Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

PRRS

Het PRRS-virus is erg besmettelijk. Het virus kan in kleine hoeveelheden al tot een infectie leiden, bijvoorbeeld door huidbeschadigingen na vechten onder gespeende biggen. Het virus kan zeker op grotere bedrijven gedurende meerdere jaren blijven circuleren, enerzijds door de aanwezigheid van dragers onder de zeugen, maar vooral ook doordat viruscirculatie onder gespeende biggen meerdere weken kan aanhouden. De zeugenstapel kan dus ook vanuit viruscirculatie onder de gespeende biggen opnieuw besmet worden.

Rol van GD bij PRRS

PRRS berokkent de varkenshouderij veel schade. GD verricht laboratoriumonderzoek voor het stellen van de diagnose. Dit kan zowel door middel van bloedonderzoek als door middel van sectie. Sluimerende problemen in de vruchtbaarheid van de zeugenstapel kan GD nader analyseren. GD geeft ook ter plekke advies over de aanpak van PRRS op bedrijfsniveau.

Neem voor meer informatie contact op met de afdeling varkensgezondheidszorg, via info@gddiergezondheid.nl of via 088 20 25 500.

 

Dierziekte informatie PRRS

  1. Klinische verschijnselen
  2. Preventie
  3. Aanpak

Porcine Reproductive and Respiratory Disease (PRRS) wordt algemeen beschouwd als een wereldwijd voorkomende, economisch belangrijke ziekte. Vanaf 21 april 2021 is de nieuwe Europese diergezondheidsverordening (Animal Health Regulation) ingegaan. PRRS valt vanaf deze datum in de D-categorie (Ziekten die maatregelen vergen om te voorkomen dat zij zich verspreiden). PRRS wordt veroorzaakt door een klein, gemakkelijk muterend RNA-virus dat behoort tot de familie van de Arteriviridae. De veranderingen in het RNA van het virus bedragen 0,75- 1 % per jaar. Het PRRS-virus (PRRSv) wordt in twee hoofdtypen onderscheiden, namelijk in het Europese type (type 1) en het Amerikaanse type (type 2). Hoofdtypen worden weer onderverdeeld in diverse subtypen. Het Europese type kent vier subtypen: één in West-Europa, drie in Oost-Europa. Een bekende stam uit subtype 3 van het type 1 is het Lena virus, dat veel pathogener is dan de andere PRRSv type 1 stammen, zowel in termen van klinische verschijnselen als in termen van de mate van virusproductie en -verspreiding. Binnen subtypen kan variatie optreden, de voorkomende virussen worden dan quasispecies genoemd. In één individueel varken kunnen meerdere quasispecies tegelijkertijd circuleren. Bij sectie van verworpen en doodgeboren biggen in 2013 (GD) bleek 11% besmet te zijn met PRRSv, waarvan 20% met Amerikaans virus en 80% met Europees virus.

Per gebied, per bedrijf en soms zelfs per varken, kunnen meer typen voorkomen. Er worden twee ziektebeelden onderscheiden, te weten: vruchtbaarheidsstoornissen bij zeugen en respiratoire aandoeningen bij jonge varkens. PRRSV veroorzaakt samen met Mycoplasma hyopneumoniae en andere pathogenen het zogenaamde porcine respiratory disease complex (PRDC).Transmissie

Transmissie

PRRSv wordt in hoofdzaak verspreid via direct contact met besmette varkens, via de mens, sperma, materialen, spuiten en stekende insecten. Verspreiding van PRRSv via de lucht in aerosolen is aangetoond tot een afstand van 9,1 km. De virusdosis die op die afstand wordt gevonden lijkt dan bij pathogene stammen nog voldoende te zijn om een infectie te kunnen veroorzaken (2010). Slechts een kleine virusdosis is voldoende om een infectie te bewerkstelligen. Biggen kunnen intra-uterien geïnfecteerd worden. Deze biggen kunnen langdurig virus uitscheiden.

Na besmetting wordt het virus gedurende meerdere dagen in diverse weefsels en producten aangetoond. Aangetoonde maximale termijnen zijn in:

serum

210 dagen

speeksel

42 dagen

urine

28 dagen

faeces

28 dagen

neusswabs

21 dagen

keelswabs

21 dagen

keelafschraapsel

157 dagen

sperma

90 dagen

De lengte van de viraemie hangt af van diverse factoren, zoals leeftijd, virusstam en voorgaande vaccinatie. Meestal is de duur van de viraemie bij jongere dieren langer dan bij oudere dieren. Gespeende biggen vertonen een viraemie tot 4 weken, zeugen tot maximaal 2 weken.

