Pakket zware metalen en mineralenscreening

Van gestorven en geslachte dieren kunnen de mineralen en spoorelementen in een (stuk) lever worden bepaald. Meestal nemen de GD-pathologen dit onderzoeksmateriaal bij een ter sectie aangeboden dier waarbij geen direct verklaarbare afwijkingen worden gevonden of waarbij een sterke verdenking op overmaat of tekort aan elementen is. Incidenteel wordt door practici (slachthuis)materiaal ingezonden. Bij sectiedieren, en als u als een practicus een stuk van de lever instuurt, voldoet nog steeds het onderzoek Zwaremetalenscreening ‘10536’.
Voor dit onderzoek is minimaal 100 gram leverweefsel nodig. De bepaling wordt in duplo uitgevoerd en er wordt een drogestofbepaling gedaan, dit vergroot de nauwkeurigheid. Bij een leverbiopt is dit niet mogelijk vanwege de beperkte hoeveelheid materiaal. De kosten van de bepaling vindt u in de GD-tarievenlijst.

Leverbiopten

Bij levende dieren kunt u leverbiopten nemen. Een leverbiopt is een levermonster van 150 tot 200 milligram. Gezien de kleine hoeveelheid weefsel bij een leverbiopt, wordt de bepaling enkelvoudig uitgevoerd en kan geen drogestofbepaling worden gedaan. De resultaten worden weergegeven ten opzichte van het gemiddelde drogestofpercentage van bij GD onderzocht leverweefsel. Om de betrouwbaarheid van leverbioptonderzoek vergelijkbaar te maken met die van Zware Metalen Screening ‘10536’ is het nodig van minimaal drie dieren uit dezelfde groep een leverbiopt te nemen. Het verkrijgen van een leverbiopt vraagt enige behendigheid en een speciaal stukje gereedschap, de leverbioptnaald. Het gaat namelijk om heel kleine hoeveelheden materiaal.

Lees meer over leverbiopten

Terug naar klinische chemie

Zoomfunctie

Pakket zware metalen en mineralenscreening

Leverbiopten

Laboratorium

Oude browser

Functionele cookies

Analytische cookies

Marketing cookies