Als testmethode om de aanwezigheid van (diverse) parasieten op een bedrijf vast te stellen is tankmelkonderzoek zeer geschikt. Tankmelkonderzoek kan gebruikt worden om de aanwezigheid van de volgende parasieten aan te tonen: Ostertagia ostertagii (maagdarmworm), Fasciola hepatica (leverbot), Dictyocaulus viviparus (longworm) en Neospora caninum. De Neospora-uitslag wordt afgegeven als er geen afweerstoffen of afweerstoffen aangetoond. De andere uitslagen worden semikwantitatief weergegeven.
Maagdarmwormen
Als er geen afweerstoffen tegen Ostertagia worden aangetoond is het niveau van besmetting van het melkvee met maagdarmwormen zeer laag en/of de ontwikkeling van de weerstand als kalf en pink is goed verlopen. Er is geen aanleiding om het melkvee te behandelen.
Indien er weinig afweerstoffen zijn aangetoond is het niveau van besmetting van het melkvee met maagdarmwormen laag en/of de ontwikkeling van de weerstand van het jongvee is redelijk goed verlopen. Er is geen aanleiding om het melkvee te behandelen. Wel kan het zinvol zijn om de ontwikkeling van immuniteit bij het jongvee te monitoren. Zo kunt u mestonderzoek laten doen bij kalveren in het eerste weideseizoen (met name 4-10 weken na het uitscharen, zie ook wormsleutel). Bij het opstallen van het jongvee kunt u de mate van besmetting en het nut van een opstalbehandeling vaststellen door pepsinogeen bepaling te laten doen binnen 1 week na het opstallen.
Als er (zeer) veel afweerstoffen bij melkkoeien worden aangetoond is het niveau van besmetting van het melkvee met maagdarmwormen hoog. De ontwikkeling van de weerstand van het jongvee is dan niet goed verlopen. Een slechte weerstand bij het jongvee tegen Ostertagia kan veroorzaakt worden doordat de dieren geen weidegang gehad hebben, nauwelijks infectie hebben opgedaan (bijv. permanent geweid op etgroen) of doordat ze te intensief behandeld zijn met wormmiddelen. Een uitslag waarbij veel antilichamen tegen Ostertagia werden aangetoond bij melkvee kan overigens ook nog (mede) veroorzaakt worden door de aanwezigheid van een leverbotinfectie (kruisreactie in de test).
Leverbot
Als geen afweerstoffen tegen leverbot zijn aangetoond is het melkvee dit seizoen niet of nauwelijks in contact geweest met leverbot. Er is dus geen aanleiding om uw melkvee te behandelen.
Als er weinig afweerstoffen aangetoond worden is slechts een beperkt deel van het melkvee is in aanraking geweest met leverbot. Het advies luidt dan: voer bloedonderzoek uit bij de droogstaande dieren, vaarzen, oudere koeien en eventueel aangekochte dieren of een andere diergroep die u ervan verdenkt een risicogroep te zijn (5 dieren per groep).
Als er veel afweerstoffen aangetoond worden is een groot deel van het melkvee in contact geweest met leverbot. Overweeg of behandeling van (een gedeelte van) de koppel nodig is. Bedenk dat bepaalde middelen niet aan lacterende dieren verstrekt mogen worden. Er is in Nederland bij de leverbot Fasciola hepatica resistentie tegen triclabendazol vastgesteld dus het is verstandig om, als besloten wordt tot behandeling, het effect van deze behandeling te controleren door van enkele dieren faecesmonsters te laten onderzoek vóór en na behandeling.
Longworm
Als er geen afweerstoffen aangetoond worden is de besmetting bij het melkvee afwezig of zeer gering. Als er toch klachten zijn, zoals hoesten, productiedaling en/of geringe koorts, lijkt dit een andere achtergrond te hebben.
Als er weinig afweerstoffen worden aangetoond betekent dit dat het infectieniveau bij het melkvee laag is of dat de infectie nog in het beginstadium is. Vergelijk in dit verband de uitslag van het onderzoek in augustus met die in oktober. Als er klachten zijn, zoals hoesten, productiedaling of koorts, kan dit een andere achtergrond hebben.
Als (veel) afweerstoffen aangetoond worden betekent dit dat er sprake is of was van een infectie bij het melkvee. Zonder klinische klachten (hoesten) hoeft er niet behandeld te worden. Stel voor het volgende jaar een plan op voor preventieve maatregelen. Als u besluit nader onderzoek (bloed/faeces) uit te voeren, bemonster dan bij voorkeur jonge melkkoeien (bijvoorbeeld vaarzen) met klinische klachten. Houd er bij de interpretatie van de uitslagen rekening mee dat het om een koppeldiagnose gaat. Bedenk dat bij het herinfectiesyndroom (dieren met meerdere jaren weidegang met een sterke immuunreactie tegen longwormen) de test negatief kan zijn, terwijl toch longworm de oorzaak van de klachten was.
Neospora
De uitslag van tankmelkonderzoek naar Neospora op een melkveebedrijf wordt weergegeven als afweerstoffen of geen afweerstoffen aangetoond. Als afweerstoffen worden aangetoond kan bijvoorbeeld een representatieve steekproef in serum van dieren worden uitgevoerd. Voor de mogelijke uitkomsten bij tankmelkonderzoek Neospora in combinatie met de aan- of afwezigheid van verwerpers op een bedrijf en advies over uit te voeren vervolgonderzoek is hier meer informatie te vinden.
Terug naar parasitologie