Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Enzoötische Bovine Leucose (EBL)

Enzoötische Bovine Leucose (EBL) is een ziekte van volwassen runderen. EBL is een meldingsplichtige ziekte volgens artikel 15 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren. Verdenkingen moeten worden gemeld bij de NVWA. Aanpak van verdenkingen of besmettingen worden uitgevoerd volgens de dan geldende draaiboeken.

Runderen kunnen op elke leeftijd worden geïnfecteerd, zelfs in het embryonale stadium. Naast deze besmettelijke vorm van leucose bestaan er drie sporadische vormen van leucose bij jonge dieren (< 2 jaar). Dit zijn huidleucose, jeugdleucose en thymussarcoom.

Voor de georganiseerde dierziektebestrijding is alleen de infectieuze leucose (EBL) van belang, veroorzaakt door het Boviene Leukose Virus (BLV). Geïnfecteerde dieren worden na drie tot zestien weken seropositief en ongeveer dertig tot zeventig procent van de dieren ontwikkelt een persisterende lymfocytose, hetgeen meestal ook nog zonder verdere uitwendige symptomen verloopt.

 

Dierziekte informatie Enzoötische Bovine Leucose (EBL)

  1. Verschijnselen
  2. Diagnose
  3. Prevalentie
  4. Aanpak besmette bedrijven
  5. Preventie
  6. Regelgeving
  7. Websites en literatuur

De kiem

Bij het rund wordt infectieuze leucose veroorzaakt door BLV. BLV is een retrovirus.

Gevoelige diersoorten

Experimenteel kunnen ook schapen besmet raken met EBL.

Volksgezondheid

Leucose levert geen gevaar op voor de volksgezondheid. Desondanks worden slachtrunderen met leucose afgekeurd voor consumptie.

Desinfectie

Niet van toepassing.


Verschijnselen van Enzoötische Bovine Leucose

De meeste EBL-infecties verlopen symptoomloos. Als de ziekte klinisch manifest wordt, kunnen zich bij leucose vele (en tegenstrijdige) verschijnselen voordoen. Om die reden is het niet eenvoudig klinisch een juiste diagnose te stellen.

Klinische verschijnselen

Geïnfecteerde dieren worden na drie tot zestien weken seropositief (er bestaan genetisch resistente dieren). Dertig tot zeventig procent van de geïnfecteerde dieren ontwikkelt een persisterende lymfocytose, hetgeen meestal zonder verdere uitwendige symptomen verloopt. Slechts een klein percentage (< 10%) van de geïnfecteerde runderen ontwikkelt lymfoïde tumoren op oudere leeftijd (vaak vier tot acht jaar oud). Deze tumoren kunnen behalve in de lymfeklieren ook voorkomen in diverse organen (lebmaag, hart, milt, lever, nier, long en uterus). Mogelijke verschijnselen zijn daarnaast o.a. gewichtsverlies en (tijdelijke) melkgiftdaling, achterhandverlamming en eetlustvermindering. 

Symptoom Procenten
gewichtsverlies 80
melkgiftdaling (kortdurend) 77
lymfklierzwelling (oppervlakkig) 58
verminderde eetlust 52
lymfklierzwelling (inwendig) 43
verlamming achterhand 41
koorts 23
ademhalingsproblemen 14
uitpuilende ogen (beiderzijds) 13
diarree 13
stijve mest 9
uitpuilend oog (eenzijdig) 7
hartproblemen 7

Morbiditeit/mortaliteit

Tot wel 80 procent van de runderen kan seropositief raken in een geinfecteerde koppel. In ernstig besmette koppels kan de mortaliteit 2 tot 5 procent bedragen. Runderen onder de 2 jaar worden zelden klinisch ziek.

Uitscheiding van de kiem

Overdracht van het leucose-virus vindt primair plaats door overdracht van leucocyten. In normale lichaamsexcreta komt het virus niet voor, tenzij er bloed (leucocyten) bij is gemengd. De ziekte is duidelijk iatrogeen overdraagbaar via naalden en instrumentarium, maar vermoedelijk ook door stekende insecten. Naast horizontale overdracht is er ook sprake van verticale overdracht. Verticale transmissie vindt intra-uterien plaats in slechts tien procent van de gevallen. De overdracht via biest wordt nog lager ingeschat. Overdracht door middel van rectaal exploreren is aangetoond.

Differentiaal diagnose

Indien zich verdikte lymfeknopen voordoen komen differentieel diagnostisch sporadische bovine leucose, TBC, actinobacillose, jeugdleucose, huidleucose en andere nieuwvormingen in aanmerking, evenals weefselproliferatie door ontstekingen.

In het stadium dat zich alleen nog aspecifieke verschijnselen voordoen (gewichtsverlies, verminderde eetlust, melkgiftdaling etc.) komt een grote lijst differentiaaldiagnoses in aanmerking; inclusief enkele managementgerelateerde oorzaken.


