​Voor een volledig onderzoek is het nodig dat een complete worp (zo mogelijk met placenta) wordt ingezonden. Het komt zelden voor dat het materiaal (volledig) ongeschikt is voor onderzoek. Ook bij incomplete en gemummificeerde vruchten is vaak nog wel een beperkt onderzoek mogelijk. Uit de toom verworpen biggen wordt een drietal representatieve dieren voor verder onderzoek gekozen (wel bij voorkeur de gehele toom insturen).
Het protocol voor sectieonderzoek naar aanleiding van abortus bevat de volgende onderdelen (maximaal drie biggen):

• Macroscopische beoordeling
• Voortgezet onderzoek:
  • bacteriologisch onderzoek van maaginhoud en long
  • microscopisch onderzoek van long, hart en placenta
  • immunologisch onderzoek; een mengmonster wordt onderzocht op:
    • PRRS, via ELISA (antistoffen); PCR op aanvraag
    • PCV-2, bij microscopische ontstekingsveranderingen in het hart
    • PPV, alleen bij doodgeboorte of mummies; bij alleen mummies darmconvoluut, eventueel PCR voor antigeencontrole. Bij abortus alleen op aanvraag, bij uitslag wordt vermeld dat de relatie PPV en abortus onduidelijk is

• Leptospirose: dit onderzoek dient plaats te vinden via bloed van de verwerpende zeug.
• Influenza: dit onderzoek is niet zinvol bij verworpen biggen. Wanneer verwerpen voorkomt bij influenza, is dat veelal vanwege de (hoge) koorts en niet direct door het virus.

Terug naar pathologie