Monstername

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer
DAP Contact. Voor dierenartsen

Voor een betrouwbare uitslag van het bacteriologisch onderzoek is het nemen van een goed monster van groot belang. Zorg voor ‘vers’ materiaal, neem voldoende relevant materiaal van levende of pas gestorven dieren en zorg dat dit zo snel mogelijk bij het GD-laboratorium is.



Voor de meeste bacteriën is uitdroging van monstermateriaal tijdens het transport het grootste risico waardoor bacteriologisch onderzoek onterecht negatief kan uitvallen. Dit kunt u voorkomen door materiaal in wat grotere hoeveelheden in te sturen (bijvoorbeeld enkele milliliters pus, exsudaat, faeces). Als u swabs gebruikt, kies dan voor swabs met transportmedium. Voor sommige testen zijn aanvullende maatregelen nodig, bijvoorbeeld gekoeld transport of het gebruik van speciale transportmedia. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderzoek op Campylobacter fetus subsp. venerealis in preputiaalspoelsels.


Duidelijke vermelding van het gewenste onderzoek of onderzoeken op het inzendformulier en goede identificatie van de monsters dragen bij aan een vlotte afhandeling in het laboratorium van GD.

Het afnemen en insturen van materiaal voor bacteriologische diagnostiek

  • Neem materiaal af van de geïnfecteerde plaats in een zo vroeg mogelijk stadium van infectie. Neem bij laesies monsters aan de rand van het ontstekingsproces, aangezien daar de kans het grootst is dat de verwekkers aangetoond worden.
  • Probeer contaminatie van het monster te voorkomen, omdat anders de oorzakelijke kiemen overgroeid kunnen raken. Denk hierbij ook aan kiemen die tot de ‘normale flora’ behoren in geval van huid- of slijmvliesmonsters.
  • Neem monsters bij voorkeur voordat antibiotica worden toegediend of minimaal een week na de laatste toediening.
  • Voorkom uitdroging van het monstermateriaal tijdens transport naar het GD-laboratorium. Stuur, indien mogelijk, een grotere hoeveelheid monstermateriaal in (enkele milliliters pus, exsudaat, faeces) of maak gebruik van swabs met transportmedium (kokers met ‘gel’).
  • Als transport naar het laboratorium van GD niet direct mogelijk is, geldt voor het meeste bacteriologisch onderzoek dat het materiaal het beste koel bewaard blijft (4 tot 6°C). Probeer echter de tijd tussen monstername en aankomst op het GD-laboratorium, zo kort mogelijk te houden.
  • Zorg voor duidelijke vermelding van de gegevens van de monsters (goede dieridentificatie, aard van het materiaal en datum van afname).
  • Stuur bij voorkeur niet op vrijdag in, monsters die tijdens het weekend binnenkomen worden pas op maandag verwerkt.

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.