Tweede introductie HPAI bij melkvee in Amerika

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Diersoorten

Tweede introductie HPAI bij melkvee in Amerika

21-2-2025: 

In de Amerikaanse staat Nevada is een tweede introductie van hoogpathogene vogelgriep (HPAI) H5N1 gevonden bij melkvee, meldt APHIS (Animal and Plant Health Inspection Service). Het gaat om H5N1 2.3.4.4.b genotype D1.1 Dit virus werd aangetoond bij tenminste vier koppels runderen met vergelijkbare verschijnselen zoals die gezien worden bij B3.13 en respiratoire verschijnselen zoals hoesten en neusuitvloeiing. De waarneming van het andere genotype kwam voort uit monitoringsonderzoek in Nevada op HPAI type H5N1 in tankmelk.

Het ministerie van Landbouw van de Verenigde Staten (USDA) laat, samen met het ministerie van Landbouw van Nevada, onderzoek doen op melkveebedrijven om meer informatie te verzamelen en zo de situatie beter te begrijpen en verspreiding van de ziekte te beperken.

H5N1 2.3.4.4.b genotype D1.1 was afgelopen herfst en winter het meest voorkomende type in Noord-Amerika en werd gevonden bij wilde vogels, pluimvee en zoogdieren. In de Verenigde Staten is dit genotype van HPAI in 2024 bij vijftien mensen met griepverschijnselen aangetoond, waarvan een persoon in Louisiana die er aan overleden is. Deze besmettingen werden steeds gelinkt aan vogels en niet aan runderen.

Dit is de eerste keer dat H5N1 2.3.4.4.b genotype D1.1 bij melkvee is gevonden. Eerdere gevallen bij melkvee in de Verenigde Staten waren steeds van een ander genotype, namelijk H5N1 2.3.4.4.b genotype B3.13. Sinds maart 2024 tot 14 februari 2025 zijn in zeventien staten totaal 972 besmettingen bij runderen aangetoond. Genotype B3.13 is waarschijnlijk eind 2023 vanuit wilde vogels via een onbekende diersoort naar koeien overgesprongen en verspreid via koeien onderling. Het genotype verspreidde ook naar andere diersoorten, zoals katten, kraaiachtigen, duiven en ook naar bijna zeventig mensen in Amerika. Ziekteverschijnselen waren voornamelijk oogontstekingen en milde griepverschijnselen bij personen die op melkveebedrijven werkten of direct contact met runderen hadden gehad. Het is nog onbekend hoe het genotype D1.1 bij runderen terechtgekomen is.

In Nederland zijn de afgelopen jaren diverse HPAI uitbraken op pluimveebedrijven voorgekomen en werden ook bij katten en wilde carnivoren besmettingen aangetoond. Het huidige dominante virus in Nederland is H5N1 2.3.4.4.b. genotype D1.2 en dat is nauw verwant aan D1.1 in de Verenigde Staten. In opdracht van het ministerie van LVVN voerde GD, in samenwerking met WBVR, serologisch onderzoek uit op een grote steekproef bewaarde bloedmonsters uit 2022 tot en met 2024 van runderen verspreid over de postcodegebieden met HPAI uitbraken. Daaruit bleek dat er geen aanwijzingen zijn dat runderen in Nederland met HPAI besmet zijn geraakt. Ook uit nationale diergezondheidsmonitoring zijn geen signalen van vogelgriep waargenomen bij koeien.

Influenzavirussen zijn ingedeeld in vier groepen A tot en met D. Influenza D wordt beschouwd als de groep waarvan runderen de natuurlijke gastheer zijn. HPAI is een Influenza A virus. Het was bekend dat runderen soms met Influenza A virussen besmet werden, maar niet met hoogpathogene Aviaire Influenza. Er was geen spreiding bekend naar andere species en ook geen infecties in de uier. Tot begin 2024 was het wereldwijd ongekend, dat runderen een besmetting hiervan zouden kunnen doorgeven aan andere diersoorten of aan de mens. Er was hier dan ook geen draaiboek voor in Nederland.

Vanwege de situatie in de Verenigde Staten publiceerde het ministerie van LVVN recent een beleidsdraaiboek HPAI bij melkkoeien. De brief aan de Tweede Kamer en andere publicaties van LVVN over H5N1 staan hier.

Verschijnselen van HPAI bij melkkoeien in Amerika varieerden, met geel/rood/bruine biestachtige melk als typisch kenmerk. Koeien vertoonden sterk verlaagde melkproductie, een slap uier, lichte neusuitvloeiing, soms benauwdheid, matige koorts en verminderde voeropname. Het aantal zieke koeien per bedrijf varieerde van 3 tot 20 procent. Jongvee en vaarzen werden minder vaak ziek, koeien in mid- en eindlactatie het vaakst. De meeste koeien herstelden na 2 tot 3 weken, maar de melkproductie keerde niet altijd terug naar het oude niveau. Op besmette bedrijven werden regelmatig dode katten en katten met neurologische verschijnselen gevonden en dode (land)vogels zoals kraaiachtigen en duiven. Blijf alert en neem bij dit soort signalen direct contact op met de Veekijker.

Dossierpagina vogelgriep

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.