Veel dieren hebben niet de mogelijkheid om vrij rond te lopen en op zoek te gaan naar geschikt drinkwater. Daarom worden leidingen met drinkvoorzieningen aangelegd zodat dieren bij hun ligplaats drinkwater kunnen krijgen. Maar het water moet dan wel de mogelijkheid hebben om door de leidingen te stromen en vrij en ongehinderd uit de nippels of andere kranen te stromen als de dieren dit willen.
Met name ijzer, mangaan en de hardheid (calcium of magnesium) kunnen leidingen verstoppen of maken dat drinknippels en/of kranen gaan lekken. Indien ijzer aanwezig is in zuurstofarm water, is het in de 2+ vorm aanwezig. Deze vorm van ijzer vertoont geen kleur en is goed oplosbaar in water. Indien er zuurstof bij het water komt, wordt het ijzer geoxideerd en ontstaat de 3+ vorm van het ijzer. Deze vorm van ijzer is slecht oplosbaar en vertoont een roodbruine kleur. Vooral de combinatie hogere pH (boven de 7,2) en veel zuurstof zorgen voor een snelle vorming van neerslag. Bij een lagere pH (beneden de 6,8) kan het ijzer wel geoxideerd worden, maar ontstaat minder snel neerslag.
In principe geldt ditzelfde verhaal ook voor mangaan, maar met dat verschil dat mangaan veel langzamer oxideert dan ijzer. Pas indien het mangaan in contact komt met peroxiden (of actief chloor), ontstaat zeer snel een fijn, zwart neerslag. Hogere concentraties aan ijzer en hardheid kunnen ook gevolgen hebben voor het toedienen van medicijnen aan het water. Er ontstaat dan een neerslag, het medicijn wordt minder werkzaam en de leidingen raken verstopt.
Een resultaat van een wateruitslag is pas een resultaat indien de veehouder over een eindconclusie kan beschikken: is het water geschikt als veedrinkwater. Naar aanleiding van de gevonden resultaten vermeldt GD daarom bij een volledig (chemisch) onderzoek en vermelding van de diersoort altijd een conclusie bij de uitslag. Bij het geven van de conclusie wordt uitsluitend rekening gehouden met de vermelde resultaten.
Eventuele verontreinigingen van het water met zware metalen en/of organische verbindingen (landbouwchemicaliën) worden niet routinematig onderzocht (is wel mogelijk, maar de kosten zijn dan hoger). Indien een veehouder dit wenst, wordt het water onderzocht op het pakket 'zware metalen'. Dan worden koper-, zink-, lood- en cadmiumniveau geanalyseerd in het water.
Indien het water als 'minder geschikt' wordt gekenmerkt, betekent dit dat het water weliswaar niet direct schadelijk is, maar dat de kwaliteit van het water vergeleken met leidingwater niet optimaal is.
Het water is uitsluitend beoordeeld om te dienen als drinkwater voor dieren. Het beoordelen van het water als drinkwater voor mensen valt buiten dit onderzoek. Chemisch gezien kan men met dezelfde technieken wel een beoordeling voor menselijke consumptie geven, maar bacteriologisch moet men andere technieken hanteren en zijn de grenswaarden veel lager dan die voor veedrinkwater. Ook wordt het drinkwater voor mensen regelmatig onderzocht op zware metalen, organische verontreinigingen en andere componenten die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van mensen. Vandaar dat het gebruik van water dat geschikt is voor dieren, voor menselijke doeleinden altijd voor eigen risico is.
Bepalingen worden uitsluitend uitgevoerd als het water is verzonden in door GD beschikbaar gestelde potten en het begeleidend inzendformulier volledig is ingevuld. Anders kan geen verantwoorde conclusie worden gegeven.
Grenswaarden
De grenswaarden zoals die worden aangehouden voor herkauwers, staan vermeld in de tabel Grenswaarden veedrinkwater.
Waarden in de kolom ‘goed’ worden als veilig beschouwd, waarden in de kolom ‘afwijkend’ worden beschouwd als (ernstig) risicovol.