15-7-2021:
Uit de uitslagen van Mastitis Tankmelk blijkt dat op veel bedrijven regelmatig omgevingsgebonden bacteriën worden gekweekt in de tankmelk. Hoe moet u deze uitslagen interpreteren, op welke wijze kunt u de uitslagen gebruiken en hoe leveren ze meerwaarde in uw advisering naar de veehouder?
Bij Mastitis Tankmelk wordt het kiemgetal van de omgevingsstreptokokken en de coliformen bepaald. Bij de omgevingsstreptokokken wordt daarnaast specifiek gekeken naar de aanwezigheid van
Streptococcus uberis en
Streptococcus dysgalactiae en bij de coliformen naar de aanwezigheid van
Klebsiella spp.
Een verhoogd kiemgetal van omgevingsstreptokokken in de tankmelk kan veroorzaakt worden door bacteriële contaminatie vanuit de omgeving of door de melk van (subklinisch) geïnfecteerde dieren. Indien dit laatste het geval is, worden ook vaak veel
S. uberis of
S. dysgalactiae aangetoond in de tankmelk. Een vrij specifieke bron voor
S. uberis is (vervuild) stro, maar deze mastitisverwekker komt ook voor in mest en grond. Subklinisch geïnfecteerde dieren kunnen de infectie ook overdragen via de melkstellen. Indien meerdere keren hoge kiemgetallen van omgevingsstreptokokken worden gevonden in de tankmelk maar niet specifiek
S. uberis of
S. dysgalactiae wordt gekweekt, is het ook mogelijk dat koeien zijn geïnfecteerd met een andere omgevingsstreptokok.
Streptococcus equi subsp.
zooepidemicus en
Streptococcus canis zijn hiervan voorbeelden.
De belangrijkste oorzaak van veel coliformen in de tankmelk is contaminatie met mest. De stalhygiëne en de melkhygiëne spelen hierbij een belangrijke rol. Kiemgetallen van coliformen in de omgeving van de uier, zoals het strooisel, kunnen sterk stijgen onder invloed van de temperatuur en vochtigheid. Strooiselonderzoek kan dan meer inzicht geven in de infectiedruk vanuit de omgeving. Van de groep coliformen wordt specifiek de aanwezigheid van
Klebsiella spp bericht op de uitslag.
Klebsiella spp
. kan in de tankmelk komen door contaminatie met zaagsel, mest en/of grond. Daarnaast kunnen koeien die (subklinisch) geïnfecteerd zijn met de
Klebsiella spp
.-bacterie het kiemgetal van
Klebsiella spp. in de tankmelk verhogen.
U kunt via
de UGA-wijzer voor iedere mastitisverwekker checklists met risicofactoren vinden, zowel voor gangbare als voor robotbedrijven. Door zes of tien keer per jaar de tankmelk te monitoren op de zeven verschillende (groepen) mastitisverwekkers in combinatie met een tankmelk gevoeligheidstest, kunnen op tijd curatieve en preventieve maatregelen worden genomen. De uitslagen van Mastitis Tankmelk vindt u in Vee-online bij Status en Rapportage Uiergezondheid en het nieuwe Dashboard.
Ing. H. Miltenburg, zoötechnisch specialist en
drs. R. v. Egmond, dierenarts rundvee