18-4-2023:
Salmonellose werd in 2016 voor het eerst vastgesteld op enkele melkgeitenbedrijven, na zeer hoge en acute sterfte bij pasgeboren lammeren. Steeds bleek de bacterie Salmonella Typhimurium de veroorzaker. Deze bacteriën zijn resistent tegen meerdere groepen antibiotica waardoor behandelingen vrijwel geen effect hadden. Op enkele bedrijven ontstonden bovendien humane infecties en er was zelfs een ziekenhuisopname. De sector onderzoekt nu hoe wijdverbreid salmonellose eigenlijk is. Want infecties leiden lang niet altijd tot ziekte en sterfte.
Het lopende onderzoek komt voort uit het sectorplan ‘Versnellen verduurzaming van de melkgeitenhouderij’. Daarin is ook aandacht voor zoönosen, ziekten die van dieren op mensen overgedragen kunnen worden. Het project over salmonellose in de melkgeitenhouderij is in 2021 gestart. Het heeft als doel om salmonellose in de sector inzichtelijk te maken en handvatten te bieden om het probleem aan te pakken. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk Nederlandse geitenhouders mee doen.
Niet incidenteel
Vóór de uitbraken in 2016 werd aangenomen dat salmonellose in de geitensector slechts incidenteel voorkwam. Salmonella zijn gramnegatieve bacteriën die wereldwijd een grote variëteit kennen. De serotypen
Salmonella Typhimurium en S. Dublin worden bij herkauwers het vaakst gevonden, ze kunnen darmontsteking of bloedvergiftiging veroorzaken. Veel typen Salmonella kunnen ook mensen ziek maken. Het zijn hardnekkige bacteriën. De bedrijven die in 2016 getroffen werden, zijn tot vandaag heel alert. Met stringente hygiënemaatregelen en vaccinatie proberen de veehouders om de infectiedruk onder controle te houden.
Preventie belangrijk
Hoewel we nog lang niet alles weten over salmonellose in de melkgeitenhouderij, is wel duidelijk dat de belangrijkste route van introductie bestaat uit de aanvoer van besmette dieren. Goede bioveiligheid en een weloverwogen aankoop van dieren is daarom belangrijk. Vraag altijd naar de ziektegeschiedenis op het bedrijf van herkomst. Het is bovendien mogelijk dat ongedierte of vogels een rol spelen bij de introductie van salmonellose op geitenbedrijven, via de besmetting van voer.
Vaker dan gedacht
Om te onderzoeken hoeveel salmonellose er binnen de melkgeitensector rondwaart, is in het voorjaar van 2021 een prevalentieonderzoek gestart waaraan alle melkgeitenbedrijven in Nederland konden meedoen. Op vijf procent van de deelnemende bedrijven werden
Salmonella spp. gevonden. Opvallend was dat op de meeste bedrijven waar salmonella-bacteriën werden gevonden, geen heftige ziektebeelden speelden zoals op de bedrijven die in 2016 getroffen werden. Salmonellose leidt dus niet noodzakelijkerwijs tot klinische verschijnselen. Naast
Salmonella Typhimurium werden in het onderzoek ook andere serotypen van salmonella aangetroffen.
Salmonella Enteritidis, het meest voorkomende serotype bij de mens, werd drie keer vastgesteld. Het komt waarschijnlijk vaker voor op melkgeitenbedrijven dan eerder gedacht, waarbij bedrijven met zieke dieren het spreekwoordelijke ‘topje van de ijsberg’ zijn. Gunstig is dat op enkele bedrijven die sinds 2016 te maken hebben gehad met klinische salmonellose, de toegepaste maatregelen effect lijken te hebben. Door drachtige geiten te vaccineren, veel aandacht te besteden aan biestverstrekking en een goed gescheiden opfok, zijn de veehouders erin geslaagd de infectiedruk te verlagen.
Deelnemers gezocht!
In 2023 richt het onderzoek zich op laagdrempelige onderzoeksmethoden om infecties vroegtijdig te signaleren. Denk bijvoorbeeld aan stofmonsters, tankmelk, onderzoek van het melkfilter of bloedonderzoek bij jongvee. Om te kunnen toetsen of deze methoden werken, moeten ze worden gevalideerd op minimaal dertig bedrijven mét en zonder salmonellose. Het Platform Melkgeitenhouderij is medefinancier en stelt een vergoeding en DGZK-punten beschikbaar voor deelnemers aan dit project.
Aanmelden of meer informatie bij info@platformmelkgeitenhouderij.nl
Een uitgebreidere versie van dit artikel is eerder verschenen in vakblad Geitenhouderij.