Diergezondheid volgens Dick Davelaar
Dick Davelaar groeide op tussen de koeien en wist al jong dat hij het familiebedrijf wilde overnemen. Samen met zijn vrouw en zoons werkt hij dagelijks aan een goede diergezondheid voor hun 200 melkkoeien en 130 stuks jongvee. “We doen bijna alles zelf. Je komt dan veel in contact met de dieren en ziet het snel als er wat scheelt.”
Preventie, dat is het belangrijkste woord op het bedrijf. Dick: “Als een koe ziek is, ben je al te laat. Dan ben je heel druk om zo’n dier weer gezond te krijgen en de kosten lopen ook nog eens op. Daarnaast vermindert het je werkplezier.”
"Doe waar je goed in bent, zorg dat je de basis op orde hebt en werk met goede adviseurs die je vertrouwt. Zij kunnen je helpen eventuele blinde vlekken te zien. Dan creëer je een gezonde veestapel, plezier in het werk en een mooie opbrengst.”
Koppel koeien vaak zien
Doordat het gezin bijna alles zelf doet, ook veel landwerk,zien ze de koeien vaak. “Daarnaast zien we elke koe ook twee keer per dag voorbij komen in de melkstal. Je kunt dan snel beoordelen hoe het met de dieren gaat. Zien we iets aan de uier? Dan smeren we deze gelijk in. Moet het voer worden aangeschoven? Dan is er altijd wel iemand die er loopt en anders stoppen we even het landwerk en doen dat meteen”, legt Dick uit.
Klauwgezondheid
Grote problemen op het gebied van diergezondheid hebben ze nog niet ervaren. Wel hadden ze jaren terug problemen met Mortellaro. “Het was een kleine stal en de dieren kregen Mortellaroproblemen. We hebben toen tien jaar elke week een voetenbad gedaan om het tegen te gaan. In 2010 is een nieuwe stal gebouwd met onder meer rubberen roosters en we hebben de voetenbaden toen afgebouwd. De laatste vijf jaar is een bad dan ook niet meer nodig. De klauwverzorger komt elke maand en bekapt de droge koeien en de 100-dagengroep. Loopt een dier kreupel? Dan zorgen we dat deze dezelfde dag nog wordt behandeld. We hebben een klauwbekapbox aangeschaft, omdat onze jongste zoon er interesse in heeft en het wil leren. We zitten er bovenop, om te voorkomen dat kreupelheid tot een probleem leidt.”