Diagnose van Enzoötische Bovine Leucose

Klinisch

  • De klinische verschijnselen zijn zeer algemeen en komen slechts sporadisch voor. Daardoor zal slechts zeer zelden een waarschijnlijkheidsdiagnose EBL worden gesteld op basis van het klinisch beeld.
  • Het virus zelf kan worden aangetoond met gebruik van een PCR. Dit wordt niet routinematig gedaan.

Pathologie

  • Histologisch onderzoek van tumormateriaal geeft aan of er sprake is van lymfoïde leucose (lymfosarcoom); daarbij wordt echter niet aangetoond of de aandoening van virale oorsprong is.

Isolatie van de kiem

Viruskweek is moeilijk en wordt in Nederland niet routinematig uitgevoerd.  

Serologie 

Om de aanwezigheid van het infectieuze agens BLV aan te tonen, worden serologische testen gebruikt.

Er is een ELISA-test beschikbaar, die zowel in bloed(serum) als in (tank)melk toepasbaar is. Deze test wordt vanwege de hoge sensitiviteit meestal ingezet als eerste (screenings)onderzoek. De ELISA is echter wat minder specifiek dan de AGIDT (Agar Gel Immuno Diffusie Test). Deze laatste wordt daarom gebruikt als confirmatietest bij positieve reactie in de ELISA. De AGIDT is in serum zodanig specifiek dat die leidend is in de diagnostiek. De AGIDT wordt alleen uitgevoerd in bloedmonsters.

Omdat de ELISA de besmetting in een vroeger stadium zou aanwijzen dan de AGIDT, wordt in sommige gevallen bij positieve ELISA en negatieve AGIDT zes weken later een heronderzoek voorgeschreven.

Het doen van leukocytentellingen is geen betrouwbare diagnostische test.


Prevalentie van Enzoötische Bovine Leucose

Nederland

Nederland is officieel vrij van EBL. In 1990 moest de status van Nederland voor de Europese Unie (EU) worden vastgesteld. Door tankmelkonderzoek (en bloedonderzoek bij niet-melkleverende bedrijven) zijn toen toch een tiental besmette bedrijven aangetoond. Deze bedrijven waren redelijk recent geïnfecteerd, meestal door import. Ze zijn direct gesaneerd.

Andere landen

De EBL-situatie in Europa is sterk verbeterd. In Oost-Duitsland kwam veel EBL voor, maar daar is inmiddels behoorlijk gesaneerd. In Oost-Europa komt nog wel EBL voor. In de Verenigde Staten en Canada vormt leucose een probleem.
Enkele Europese lidstaten hebben evenals Nederland een officiële vrij status middels een EU-beschikking.
De leucoseziektesituatie in Europa volgens het Office International des Epizooties (OIE) tot en met  2004, aangevuld met de EU-beschikking (2003/467/EG). De laatste wijziging van deze beschikking was in maart 2018. Onderstaand een lijst van de landen die in deze beschikking vrij waren.

  • België
  • Tsjechië
  • Denemarken
  • Duitsland
  • Estland
  • Ierland
  • Spanje
  • Zweden
  • Verenigd Koninkrijk
  • Cyprus
  • Letland
  • Litouwen
  • Luxemburg
  • Nederland
  • Oostenrijk
  • Polen
  • Slovenië
  • Slowakije
  • Finland

Aanpak besmette bedrijven

Meldingsplicht

Wanneer op een bedrijf een besmetting met EBL wordt vermoed moet dit worden gemeld aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA is verantwoordelijk voor de verdere afhandeling.


Preventie van Enzoötische Bovine Leucose

Monitoren landelijke vrij-status

Sinds 1 juli 1999 heeft Nederland de officiële vrijstatus. Deze status komt in gevaar als meer dan 0,1 procent van de Nederlandse bedrijven besmet wordt verklaard. Het, door de EU verplichte, steekproefsgewijze bewakingsonderzoek dat sinds 1999 jaarlijks werd uitgevoerd, kwam na vijf jaar zonder aangetoonde infecties per 1 juli 2004 te vervallen. Om te kunnen blijven exporteren naar landen buiten de EU, moet deze bewaking echter conform de OIE Terrestrial Animal Health Code worden gecontinueerd. Bewaking vindt nu in Nederland plaats via steekproef van tankmelk- en bloedonderzoek. De bloedmonsters worden in het slachthuis genomen van Nederlandse runderen van niet-melkleverende bedrijven ouder dan 2 jaar, de tankmelkmonsters worden aangeleverd via Qlip. Van januari 2006 tot medio mei 2007 is de monitoring op vrijwillige basis uitgevoerd. Een verordening van het PVV, gepubliceerd op 25 mei 2007, verplichtte rundveehouders sindsdien tot deelname aan het Leukose bewakingsonderzoek. Na het opheffen van de productschappen is deze verplichting met ingang van 1 januari 2015 opgenomen in de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten, zoönosen en TSE’s.
GD onderzoekt ingestuurde bloedmonsters en tankmelkmonsters met een ELISA-test. Indien met de ELISA-test afweerstoffen worden aangetoond wordt melding gedaan bij de NVWA en sinds 5-1-2017 het bloedmonster voor bevestigingsonderzoek (AGIDT-test) opgestuurd naar WBVR. Voor tankmelk is geen AGIDT-test voor bevestigingsonderzoek beschikbaar. Bij niet-gunstige uitslagen vindt melding plaats bij de NVWA.

