Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Actinobacillose

Actinobacillose is een veelvoorkomende aandoening bij rundvee en wordt veroorzaakt door Actinobacillus lignieresii, een Gram-negatief staafvormige bacterie, die als commensaal leeft in de darmen van runderen en schapen. Klassiek is de houttong bij runderen, maar daarnaast komt ook geregeld een huidvorm (granulomateuze dermatitis) voor, vooral aan de kop en de hals en een enkele keer aan de poten. In de Belgische literatuur is tien jaar geleden een publicatie verschenen over actinobacillose als complicatie na een sectio caesarea bij het rund.

 

Dierziekte informatie Actinobacillose

  1. Verschijnselen
  2. Diagnose
  3. Behandeling

Verschijnselen van actinobacillose

De min of meer chronische aandoening is niet leeftijdsgebonden en hoewel de conditie (op moment van onderzoek) van de dieren wisselend kan zijn, is in veel gevallen sprake van gewichtsverlies, onder andere door iets verminderde voeropname. Vaak hebben de dieren geen koorts en normale mest. Klinische inspectie van de laesies vertoont een beeld variërend van gezwollen plaques met een onregelmatig oppervlak, tot echte granulomateuze massa’s in of aan de huid die gevoelig zijn bij palpatie. De dieren kunnen, afhankelijk van de lokalisering, regionaal gezwollen en pijnlijke lymfeklieren hebben. Het oppervlak van de plaques vertoont vaak wat muceuze tot purulente vochtafscheiding. 


Diagnose van actinobacillose

Voor de definitieve diagnose kan na een sedatie en infiltratie anaestesie een huidbiopt van de rand genomen worden en opgevangen in formaline 10% voor histopathologisch onderzoek. De dierenarts moet erop bedacht zijn dat de wond na biopsie aan de rand van de leasie nogal eens heftig kan bloeden. De histopathologie is typisch met een verdikte epidermis, multipele abcesjes en rozetvorming van eosinofiele granulocyten en gram-negatieve  staafvormige bacteriën in het centrum (zeer typisch). De enige voorwaarde om zo duidelijk een diagnose te kunnen stellen is dat de biopsie tot in de subcutis genomen wordt en niet te oppervlakkig. De kweek is moeilijk en vaak negatief (vooral nadat de dieren antibiotica hebben gehad). De diagnose wordt vaak gebaseerd op de kliniek in combinatie met de typische histopathologie. Het laboratoriumonderzoek kan zinvol zijn om onderscheid te maken met dermatitis door andere organismen als Staph. aureus, Dermatophilus congolense of bijvoorbeeld streptokokken en vooral huidtumoren. 


Behandeling van actinobacillose

Behandeling kan met procaine penicillin (8mg/kg) of dihydrostreptomycin (10 mg/kg) gedurende minimaal 10-14 dagen. De dieren genezen dan meestal restloos, hoewel het succes van behandeling volgens de literatuur nogal eens wisselt. Ook andere middelen als tmp/s en tetracycline worden in de literatuur wel genoemd, evenals een i.v.-behandeling met Na en/of K-jodide, maar de dierenarts is natuurlijk gehouden aan het formularium en bedrijfsbehandelplan. Chirurgische verwijdering van de soms tumorachtige laesies wordt niet geadviseerd, ook met het oog op de soms optredende heftige bloedingen. Naast de behandeling van het dier moet de veehouder geadviseerd worden om ook het hekwerk waar het dier/de laesie mee in contact is geweest te reinigen met bijvoorbeeld de stoomcleaner en/of een desinfectans.

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.