder controle heeft gekregen. “Vooral heel consequent behandelen”, antwoordt Maarten. “Ik maak elke avond een rondje door de stal, zet dieren met uiersmet vast in het voerhek, maak met papieren doeken de plekken schoon en droog en behandel ze. Nu heb ik het aardig onder controle, maar natuurlijk zou ik uiersmet liever helemaal voorkomen.” Ten tweede blijft Maarten altijd super alert op nieuwe gevallen. “Ik houd mijn ogen en neus open in de stal, zeker tijdens het boxen krabben. Als ik iets verdachts zie of ruik, kijk ik goed onder het uier of ik wat zie. Schrijf deze gevallen ook meteen op, dan kun je die informatie altijd teruglezen.” Vanzelfsprekend gaan nieuwe gevallen meteen mee in het dagelijkse
behandelrondje. Tot slot bleek een verandering van boxstrooisel ook een positieve invloed te hebben op de aanpak van uiersmet. “Voorheen strooide ik zeoliet, gemalen vulkaangesteente, in de ligboxen, met daaroverheen gemalen stro. Zeoliet zou als eigenschap hebben dat het stikstof bindt en bacteriegroei remt, maar die indruk had ik niet. De combinatie van gemalen stro en zeoliet werkte hier niet. Het plakt ook extreem. Het spul bleef zitten aan de poten, aan de spenen, op de robotarm; het zat overal. Toen ben ik calciumcarbonaat gaan gebruiken in plaats van zeoliet, ook in combinatie met gemalen stro. Dat bevalt heel goed. Het plakt niet, het is heel zacht; de koeien krijgen er geen kapotte hakken van, het is heel betaalbaar en ik heb minder last van uiersmet.” Betsie kan zich dat wel voorstellen. “Als strooisel erg plakt en overal komt te zitten, is het goed mogelijk dat aanwezige bacteriën zich zo verder verspreiden.”

Snel erbij zijn 

de rundveedierenarts benadrukt nogmaals dat nog niet duidelijk is waar uiersmet precies door wordt veroorzaakt. "Al weten we wel dat de hoek van de uier invloed kan hebben. Ook rasverschillen en productiviteit spelen een rol. Die laatste twee zijn aan elkaar gelinkt." Dit is van belang omdat uiersmet sneller voorkomt op plekken waar gevoelige huid op elkaar gedrukt zit. "Denk maar aan honden met heel veel huidplooien, die hebben daar ook sneller smetplekken. Dat is een vergelijkbare aandoening."

"Het is belangrijk om er snel bij te zijn. Beginnende plekken zijn vaak nog goed te behandelen"

 

Hoe sneller je erbij bent, hoe beter uiersmet te behandelen is, aldus Betsie. "Beginnende plekken zijn vaak nog goed te behandelen. Als de plekken groter worden en er nare wonden ontstaan, kun je deze soms nog wel effectief behandelen, maar zien we dat de aandoening toch vaak terugkomt." Het is niet zo dat koeien met wonden per se minder melk geven en het celgetal stijgt ook niet. De enige manier om koeien met uiersmet snel op te sporen, is door regelmatig te kijken. 

Kennis opdoen

Maarten, die met een gemiddelde jaarproductie van bijna 12.000 kg per koe hard melkt, herkent dat. Koeien waarbij uiersmet steeds terugkeert, noemt hij 'chronische' gevallen. Dit kan van kwaad tot erger gaan. "Een aantal koeien met uiersmet hebben ook mastitis gekregen. Ik denk toch dat de spenen in aanraking zijn gekomen met het wondvocht." Het kan nog erger. "Tijdens de piek had ik in een jaar tijd wel vijf koeien met een grote bloeding. Dat komt omdat de ontsteking de bloedvaten kwetsbaarder maakt, zodanig dat de wand van het bloedvat kapot gaat. Het enige wat je dan kan doen is de veearts bellen om de ader met spoed te hechten."

"Ook daarom is het zo belangrijk om deze aandoening onder de aandacht te brengen", stelt Betsie. "Zodat melkveehouders gerichte actie kunnen ondernemen als ze het tegenkomen, maar ook zodat er meer kennis over UCD wordt opgedaan. Het mooiste zou zijn als er een geregistreerd, goed werkend middel beschikbaar komt dat de veehouder makkelijk kan gebruiken, zoals een spray. Tot het zover is, is op tijd signaleren en consequent behandelen zoals Maarten doet, de belangrijkste remedie."

Meer informatie over UCD
Betsie Krattley deed in opdracht van ZuivelNL onderzoek naar Udder Cleft Dermatitis (UCD). De aanpak van UCD begint met het tijdig herkennen en behandelen van milde gevallen, daarom vindt ZuivelNL het belangrijk om her extra aandacht aan te besteden. Op onze pagina over UCD staat uitgebreide informatie, een scorekaart, een behandelkaart en een video over UCD. 

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.