31-1-2020:
Volgens de meest recente leverbotprognose wordt dit jaar weinig leverbot verwacht. Echter, zelfs na een droge zomer zijn er natte gebieden waar een leverbotinfectie op de loer kan liggen. Als uw (jong-)vee het afgelopen (na-)jaar in natte gebieden heeft gelopen, hoe komt u er dan achter of uw dieren daar een besmetting met leverbot hebben opgedaan?
Bij dieren die afgelopen jaar voor het eerst weidegang hebben gehad kunt u dit controleren door middel van bloedonderzoek op antistoffen. Doe dit pas vanaf 4 weken na opstallen, dan beoordeelt u ook de laatste (en vaak de meest risicovolle) weken van het weideseizoen. Wilt u uw oudere koeien controleren die vaker weidegang hebben gehad? Dan is mestonderzoek aan te raden, aangezien antistoffen ook nog van vorig jaar kunnen zijn. Mestonderzoek is het meest zinvol vanaf 10 weken na opstallen, zodat u ook de laatste besmettingen van afgelopen najaar kunt aantonen.
Schapen
Hebt u schapen op uw weiland lopen in de winter? Zorg dan dat u door middel van mestonderzoek weet dat deze dieren geen leverboteieren uitscheiden op uw weiland.
Leverbotslak
De leverbot is een parasiet (platworm) die voorkomt bij onder andere rundvee, schapen, geiten, paarden, hazen en herten. Een volwassen leverbot is ongeveer twee tot vier centimeter groot. De volwassen leverbot leeft in de lever. Vooral in de galgangen, waar de bot zijn eieren legt die hij verspreidt via de mest. Voor de verdere ontwikkeling van de eieren is de tussengastheer de leverbotslak (Galba truncatula) nodig. De leverbotslak leeft op plaatsen waar de bodem het grootste deel van het jaar vochtig is, zoals in greppels, slenken, vertrapte slootkanten en kwelplaatsen achter dijken.
Symptomen
Bij rundvee is leverbot vaak sluimerend aanwezig. Bij melkvee wordt (sub)klinisch melkproductieverlies gezien en verder kunnen de symptomen bestaan uit verminderde vruchtbaarheid, slechtere groei van het jongvee en weerstandsvermindering. Daarnaast bemoeilijkt een leverbotbesmetting de bestrijding van salmonella-infecties.