Varkens kunnen als tussengastheer besmet raken met
Echinococcus granulosus maar vertonen geen klinische symptomen. In endemische gebieden waar schapen en varkens een uitloop of weiland delen, kunnen dergelijke infecties voorkomen.
Direct naar:
De kiem
Van het genus Echinococcus spelen vooral de volgende species een rol: E. granulosus, E. multilocularis en E. vogeli.
E. granulosus
- Volwassen worm: 3 - 6 mm; komt bij honden en andere carnivoren voor; aanvankelijk vooral in het Middellandse Zeegebied en de laatste jaren ook in andere delen van Europa.
- Hydatiden worden vooral aangetroffen in de longen, lever, nieren en milt van schapen, geiten, runderen, kamelen, paarden, varkens (en soms de mens).
E. multilocularis
- Volwassen worm: 1,2 - 3,7 mm; wordt vooral bij vossen en andere carnivoren aangetroffen; overal waar vossen voorkomen kan de lintworm voorkomen.
- Hydatiden zijn dichte parasitaire tumoren die vooral in knaagdieren (en soms de mens) voorkomen; de larven migreren vanuit de lever naar omringend weefsel.
E. vogeli
- Volwassen worm tot 5,6 mm lang; komt vooral in (wilde) honden voor.
- Hydatiden hebben de vorm van meervoudige blaasjes.
- Komt voor in Centraal- en Zuid-Amerika.
Gevoelige diersoorten
Hydatiden: weinig diersoortspecifiek bij keuze van tussengastheer.
Volwassen worm: weinig diersoortspecifiek, maar komt vooral voor in carnivoren.
Varken zou alleen als tussengastheer optreden (hydatiden in de lever). Niet als eindgastheer.
Volksgezondheid
De hydatiden kunnen bij mensen ernstige verschijnselen veroorzaken, afhankelijk van de locatie van de hydatide.
Overleving
De eieren van de lintworm kunnen buiten het lichaam lang overleven (tot enkele maanden).
Desinfectie
Normale voedselhygiëne en persoonlijke hygiëne is doorgaans voldoende ter preventie van humane infecties.
De incubatieperiode (bij mensen) kan zeer lang zijn; tot enkele jaren.
Terug naar het begin van dit artikel
Klinische verschijnselen
Bij varkens worden geen symptomen beschreven. Bij andere tussengastheren kunnen de verschijnselen variëren afhankelijk van de plaats van de hydatiden. In de hersenen bijvoorbeeld kunnen ze het beeld geven van een hersentumor. Als een hydatide scheurt kan een (dodelijke) anafylactische reactie het gevolg zijn.
Bij de eindgastheer treden weinig verschijnselen op.
Morbiditeit/mortaliteit
Bij varkens niet aan de orde, bij tussengastheren sterk afhankelijk van de locatie.
Uitscheiding van de kiem
Zie de levenscyclus
Differentiaaldiagnose
De symptomen bij de mens zijn zeer afhankelijk van de lokalisatie van de hydatiden.
Bij varkens niet aan de orde.
Pathologie
Diagnostiek bij eindgastheer (mens): ultrasound scanning, röntgenfoto’s.
Serologie
Serologie geeft veel fout-negatieve uitslagen. Als de hydatide keurig afgekapseld is, zijn geen antistoffen en geen eosinofilie aantoonbaar.
Europa
E. granulosus komt wereldwijd voor. In 2010 zijn nog 1200 sterfgevallen gemeld, in 1990 2000. In rurale gebieden is de incidentie hoog, vooral waar honden geïnfecteerde organen kunnen eten.
E. multilocularis komt voor op het noordelijk halfrond en was tot 1980 vooral endemisch in Frankrijk, Zwitserland, Duitsland en Oostenrijk. Daarna vond verbreiding plaats door vossen naar omringende landen/gebieden (Nederland, België, Luxemburg, Polen, Tsjechië, Slowakije, Italië). Wellicht moet men inmiddels spreken van een re-emerging disease.
Echinococcose wordt niet in alle Europese landen strikt gemeld.
