Naast erytrocyten, vooral belangrijk voor het zuurstoftransport, bevat het bloed verschillende typen leukocyten (witte bloedcellen), die een specifieke rol spelen bij de afweer tegen ziekteverwekkers. 

Ht (Hematocriet)

Functie: Het hematocriet is een maat voor het percentage rode bloedcellen in het bloed.

Oorzaken afwijkende waarden: Bij bloedarmoede worden verlaagde waarden gevonden. Dit gaat vaak gepaard met een te laag hemoglobinegehalte. Deze lage gehaltes kunnen het gevolg zijn van ijzergebrek (komt echter zelden voor), slepende infecties of van bloedverlies, bijvoorbeeld door een maagzweer, navelbloeding of parasitaire infecties (meest voorkomend). Verhoging kan ontstaan door indroging. 

Klinische verschijnselen: Verlaagd: bloedarmoede, bleek, verminderde afweer, maagzweer, zwarte faeces, parasitaire infecties.
Verhoogd: dehydratie, diepliggende ogen, strakke huid.

Leukocytentelling

Functie: Leukocyten vormen de aspecifieke afweer in het lichaam. Veranderingen ontstaan door stimulatie van het immuunsysteem.

Oorzaken afwijkende waarden: Te lage waarden worden gevonden bij acute virale infecties en chronische actieve infecties waarbij de afbraak aan leukocyten hoger is dan de productie. Te hoge waarden bij chronische infecties.

Klinische verschijnselen: Verlaagd: acute virusinfecties, bijvoorbeeld varkenspest.
Verhoogd: chronische infectie (bacteriën), leukemie.

Leukocyten differentiatie

Functie: De groep leukocyten omvat verschillende soorten cellen. De productie van deze cellen wordt door verschillende aandoeningen geactiveerd. Door te onderzoeken in welke verhouding de leukocyten voorkomen, krijgt men een beter idee van het ziektebeeld.

Oorzaken afwijkende waarden en klinische verschijnselen:

• Lymfocyten: verlaagd bij acute virale infecties. Verhoogd bij chronische infecties.
• Neutrofiele granulocyten: dit zijn jonge lymfocyten en ze worden geproduceerd bij acute bacteriële infecties.
• Segmentkernige granulocyten: dit zijn oudere lymfocyten. Vooral verhoogd bij chronische onstekingen.
• Eosinofielen: verhoogd bij allergische reacties of wormbesmetting.
• Monocyten: worden gevormd bij chronische ontstekingen.
• Staafkernige granulocyten: verhoogd bij actieve chronische ontstekingen

Terug naar klinische chemie