Slachthuisbewaking

Als een tumor wordt aangetroffen bij een slachtrund ouder dan twee jaar wordt door de NVWA materiaal naar Wageningen BioVeterinary Research (WBVR) gezonden voor histologisch onderzoek en weefsel-PCR.

Importbewaking

Importrunderen mogen alleen worden geaccepteerd met geldige gezondheidscertificaten, die ook garantie geven ten aanzien van de leucose-status. De NVWA mag besluiten tot een steekproefsgewijze serologische controle van geïmporteerde dieren. De zogenaamde kanalisatieregeling, waarbij kalveren uit niet EBL-vrije gebieden na import op één bedrijf verbleven tot het moment van slachten, wordt niet meer toegepast.


Regelgeving

De Europese regelgeving met betrekking tot EBL is vastgelegd in de Handelsrichtlijn 64/432/EEG, aangepast volgens Richtlijn 97/12/EU. Nederland heeft sinds 1-7-1999 de officiële leucose-vrijstatus.

De Nederlandse regelgeving ten aanzien van EBL is vastgelegd in de Gezondheids- en welzijnswet voor Dieren (artikel 15). EBL is in Nederland meldings- en bestrijdingsplichtig. 


Websites en literatuur

Websites

Literatuur

  • Horizontal transmission of bovine leukemia virus from lymphocytotic cattle, and beneficial effects of insect vector control.
    Ooshiro M1, Konnai S, Katagiri Y, Afuso M, Arakaki N, Tsuha O, Murata S, Ohashi K. Vet Rec.2013 Nov 30;173(21):527. doi: 10.1136/vr.101833. Epub 2013 Oct 24  
  • Atypical form of sporadic bovine leukosis (SBL) in the Netherlands
    Vet Rec. 2013 Oct 26;173(16):398. doi: 10.1136/vr.101885. Epub 2013 Sep 25
    Grünberg W1, Eisenberg SW.
  • Risk factors associated with Neospora caninum seropositivity in randomly sampled Canadian dairy cows and herds.
    Vanleeuwen JA, Haddad JP, Dohoo IR, Keefe GP, Tiwari A, Scott HM.
    Prev Vet Med. 2010 Feb 1;93(2-3):129-38. Epub 2009 Dec 16.
    PMID:20018395[PubMed - indexed for MEDLINE]
  • Cost-effectiveness of bulk-tank milk testing for surveys to demonstrate freedom from infectious bovine rhinotracheitis and bovine enzootic leucosis in Switzerland.
    Reber A, Reist M, Schwermer H.Schweiz
    Arch Tierheilkd. 2012 May;154(5):189-97.
    PMID:22547334[PubMed - indexed for MEDLINE]
  • Identification of a new genotype of bovine leukemia virus.
    Balić D, Lojkić I, Periškić M, Bedeković T, Jungić A, Lemo N, Roić B, Cač Z, Barbić L, Madić J.
    Arch Virol. 2012 Jul;157(7):1281-90. Epub 2012 Apr 10.
    PMID:22488472[PubMed - indexed for MEDLINE]
  • Using PCR for early diagnosis of bovine leukemia virus infection in some native cattle.
    Mohammadabadi MR, Soflaei M, Mostafavi H, Honarmand M.
    Genet Mol Res. 2011 Oct 27;10(4):2658-63.
    PMID:22057961[PubMed - indexed for MEDLINE]
  • Positive enzootic bovine leukosis serology results in calves from feeding a colostrum substitute.
    Lysons R.
    Vet Rec. 2010 Jan 16;166(3):88. No abstract available.
    PMID:20081183[PubMed - indexed for MEDLINE]
  • Herd-level risk factors for infection with bovine leukemiavirus in Canadian dairy herds
    Omid Nekoueia, John VanLeeuwen, Javier Sanchez, David Kelton,Ashwani Tiwari, Greg Keefe
    Preventive Veterinary Medicine 119 (2015) 105–113
    Enzootic bovine leukosis: Report of eradication and surveillance measures in Italy over an 8-year period (2005–2012)
    C. Maresca, S. Costarelli, A. Dettori, A. Felici, C. Iscaro, F. Feliziani
    Preventive Veterinary Medicine 119 (2015) 222–226

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.