De halfwaardetijd van het virus buiten het varken is:

bij 37 °C pH 6: 6,5 uur
pH 5: 0,65 uur
pH 8,5: 1,28 uur
bij 4 °C pH 7,7: 140 uur

Het virus kan maandenlang overleven in ingevroren toestand, maar verdwijnt aanzienlijk sneller onder andere omstandigheden. Zo is het in vast materiaal bij een temperatuur van 25 tot 27°C binnen 24 uur niet meer detecteerbaar. In kraanwater overleeft het virus tot elf dagen.

Besmette beren kunnen gedurende meer dan honderd dagen het virus intermitterend uitscheiden, wat de verspreiding van het virus kan bevorderen. Bovendien is een intra-uterine besmetting mogelijk, wat de ernst en complexiteit van de virusverspreiding verder vergroot.

Pathogenese

  • Klinische incubatietijd: enkele dagen.
  • Na infectie kan al na 24-48 uur viraemie optreden.
  • Longmacrofagen zijn de belangrijkste targetcellen.
  • Leeftijdsgevoeligheid: alle leeftijden zijn gevoelig, jonge dieren zijn het meest gevoelig.
  • Na besmetting kunnen varkens maandenlang (> vijf maanden) virusdrager zijn.
  • Na introductie kan het virus gedurende meerdere jaren op het bedrijf circuleren. Viruscirculatie treedt hierbij vooral op bij de gespeende biggen.
  • In een varken kunnen gelijktijdig meerdere PRRS-virus(sub)typen aanwezig zijn.
  • Uit onderzoek is bekend dat infecties van het PRRS-virus met Influenza-virus, of Streptococcus suis of App elkaar versterken, de gevolgen van infectie zullen dan erger zijn. 

Klinische verschijnselen

Klinische verschijnselen als gevolg van een primaire PRRS 'uitbraak' zijn meestal één tot drie maanden aanwezig.

Fok-/vermeerderingsbedrijven

  • zeugen: vroeggeboorte (104e -110e dag);
    temperatuur tot 40,5°C;
    trage, zieke zeugen;
    cyanose;
    anorexie;
  • tijdens geboorte: doodgeboren biggen;
    mummies;
    zwakke biggen;
    (‘racehelmkopjes’ bij onvoldoende ontwikkelde, niet rijpe vruchten);
    splay-leg; trilbiggen;
    bloedingen in de navelstreng;
  • hoestgolven bij zuigende en gespeende biggen;
  • allerlei secundaire infecties;
  • weinig reactie op antibiotica

In de praktijk komt meestal een sluimerend beeld voor, waarbij enkele zeugen en tomen bovengenoemde beelden vertonen, ook wel het ‘chronisch’ beeld genoemd.

Vleesvarkensbedrijven (inclusief gespeende biggen), vaak verlopen besmettingen symptoomloos:

  • longaandoeningen; hoesten;
  • in combinatie met andere pathogenen ontstaan ernstiger ziektebeelden (onder andere PMWS; PDNS; PRDC);verminderde reactie op antibiotica; verhoogd medicijngebruik.

Immuniteit

De maternale immuniteit is meestal zes weken na de geboorte niet meer aantoonbaar.

Na een infectie zijn humorale afweerstoffen (ELISA) vanaf 7 - 10 dagen aantoonbaar. Op ongeveer vijf tot zes weken wordt de hoogste titer bereikt. Na enkele maanden tot een half jaar worden veel varkens weer seronegatief. De antistoftiter zegt weinig over de bescherming. Neutraliserende afweerstoffen verschijnen vanaf vier weken na infectie.

Er bestaat nog veel onduidelijkheid over immunologische aspecten. Boostering met een homologe stam roept niet altijd een detecteerbare serorespons op. Vaccinatie met een bepaalde PRRSv-stam leidt bovendien niet tot volledige bescherming tegen challenge met diezelfde stam.

Diagnose

Voor de diagnose van PRRS kan een onderscheid gemaakt worden tussen het aantonen van antistoffen of het aantonen van het virus zelf. Voor het aantonen van antistoffen in bloed zijn bij GD drie testen beschikbaar, die elk hun specifieke karakters en daarmee inzetbaarheid hebben. Voor het aantonen van het virus is het mogelijk een PCR aan te vragen.

De PCR toont niet alleen het virus aan, maar maakt ook direct onderscheid tussen EU of AM type veldvirussen. Door middel van een sequentieanalyse kan vastgesteld worden in hoeverre het aangetroffen virus gerelateerd is aan een vaccinvirus, dan wel een veldvirus is. Als onderzoeksmateriaal kan zowel bloed als sperma als organen of doodgeboren dieren worden gebruikt.

Therapie

  • Geen specifieke therapie bekend.
  • Antibiotica tegen secundaire infecties

Preventie

De aanpak van PRRS zal vooral moeten bestaan uit management- en hygiëne-maatregelen binnen het bedrijf.
Daarnaast moet voorkomen worden dat het virus wordt ingesleept van buitenaf. