Brucellose is een aandoening veroorzaakt door een van de volgende zes Brucella soorten: B. abortus, B. melitensis, B. suis, B. ovis, B. neotomae en B. canis. B. melitensis is voor mensen de meest pathogene soort, gevolgd door B. suis en B. abortus. Brucellose veroorzaakt door Brucella melitensis is dus een zogenaamde zoönose en deze bacterie is de oorzaak van Maltakoorts of Middellandsezeekoorts bij de mens. Mensen raken besmet door contact met geïnfecteerde dieren of door het eten of drinken van besmette melk en melkproducten.
Bij het schaap kunnen Brucella melitensis, Brucella ovis en Brucella abortus voorkomen, maar Brucella melitensis is de belangrijkste.
Bij de geit kunnen Brucella melitensis en Brucella abortus voorkomen, maar ook bij deze diersoort is Brucella melitensis de belangrijkste.
Bij kleine herkauwers kan Brucella melitensis in een vatbaar koppel een abortusstorm veroorzaken, waarna de dieren gedurende langere tijd de bacterie kunnen uitscheiden. Brucellose bij het rund wordt in de regel veroorzaakt door Brucella abortus, hoewel ook B. melitensis abortus kan veroorzaken bij het rund. Kleine herkauwers kunnen ook geïnfecteerd raken met B. abortus en B. suis, maar ze zullen dan maar in zeldzame gevallen klinische verschijnselen vertonen.
Nederland is officieel Brucella melitensis-vrij: in Nederland is nog nooit een infectie bevestigd en sinds 1992 vindt monitoring plaats. Op basis van deze vrije status is ieder bedrijf in Nederland ook officieel Brucella melitensis-vrij. Brucella melitensis komt vooral in landen in Zuid-Europa voor, maar zou door import ook Nederland binnen kunnen komen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is verantwoordelijk voor de uitvoering van een eventuele bestrijding.
Klinische verschijnselen kleine herkauwers
Na een infectie met Brucella melitensis kunnen schapen en geiten aborteren. Geïnfecteerde dieren hebben koorts en melkproductiedaling, en naast abortus worden ook dode en zwakke lammeren geboren. Daarna kunnen ooien gedurende langere tijd de bacterie uitscheiden. De belangrijkste infectiebron voor een koppel is een aborterende kleine herkauwer. Dit dier scheidt grote hoeveelheden bacteriën uit met vrucht, vruchtwater, vruchtvliezen en uitvloeiing tijdens en enkele weken tot maanden na abortus of geboorte. Daarnaast wordt de bacterie langere tijd in de melk uitgescheiden. Uitscheiding via de melk kan bij geiten levenslang doorgaan.
Na het verwerpen kunnen schapen en geiten aan de nageboorte blijven staan en onvruchtbaar worden. Verdere ziekteverschijnselen doen zich bij het moederdier in de regel niet voor. Meestal aborteert een geïnfecteerd dier maar eenmalig. De melkproductie daalt aanzienlijk bij dieren die hebben geaborteerd, maar ook bij dieren met een geïnfecteerd uier. Klinische verschijnselen van uierontsteking zijn zeldzaam.
Acute testis- en bijbalontsteking kunnen optreden in mannelijke dieren en kunnen resulteren in steriliteit. Dit probleem treedt echter vooral op na een Brucella ovis-besmetting. In zeldzame gevallen kan B. melitensis ook voor problemen zorgen bij runderen. Besmette runderen kunnen de bacterie maanden en soms jaren via de melk uitscheiden.
Infectieweg
Brucella melitensis kan de gastheer op verschillende manieren infecteren. De besmetting via de bek is bij kleine herkauwers de meest aannemelijke weg. Via het mondslijmvlies komen de kiemen in verschillende regionale lymfklieren terecht. Brucella melitensis heeft een voorkeur voor baarmoeder, uier en gewrichtskapsels. Bij jongere, niet-drachtige dieren kan de bacterie latent aanwezig blijven. Indien een dergelijk latent geïnfecteerd dier drachtig wordt, kan alsnog een infectie van de baarmoeder optreden. Latente geïnfecteerde dieren kunnen een probleem vormen bij de bestrijding van Brucella melitensis omdat zij tot aan de tweede helft van de eerste dracht of zelfs tot de abortus serologisch negatief kunnen blijven.
Bij een verdenking van brucellose bij kleine herkauwers wordt de definitieve diagnose gesteld met bacteriologisch onderzoek.
Preventie
In Nederland worden jaarlijks ongeveer 15.000 kleine herkauwers serologisch onderzocht op B. melitensis. De bloedmonsters worden genomen bij dieren ouder dan 6 maanden en zijn afkomstig van ongeveer 1500 bedrijven. GD voert dit onderzoek uit en eventueel bevestigingsonderzoek vindt plaats bij WBVR in Lelystad.
Abortus bij kleine herkauwers is meldingsplichtig.
Voordeel vrije status
Nederland is officieel vrij van Brucella melitensis, maar moet jaarlijks aantonen dat dit nog steeds het geval is. Door de vrije status is het exporteren van dieren en dierlijke producten gemakkelijk en veel goedkoper dan zonder zo’n vrije status, zeker bij verkoop naar andere EU-lidstaten. Voor landen buiten de EU kan onderzoek wel nodig zijn.
Op basis van richtlijn 91/68/EU moeten fok- en gebruiksrammen serologisch worden onderzocht op antistoffen tegen Brucella ovis binnen 30 dagen voor export.
Een ander belangrijk voordeel van de vrije status voor Brucella melitensis is dat mensen die in contact komen met kleine herkauwers en producten van kleine herkauwers geen Maltakoorts kunnen oplopen.
Zoönose
Een aantal Brucella-soorten is zeer besmettelijk voor de mens. Mensen raken in de regel besmet door contact met geïnfecteerde dieren of door het eten of drinken van besmette melk en melkproducten. Bij de mens kan B. melitensis de zogenoemde Malta- of Middellandsezeekoorts veroorzaken. Mensen kunnen ook geïnfecteerd raken zonder dat zij klinische verschijnselen vertonen. Een infectie kan gepaard gaan met een grote diversiteit aan symptomen waaronder koorts, sterke transpiratie, hevige hoofdpijn, vermoeidheid en buikpijn. In zeldzame gevallen kunnen andere problemen optreden waaronder gewrichtsontsteking, ontsteking van wervels of tussenwervelschijven, testis- en bijbalontsteking, neurologische verschijnselen, nier-, hartklep- en huidontsteking.
De behandeling van een infectie met B. melitensis bestaat uit een antibacteriële therapie. Na behandeling zullen de symptomen in een aantal gevallen weer terugkeren.
De ziekte wordt ook wel een beroepsziekte genoemd, omdat veehouders, dierenartsen, handelaren, slachthuispersoneel en andere personen die veel in aanraking komen met kleine herkauwers een verhoogd risico lopen. Ook laboratoriumpersoneel dat werkt met de bacterie kan gemakkelijk besmet raken.
Vragen?
Heeft u nog vragen, stuur ons dan een e-mail of neem telefonisch contact op via 088 20 25 500, optie 3.