Heeft u te maken met gezondheidsproblemen bij uw biggen en met verhoogde uitval? Via de Biestopnamecheck komt u te weten of uw pasgeboren biggen voldoende biest opnemen. En met de Biestscan bepaalt u of de kwaliteit van de biest voldoende is. Zo kunt u, samen met uw begeleidend dierenarts, het biestmanagement op uw bedrijf optimaliseren.  

Biestopnamecheck

De Biestopnamecheck is een laboratoriumtest om de hoeveelheid antistoffen (immuunglobulinen G) in het bloed (serum) van pasgeboren biggen te meten. Deze antistoffen, die van groot belang zijn voor een goede start, neemt de big op via de biest. Deze test geeft u dus inzicht in de biestopname door uw pasgeboren biggen. Zo komt u op een snelle, eenvoudige en betrouwbare manier te weten of het nodig is om, samen met uw begeleidend dierenarts, het biestmanagement op uw bedrijf nader te evalueren. 

Monstername

• Verzamel samen met uw begeleidend dierenarts bloedmonsters (serum) van minimaal 25 biggen in de leeftijd van 1 tot 4 dagen, verspreid over verschillende tomen (minimaal 5).
• Gebruik hierbij serumbuizen en neem minimaal 1 milliliter serum per dier af. Rustig tappen en de juiste materiaalkeuze voorkomt beschadiging van rode bloedcellen (hemolyse). Dit laatste kan de uitslag minder betrouwbaar maken.
• Verstuur de monsters op kamertemperatuur naar GD. Klik hier voor het inzendformulier.
• Binnen 2 werkdagen na inschrijven van de monsters bij GD, ontvangen u en uw dierenarts de uitslag.

Interpretatie van de uitslag
Per monster wordt aan de hand van afkapwaarden een uitspraak gedaan over de hoeveelheid antistoffen die door de big opgenomen is:

<10 mg/mL = te laag
10 - 15 mg/mL = attentie!
>15 mg/mL = goed

Als minimaal 90 procent van de bemonsterde biggen (overall) op een bedrijf boven de 10 mg/mL zit, zit het bedrijf goed wat betreft de antistoffenvoorziening van de biggen.

Biestscan

De Biestscan is een laboratoriumtest die nauwkeurig het totaal eiwit (TE) in de zeugenbiest bepaalt. Pasgeboren biggen zijn voor hun antistoffen (IgG) afhankelijk van de kwaliteit van de zeugenbiest die zij de eerste 24 uur drinken. Uit onderzoek van GD blijkt dat er veel variatie is in het IgG-gehalte in zeugenbiest. De eerste vier uur na de geboorte is er veel samenhang tussen het totaal eiwit (TE) en het IgG-gehalte in biest. Zeugenhouders kunnen met de Biestscan een goede indruk krijgen van de kwaliteit van de biest op hun bedrijf. Indien u een meer gedetailleerde bepaling wilt, is ook de IgG bepaling (IgG Biest) mogelijk.

Monstername

• Verzamel binnen 4 uur na de geboorte van de eerste big biest van 10 zeugen, verspreid over de kraamafdeling.
  • Verzamel de biest als één mengmonster per zeug in een melkbuis (minimaal 2 milliliter)
  • Verzamel bij voorkeur biest uit minstens 3 spenen per zeug.
• Verstuur de biestmonsters bij kamertemperatuur naar GD. Klik hier voor het inzendformulier.
• Binnen 2 werkdagen na aankomst van het monster bij GD, ontvangen u en uw dierenarts de uitslag.

Interpretatie van de uitslag

Biestscan: Bij TE-waarden onder de 145 g/L, is sprake van een verlaagd gehalte TE in de biest van zeugen.
IgG Biest: Bij IgG-waarden onder de 60 g/L,  is sprake van een verlaagd gehalte IgG in de biest van zeugen.