MRSA

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer
DAP Contact. Voor dierenartsen

MRSA

Algemeen

Staphylococcus aureus komt bij mensen en dieren algemeen voor op de huid en op de slijmvliezen. Bij ongeveer 23 procent van de bevolking komt S. aureus voor in de neus. In ziekenhuizen worden geregeld zeer resistente S. aureus-soorten aangetroffen. (HA-MRSA: Hospital Associated Methicillin Resistent Staphylococcus Aureus).
Deze MRSA’s dragen het mecA-gen en zijn resistent tegen alle penicillines, cephalosporines en β-lactamase remmers en vaak ook tegen macroliden. In Nederlandse ziekenhuizen is ongeveer één procent van de bloedkweken positief. In menig buitenland ligt dat percentage hoger. Ook buiten ziekenhuizen komen MRSA’s voor onder de bevolking. Deze zijn echter niet geassocieerd met de ziekenhuisbacterie en worden daarom CA-MRSA (Community Associated- of Community Acquired - MRSA) genoemd. In 2005 is vastgesteld dat ook bij varkens (en andere dieren) MRSA’s voorkomen. Dit is een ander type MRSA dan de HA- of CA-MRSA. Deze 'veehouderij-MRSA' draagt wel het mecA-gen in zijn DNA en is dus resistent tegen ß-lactam-antibiotica (penicillines) maar daarnaast ook zeer resistent tegen tetracycline/ doxycilline. Verder is deze Veehouderij-MRSA 'niet bijzonder resistent'. De tot nu toe bij GD gevonden isolaten zijn altijd gevoelig voor TMP/S.
Direct naar:

Epidemiologie en transmissie

In slachthuizen is MRSA aangetoond bij varkens. Bij screening (Neeling, 2005) bleek 39 procent van de varkens en 81 procent van de koppels besmet. Uit onderzoek (Broens, 2010) blijkt dat de top van de fokkerijpiramide een belangrijke rol speelt bij het besmet raken van de productiepiramide. Indien het zeugenbedrijf aan de top besmet is, is de kans groot dat bedrijven daaronder in de piramide ook besmet zijn, tot aan de vleesvarkens toe. Tijdens transport en in de wachtruimte van het slachthuis kan zeer snel verspreiding van MRSA tussen varkens onderling optreden. In die tijdsspanne kan 100% van de varkens besmet raken van een koppel die voordien niet besmet was (Broens, 2010) Besmettingen bij vleeskalveren zijn ook bekend en daarnaast komen ook besmettingen voor bij pluimvee, melkvee, paarden en gezelschapsdieren. Van de Nederlandse bevolking is 0,03 procent drager, bij dierenartsen is de prevalentie 12 procent (Wulf, 2007) en bij varkenshouders 50 procent (van Loo, 2007). Dragerschap kan variëren van enkele dagen tot maanden. Dragers kunnen na enige tijd vanzelf weer vrij worden van deze MRSA indien herbesmetting vanuit de veehouderij voorkomen wordt.
Uit Nederland en Duitsland zijn inmiddels gevallen bekend van humane besmetting met de veehouderij-MRSA waarbij klinische klachten optraden. Een toename van de MRSA-problematiek is te verwachten als gevolg van de wijde verspreiding van deze veehouderij-MRSA over de wereld. Voor Nederland zijn recente data met betrekking tot het aantreffen van verschillende typen MRSA te vinden op de website van het RIVM. 

Pathogenese

S. aureus is een bacterie van huid en slijmvliezen. Staphylococcus aureus wordt het meest gevonden in gewrichten (31%), maar ook in longen (14%), poten (13%) en hersenen (6%). Staphylococcus aureus kan ook in verworpen vruchten en in smeerwrang worden aangetroffen (van der Wolf, 2012).

Klinische verschijnselen van MRSA

Voor varkens heeft MRSA weinig pathogene betekenis. Verreweg de meeste varkens zijn symptoomloze dragers. Uit onderzoek van de sectiegegevens van de GD blijkt dat slechts bij minder dan 1% van de secties een Staphylococcus aureus gevonden wordt (van der Wolf, 2012). In vrijwel alle gevallen betreft het zuigende of gespeende biggen. Bij mensen verloopt een infectie meestal symptoomloos en is de persoon slechts drager. Incidenteel kan MRSA ernstige huid- en luchtweginfecties veroorzaken, vooral na verwondingen. Als de infectie ontaardt in een septicaemie, dan is de mortaliteit 90 procent. 

Diagnose van MRSA

Specifiek onderzoek naar MRSA-besmetting is mogelijk via neusswabs. MRSA aantonen in mest of stofmonsters is ook mogelijk maar minder gevoelig dan neusswabs. Voor het onderzoek wordt een selectieve kweek voor MRSA gebruikt, waarna in de geïsoleerde stam via PCR de aanwezigheid van het mecA-gen wordt bevestigd. Sinds het bekend worden van de LA-MRSA-problematiek, heeft GD de gevoeligheidsbepaling van S. aureus aangepast en wordt ook onderzocht op gevoeligheid voor cephalosporinen.

Therapie voor MRSA

Gezien de geringe pathologische betekenis voor varkens, wordt zelden een therapie ingesteld. Bij gewrichtsontsteking door S. aureus in zuigende of gespeende biggen kunnen penicillines toegediend worden. Behandeling van gewrichtsontsteking door MRSA kan alleen na een gevoeligheidsbepaling van een isolaat. Cave! Antibiotica behandeling zal dragers nooit vrij maken van MRSA, behandeling met vrijmaken als doel heeft dus geen enkele zin. In tegendeel, iedere behandeling met antibiotica zal de kolonisatie en verspreiding van MRSA alleen maar bevorderen.

Terug naar het begin van dit artikel

Preventie van MRSA

Preventie Mens

Persoonlijke hygiëne is zeer belangrijk. Tijdens bezoeken aan varkensbedrijven is het dragen van een mond/neusmasker, handschoenen en een muts sterk aan te bevelen. Let extra op de hygiëne bij intensief contact, gebruik bijvoorbeeld handschoenen bij een verlossing. Bij het handenwassen na contact met varkens een nagelborstel gebruiken en desinfecterende zeep en daarna ontsmetten met een alcoholproduct, zoals sterilium of desinfecterende gel. 

Preventie Varken

Naar de preventie van introductie en verspreiding van MRSA op varkensbedrijven is nog weinig onderzoek gedaan. Introductie van MRSA is te voorkomen door:
  • geen dieren aan te voeren die besmet zijn met MRSA, er bestaat echter nog geen MRSA-vrijcertificaat;
  • goede bezoekers hygiëne;
  • alleen goed gereinigde en ontsmette vrachtwagens op het erf toe te laten;
  • strikte ongedierte bestrijding.

Verspreiding van MRSA binnen het bedrijf is te voorkomen door:

  • het niet of nauwelijks gebruiken van antibiotica;
  • strikte scheiding van leeftijden, het niet mengen van tomen biggen bij geboorte, bij spenen en bij opleg in de mesterij;
  • strikte all-in/all-out;
  • optimale interne biosecurity en hygiene;
  • strikte ongedierte bestrijding.
Dit is op dit moment (2015) nog slechts voor een enkel bedrijf haalbaar door de vergaande consequenties voor de bedrijfsvoering en de vele infecties die op bedrijven voorkomen.

Pogingen om een S. aureus vaccin te ontwikkelen worden ondernomen, maar op korte termijn worden daar nog geen praktisch toepasbare resultaten van verwacht.

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.