Wist u dat een pasgeboren kalf voor zijn afweer vooral afhankelijk is van biest? Alle dieren hebben antistoffen nodig om zich te kunnen beschermen tegen allerlei ziekteverwekkers. Een kalf maakt in de eerste weken van zijn leven zelf nauwelijks antistoffen aan en is in deze periode vooral afhankelijk van de biest die hij krijgt. 

Met name de eerste biest bevat veel beschermende antistoffen. De darmen van een kalf kunnen alleen in de eerste 24 uur na de geboorte goed antistoffen opnemen. Hoe eerder de antistoffen worden gegeven, hoe beter de antistoffen worden opgenomen. Daarom is het belangrijk dat het kalf na de geboorte tijdig en voldoende biest binnenkrijgt van een goede kwaliteit. 

Kalveren die te weinig antistoffen hebben binnengekregen omdat de biest onvoldoende antistoffen of te veel bacteriën bevatte (hygiëne!), de biest te laat is gegeven, of omdat er te weinig biest is gegeven, hebben een grotere kans op problemen zoals diarree, luchtwegproblemen, zwakte en sterfte. Kalveren die op jongere leeftijd problemen hebben gehad, lopen een achterstand op, wat zich later onder andere kan uiten in een hogere afkalfleeftijd als vaars. Inzicht in het biestmanagement is daarom van groot belang.

Biestopname meten

Wilt u weten of uw kalveren op tijd de juiste hoeveelheid en kwaliteit biest hebben gehad? Met Biestopnamecheck kunt u via bloedonderzoek meten wat de kalveren daadwerkelijk opnemen aan antistoffen uit biest. De uitslag helpt u bij het optimaliseren van het biestmanagement. Lees meer. 

Lees meer over biest