Water kan alleen verkregen worden in zogenaamde 'watervoerende pakketten'. Dit is in Nederland gewoonlijk zandgrond. Water dat wordt opgepompt in de buurt van veengrond (situatie A in figuur 1), ondergaat sterke invloed vanuit de veengrond (zie ook het onderdeel ‘Invloed van grondsoort’). Ook maakt het veel verschil of het water vlak aan de oppervlakte wordt verkregen, waarbij verontreiniging mogelijk is met oppervlaktewater (situatie B in figuur 1), of dat het water wordt verkregen vanuit een zandlaag die wordt afgesloten door een kleilaag (situatie C in figuur 1). In principe levert dit waterpunt de beste kwaliteit water.
Waterstroming in de grond
Horizontale stroming
De horizontale stroming van het water is zeer traag. Meestal minder dan één cm per jaar. We spreken dan van de stroming in de grond, niet van het oppervlaktewater. De waterstroming wordt vooral bepaald door drukverschillen in de omgeving. Grote watergebieden (meren, rivieren) kunnen hierop ook invloed hebben, evenals kwelvorming door de zee of door heuvels en dalen. Bekend zijn sterke ondergrondse stromingen in bijvoorbeeld het watergebied rond de Utrechtse heuvelrug, die bovendien nog verstoord worden door allerlei plassen rond Hilversum.
Verticale stroming
De verticale stroming van het water is sterk afhankelijk van de waterdruk en de grondsoort. Bij een ongestoorde instroom van water en de grondsoort 'zand' kan het water zich met een snelheid van 10 cm per jaar naar beneden verplaatsen. Ook hier geldt echter weer dat plaatselijke situaties dit beeld sterk kunnen verstoren.
Combinatie van horizontale en verticale stroming
Meestal is er niet alleen sprake van verticale of horizontale stroming, maar kan de stroming ook een resultante zijn van beide stromingen. In dit kader zijn de drukverschillen in veengebieden, die leiden tot kwelvorming op honderden meters afstand, berucht. In het Hollandse veenweidegebied kan door het aanleggen van een autosnelweg of een treintraject de watersituatie plotseling veranderen. Hierdoor kan kwel optreden terwijl eerder sprake was van een waterstroming naar beneden.
Het boorgat wordt zodanig gemaakt dat het water goed kan worden opgepompt en dat er geen verontreiniging optreedt met oppervlaktewater. Een goede boorfirma levert dan ook een beschrijving van de grond die uit het boorgat wordt verkregen. Indien een afsluitende kleilaag aanwezig is, wordt het boorgat op die diepte afgewerkt met kleikorrels. Daardoor wordt vermenging van oppervlaktewater met grondwater vermeden. In figuur 2 is dit schematisch weergegeven. In de figuur geven pijlen aan hoe mogelijke grondwaterstromen lopen. Vooral verontreiniging afkomstig van het eigen bedrijf kan een storende factor zijn. Indien de bron niet goed is afgewerkt, kan dit leiden tot verontreiniging van het drinkwater met stalwater, mestwater of regenwater.