diergezondheid volgens Irene en Gerwin
Op het prachtige landgoed de Groote Scheere runnen Irene en Gerwin Beukeveld een melkveebedrijf. Al sinds 1879 boert de familie Beukeveld op die plek. Het huidige bedrijf telt 135 melkkoeien en 50 stuks jongvee. Ze kruisen sinds enkele jaren bewust hun beste Holsteinkoeien in met Fleckvieh. Naast een goed rendement vinden ze diergezondheid ook heel belangrijk: “Een dier vertelt het je wel als er iets mis is, je moet gewoon goed opletten.”
"We willen graag robuuste en sterke koeien. Goed gezonde dieren die tegen een stootje kunnen."
De Holsteinkoeien zijn gefokt op hoge gehaltes en een goede diergezondheid. Ze halen op jaarbasis gehaltes van 4.8 procent vet en 3.7 procent eiwit. De beste dieren kruisen ze sinds drie jaar in met Fleckvieh. De eerste koppel Fleckvieh-koeien hebben ze aangevoerd vanuit Duitsland en laten testen op IBR, BVD en leptospirose. Die waren goed en inmiddels lopen er nu vijftien 100%-raszuivere Fleckvieh-koeien rond. “We vragen niet het uiterste van koeien qua liters melk. We hoeven geen topsporters, maar willen graag robuuste en sterke koeien. Goed gezonde dieren die tegen een stootje kunnen. We werken met zo min mogelijk bijproducten en willen dat ze de melk kunnen halen uit het ruwvoer. We hebben veel grasland en altijd voldoende voer beschikbaar. Fleckvieh-koeien zijn zelfredzaam, rustig, leuk en een tikkeltje eigenwijs. Dat past goed bij ons,” vertelt Gerwin enthousiast.
Biestmanagement heel belangrijk
Irene werkte zestien jaar als paraveterinair en houdt zich sinds enkele jaren volledig bezig met de jongvee-opfok van hun eigen bedrijf. “Biestmanagement is heel belangrijk. Zo snel mogelijk na de geboorte halen we het kalf weg. We plaatsen het in een schone iglo en zorgen dat in ieder geval binnen 4 uur, maar liefst binnen een half uur de eerste vier liter biest opgedronken is. We meten de brixwaarde en bewaren de biest in de koelkast. We geven biest in de eerste drie tot vijf dagen. Mocht de biest geen hoge kwaliteit hebben, dan heb ik in de vriezer altijd hoogwaardige biest achter de hand. Door het gebruik van een biestverwarmer voor de biest en een melkmixer voor het melkpoeder, kan ik voor een nog betere en constantere melkopname zorgen.”Continu verbeteren
Op het bedrijf is naast een goed rendement diergezondheid heel belangrijk, het vervangingspercentage is laag en het aantal levensjaren gemiddeld 6 jaar en 7 maanden. Gerwin noemt zichzelf een echte rendementsboer, terwijl voor Irene diergezondheid heel belangrijk is. Het ene kan natuurlijk niet zonder het andere, en het andere kan niet zonder het ene. Hiermee houden ze elkaar scherp en vullen ze elkaar goed aan. Met uitproberen, aanpassen, verbeteren en kennisopdoen proberen ze het bedrijf verder te optimaliseren.