Er zijn veel factoren die een bijdrage kunnen leveren aan het optimaliseren van uiergezondheid op uw bedrijf. Afhankelijk van de bedrijfssituatie verschillen de managementmaatregelen. Het 10-puntenplan kan een goede kapstok zijn bij de aanpak van een bedrijfsprobleem en helpen om de situatie te verbeteren.
Het beoordelen van de uiergezondheid is meestal gebaseerd op cijfers van de afgelopen periode. Op basis hiervan wordt actie ondernomen voor een volgende periode. Een reactieve benadering. Een meer preventieve gestructureerde aanpak verkleint de kans op mastitisproblemen op uw bedrijf.
1. Een optimale melktechniek verlaagt de kans op het ontstaan van nieuwe infecties
- Behandel koeien droog voor met een nieuwe, droge (papieren) doek voor iedere koe om overdracht van infecties tussen dieren te voorkomen.
- Straal elk kwartier voor om de eerste cel en kiemrijke melk te verwijderen en om klinische mastitis op te sporen. Hierdoor wordt tevens het vrijkomen van oxytocine gestimuleerd.
- Draag melkershandschoenen en ontsmet deze regelmatig tijdens het melken.
- Pas de 60 seconden regel toe (niet eerder dan 60 seconden na het starten van het voorbehandelen het melkstel aansluiten).
- Desinfecteer de spenen na het melken, achtergebleven mastitiskiemen worden op die manier gedood.
- Melk probleemkoeien(klinische mastitis, hoog celgetal, bacteriologisch positief) als laatste of dompel het melkstel na het melken van een probleemkoe onder in heet water.
- Zet de koeien na het melken minstens een half uur vast aan het voerhek zodat de slotgaten de tijd krijgen te sluiten voordat de koeien gaan liggen.
2. Onderhoud en controleer regelmatig de werking van de melkmachine
- Controleer de spenen regelmatig na het afnemen van het melkstel. Afwijkingen wijzen op een slecht afgestelde melkmachine al dan niet gecombineerd met een slechte voorbehandeling
- Vervang de tepelvoeringen op tijd. Rubberen tepelvoeringen moeten om de 2500 melkbeurten worden vervangen, siliconenen teplevoeringen gaan langer mee (ongeveer 5000 melkbeurten)
- Laat de melkmachine jaarlijks doormeten, bij voorkeur tijdens het melken (natte meting)
3. Optimaliseer koecomfort en hygiëne
Schone, droge en comfortabele huisvesting vermindert de kans op het ontstaan van nieuwe infecties vanuit de omgeving. Dit geldt zowel voor lacterende koeien als voor droge koeien en jongvee.
4. Behandel klinische en subklinische mastitis zorgvuldig
Bij het behandelen van klinische mastitis is het doel om zowel klinische als bacteriële genezing te bereiken. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een behandeling van klinische mastitis mislukt. Deze factoren kunnen zowel bacterie-, behandelings- als koegerelateerd zijn.
Subklinische infecties die een goede kans op genezing hebben (jonge dieren, niet chronisch, één kwartier geïnfecteerd) kunnen worden behandeld op basis van een uitslag van bacteriologisch onderzoek.
5. Optimaliseer het droogstandsmanagement
- Bij koeien met een verhoogd celgetal is het meestal aan te raden deze tijdens de droogstand te behandelen met langwerkende antibiotica.
- Om nieuwe infecties tijdens de droogstand te voorkomen is een droge, schone en comfortabelere huisvesting en het aanbieden van een aangepast droogstands rantsoen cruciaal.
6. Voer chronisch geïnfecteerde koeien af
Chronisch geïnfecteerde dieren produceren weinig melk, kunnen opflikkeringen van intra-mammaire infecties en klinische mastitis krijgen en anderen dieren besmetten. Bovendien is de kans op genezing van dergelijke dieren minimaal.
7. Schenk voldoende aandacht aan de huisvesting en gezondheid van vaarzen
- Verbeter het algemeen uiergezondheidsmanagement op het bedrijf om de infectiedruk te verlagen.
- Zorg voor een schone en comfortabele huisvesting voor het jongvee en de drachtige vaarzen.
- Voorkom melkzuigen tussen jonge vaarskalveren.
- Pas een goede vliegenbestrijding toe.
- Vermijd vitamine- en mineralentekorten.
- Verlaag het risico op een negatieve energiebalans voor en na het kalven via een optimaal transitiemanagement.
- Verlaag het risico op uieroedeem door een passend management en melkvaarzen al voor het kalven als er sprake is van uitgebreid oedeem of melklekken.
- Vermijd stress rondom het kalven door onder andere moeilijke verlossingen (gebruik pinkenstier) en probeer ziektes na het kalven te voorkomen.
- Overweeg het gebruik van een teatsealer wanner er een verhoogd risico bestaat op mastitis veroorzaakt door omgevingskiemen.
8. Streef een goede algemene gezondheid van de koeien en een gesloten bedrijfsvoering na
Houd er rekening mee dat het aankopen van koeien de nodige risico’s met zich meebrengt voor de insleep van mastitisverwekkers, maar ook van andere aandoeningen zoals BVD of klauwinfecties. Deze kunnen ook van invloed zijn op de uiergezondheid op het bedrijf.
9. Fok vandaag voor de uiergezondheid van morgen
Uiergezondheid heeft een vrij lage erfelijkheidsgraad, maar door de juiste stierkeuze kan men op middellange termijn zorgen voor een melkveestapel die minder gevoelig is voor mastitis.
10. Monitor de uiergezondheid maandelijks
Alleen door regelmatig het celgetal van de koeien te laten bepalen krijg je op een melkveebedrijf zicht op de uiergezondheid. Indien nodig kan aanvullend bacteriologisch onderzoek van bepaalde koeien gedaan worden om te beslissen over het uiergezondheidsmanagement en eventuele behandelingen.
Bron: Handboek Uiergezondheid Rund - prof. dr. Theo Lam en prof. dr. Sarne De Vliegher