Melkveehouders Henk en Thea Blankena-Brilman
Scherp zijn op cijfers om mastitis te voorkomen
Op het melkveebedrijf van Henk en Thea Blankena-Brilman wordt de uiergezondheid van de koeien scherp in de gaten gehouden. Het programma Mastitis Tankmelk is daar een grote hulp bij. "Als je geen cijfers kent, weet je niet waar je staat", is Henks mening. Op een verhoging van de aanwezige coliformen afgelopen zomer werd meteen actie ondernomen. "Door kalk in de boxen te strooien en nog meer op uierhygiëne in te zetten, zagen we de cijfers weer zakken."
Met 75 melkkoeien en 50 stuks jongvee op 26 ha grond en 16 ha bijgehuurd grasland, runnen Henk en Thea Blankena-Brilman een bedrijf in het Overijsselse Bathmen. De koeien krijgen naast het gras en de naar behoefte aangekochte mais alleen wat brok bijgevoerd. Dat resulteert in een gemiddelde jaarproductie van zo’n 9000 liter per koe. Die worden met één robot gemolken, in een meerdere keren aangepaste ligboxenstal uit 1972.
"Ik was altijd al fanatiek met tankmelkonderzoek: cijfers houden je scherp"
Henk was volgens eigen zeggen ‘altijd al fanatiek’ met het bijhouden van de gegevens uit het tankmelkonderzoek. "Registratie is belangrijk. Zo weet je precies wat er aan de hand is. Het houd je ook scherp. Als het aantal mastitisverwekkers in de melk oploopt, moet je daarop anticiperen en actie ondernemen."
De melkveehouder ontvangt iedere vijf weken een uitslag van Mastitis Tankmelk. Op de uitslag staat vermeldt of en in welke mate de zeven belangrijkste mastitisverwekkers in de melk aanwezig zijn. "In juni zag je de omgevingsgebonden kiemen, de coliformen, behoorlijk pieken. Daar stuur ik dan meteen op. Ik heb kalk in de boxen gestrooid en de hygiënemaatregelen opgeschroefd. Zo heb ik de staarten geschoren en de haren van de uiers verwijderd, zodat deze schoner blijven. Op de volgende uitslag zag je dat het aantal coliformen alweer was gezakt."
"Toen de coliformen piekten, heb ik meteen actie ondernomen en de hygiëne opgeschroefd"
Vaak weet Henk overigens al eerder dat een koe op het punt staat uierontsteking te krijgen. "De melkrobot geeft aan hoe de geleidbaarheid van de melk is. Als dat getal oploopt, melk ik de spenen in een vierkwartierenschaaltje. Als de melk draderig is, is dat voor mij het sein om actie te ondernemen. Ik stuur de melk dan op voor bacteriologisch onderzoek en behandel met antibiotica. Dat werkt goed, ik heb eigenlijk heel weinig last van E.Coli." Het celgetal op het bedrijf schommelt normaal gesproken rond de 100 cellen per milliliter, dat wil Henk graag zo houden.
Dat het ook goed mis kan gaan heeft het echtpaar al eens meegemaakt. "We hebben jaren terug een Klebsiella-besmetting gehad en er drie koeien aan verloren. Het bleek in het zaagsel te zitten. Sindsdien maken we gebruik van biobedding in de boxen."
Sinds de koeien op hun eigen gedroogde dikke mest fractie liggen, zijn er geen wezenlijke problemen meer geweest. "Ze hebben eigenlijk nooit dikke hakken en de poten en staarten zijn veel schoner. Bovendien liggen ze er ook nog eens heel graag op, ze vliegen de boxen in als we die nieuw hebben opgestrooid", lacht Thea.
Gezonde uiers, meer melk
Gezonde uiers zijn de basis van een gezond melkveebedrijf. Minder uierontsteking betekent immers fittere koeien, minder antibiotica, lagere kosten en meer melk. Wij helpen je graag om de uiergezondheid op je bedrijf te verbeteren en onder controle te houden. Met Mastitis Tankmelk krijg je in één oogopslag inzicht in de uiergezondheid van jouw hele koppel melkvee. Daarnaast bieden we verschillende losse onderzoeken aan.