Tabel 1. Gemelde uitbraken/casuïstieken van echinococcose in 2012-2013 in Europa (bron: OIE)
Land
|
2012-2013
|
2014-2017 |
Albanië
|
5
|
- |
Armenië
|
10
|
- |
Azerbeidzjan
|
4
|
- |
België
|
1
|
13 |
Denemarken |
- |
14 |
Cyprus
|
1
|
- |
Duitsland
|
646
|
720 |
Finland
|
4
|
|
Georgië
|
19
|
69 |
Griekenland
|
40
|
|
Hongarije
|
80
|
56 |
Italië
|
6
|
- |
Kroatië |
- |
27 |
Moldavië
|
111
|
- |
Nederland |
- |
2 |
Servië
|
1
|
1 |
Slovenië
|
14
|
5 |
Slowakije
|
136
|
115 |
Spanje
|
917
|
1073 |
Zweden
|
2
|
- |
Zwitserland
|
7
|
93 |
Andere landen
De verspreiding van E. vogeli en E. oligarthus beperkt zich tot Centraal- en Zuid-Amerika.
Meldingsplichtig
Echinococcose is een meldingsplichtige ziekte volgens artikel 100 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Een aangetoonde infectie dient te worden gemeld bij de NVWA.
Vaccinatie
Niet aan de orde.
Antibiotica
Antiparasitaire middelen zijn werkzaam tegen de lintworm en tegen de hydatiden. Aangezien de diagnose zelden gesteld wordt, is behandeling eigenlijk nooit aan de orde.
Overige maatregelen
Behandeling bestaat bij mensen onder andere uit chirurgische verwijdering van de hydatide, met parallel een antiparasitaire medicatie.
Terug naar het begin van dit artikel
Bedrijfshygiëne /insleeppreventie
Preventie bestaat uit hygiënemaatregelen (sla wassen), het niet verstrekken van rauw vlees aan (boerderij-)honden en het behandelen van honden tegen worminfecties.
Vaccinatie
In sommige gebieden schijnt vaccinatie van potentiële tussengastheren (schapen, honden) toegepast te worden. Een humaan vaccin is niet beschikbaar.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Ter voorkoming van infecties bij mensen is persoonlijke hygiëne van belang: schoon drinkwater en handen wassen na contact met (mogelijke besmette) grond of de vacht van huisdieren zoals honden.
Nederlands recht
Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD): regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s.
Echinococcose is aangifteplichtig voor dierenartsen (en medewerkers van onderzoeksinstituten), zoals aangegeven in art. 100 van de GWWD.
Europees recht
Volgens Beschikking 2000/96/EG dient een surveillance voor echinococcose opgezet te worden in Europa. Het betreft namelijk een zoönose.
Echinococcus multilocularis
Uitgeprepareerde Hydatide Hydatiden zand
Terug naar het begin van dit artikel
The adult Echinococcus granulosus (3 to 6 mm long) [1] resides in the small bowel of the definitive hosts (dogs or other carnivores). Gravid proglottids release eggs [2] that are passed in the feces. After ingestion by a suitable intermediate host (under natural conditions: sheep, goat, swine, cattle, horses, camel), the egg hatches in the small bowel and releases an oncosphere [3] that penetrates the intestinal wall and migrates through the circulatory system into various organs, especially the liver and lungs. In these organs, the oncosphere develops into a cyst [4] that enlarges gradually, producing protoscolices (‘hydatide sand’) and daughter cysts that fill the cyst interior.
The definitive host becomes infected by ingesting the cyst-containing organs of the infected intermediate host. After ingestion, the protoscolices [5] evaginate, attach to the intestinal mucosa [6] and develop into adult stages [1] in 32 to 80 days.
The same life cycle occurs with E. multilocularis (1.2 to 3.7 mm), with the following differences: the definitive hosts are foxes, and to a lesser extent dogs, cats, coyotes and wolves; the intermediate host are small rodents; and larval growth (in the liver) remains indefinitely in the proliferative stage, resulting in invasion of the surrounding tissues. With E. vogeli (up to 5.6 mm long), the definitive hosts are bush dogs and dogs; the intermediate hosts are rodents; and the larval stage (in the liver, lungs and other organs) develops both externally and internally, resulting in multiple vesicles. E. oligarthrus (up to 2.9 mm long) has a life cycle that involves wild felids as definitive hosts and rodents as intermediate hosts. Humans become infected by ingesting eggs , with resulting release of oncospheres in the intestine and the development of cysts in various organs.