Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Eigenlijk weet melkveehouder Henk te Winkel niet anders dan dat er op zijn familiebedrijf in Ruurlo altijd al scherp wordt gelet op uiergezondheid. Door de jaren heen werden er diverse verbeteringen doorgevoerd. Zo houdt Henk al 15 jaar de uiergezondheid van zijn koeien in de gaten met het Mastitis Tankmelkprogramma van GD. Met die gegevens weet hij snel wat er speelt en kan actie ondernemen als het nodig is. Niet voor niets is het een uitzondering als het celgetal boven de 100 komt.

Net buiten de bebouwde kom van Ruurlo runnen Henk en Joke te Winkel een melkveebedrijf met 70 melkkoeien en een kleine 40 stuks jongvee. Ook kinderen Thijs en Lisa springen regelmatig bij. Het stelt de familie in staat om alles in eigen beheer te doen, er komt zelfs geen klauwbekapper over de vloer. “Dat doe ik inderdaad zelf”, vertelt Henk. “Het bedrijf is geheel gesloten, dat scheelt toch wel qua ziekte-insleep. Zo hebben we al zeker 15 jaar geen voetbad meer gebruikt, omdat we geen last hebben van Mortellaro.” Diergezondheid is sowieso een belangrijk item voor de melkveehouder. “Je wilt dat je koeien zo gezond mogelijk zijn. We voeren hier bijvoorbeeld best schraal. We hebben ook 5,5 ha natuurgrond in gebruik, het hooi daarvan gaat naar het jongvee en de droogstaande koeien. Ik denk dat dit een positief effect heeft op de gezondheid. Ze zijn weerbaarder.”

‘Al twee keer taart omdat BSK hoger was dan tankcelgetal’

De familie streeft al jaren naar goede uiergezondheid. Ze kregen zelfs al twee keer taart omdat het BSK hoger was dan het tankcelgetal, dat vaak rond de 60 ligt. Toen ze ooit kortingspunten kregen van de melkcoöperatie omdat het kiemgetal net boven de 100 zat, schrokken ze dan ook behoorlijk. “We snapten er niets van en zo waren er meer melkveehouders. Achteraf bleek dat dat de tankreinigingsautomaat op ons bedrijf kapot was.” Dit was in 1989, maar maakte dus wel indruk. 

Wat ook meehielp om nog meer te focussen op uiergezondheid was de cursus die daarover werd georganiseerd door hun dierenartspraktijk. Henk: “Sindsdien zijn we er nog meer mee bezig. We leerden bijvoorbeeld zelf met een vierkwartierenschaaltje een voorselectie te doen om te kijken in welk kwartier van de uier zich de ontsteking bevindt en vervolgens hoe je een monster uit dat kwartier kan trekken en op kweek kunt zetten. Onze dochter Lisa doet dat meestal. Zo kunnen we zien of er Staphylococcus aureus, Streptococcus uberis of E. coli in het spel is. Als je dat weet, kun je snel handelen.”
De beslissing om wel of niet kweekjes te nemen, wordt genomen aan de hand van de gegevens uit het Mastitis Tankmelk-programma. “Als je ziet dat het tankcelgetal hoog is, is dat een indicatie dat er iets aan de hand is. Vervolgens kijken we om welke koe het gaat en ondernemen verdere actie.”

‘Sinds cursus uiergezondheid zijn we er nog meer mee bezig’

Ook aan de preventieve kant worden regelmatig stappen gezet om problemen te voorkomen. “Zo hadden we jaren terug meer problemen met mastitis. Na een natte meting door GD adviseerden zij om de melkstal aan te pakken. We hadden destijds een 2x4 melkstal met centrale pulsatie. In 2003 vernieuwden we naar een 2x5 melkstal met individuele pulsatie en automatische afname. Dat gaat veel beter.”

Ook werd de wijze van voorbehandelen aangepast. “Eerder gebruikten we doeken die je kon uitwassen. Nu hebben we papieren doekjes en gooien deze weg als ze vochtig of vies zijn. We behandelen maximaal vier koeien met één doekje en als het uier wat viezer is, gebruiken we meerdere doekjes per koe. De werkwijze is vijf koeien afvegen, dan die vijf koeien om beurten voorstralen en daarna het melkstel aansluiten.” In plaats van de spenen sprayen na het melken, werd overgestapt op spenen dippen en ook wordt er tegenwoordig kalk bij het zaagsel in de boxen met koematrassen gestrooid. “Uit de cijfers van Mastitis Tankmelk blijkt dat we weinig last hebben van omgevingsgebonden bacteriën zoals Streptococcus uberis. Goede boxhygiëne en schoon werken in de melkstal helpt dus echt.”

‘We behandelen nu anders voor en zijn overgestapt op speendip’

De familie is blij met hoe het er voorstaat met de (uier)gezondheid van de roodbonte koeien op hun bedrijf. Naast dit tankmelkprogramma doet Te Winkel ook mee aan BVD-vrij, IBR-vrij, Salmonella-vrij en Neospora via tankmelk. “Het is gewoon heel fijn dat je weet wat voor bacteriën je hebt op je bedrijf. Daar kun je dan op inspelen.” Die werkwijze vertaalt zich terug in de resultaten. De koeien worden wat ouder dan gemiddeld en de gemiddelde melkgift ligt op 8.850 kilogram per jaar met 4,96 vet, 3,67 eiwit en een ureum van 17. Daarmee zijn de veehouders dik tevreden. “We hebben al drie keer een 100.000 kilo koe gehad, dat zijn toch mooie mijlpalen.”

 

 

Gezonde uiers, meer melk

Gezonde uiers zijn de basis van een gezond melkveebedrijf. Minder uierontsteking betekent immers fittere koeien, minder antibiotica, lagere kosten en meer melk. Wij helpen je graag om de uiergezondheid op je bedrijf te verbeteren en onder controle te houden. Met Mastitis Tankmelk krijg je in één oogopslag inzicht in de uiergezondheid van jouw hele koppel melkvee. Daarnaast bieden we verschillende losse onderzoeken aan.

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.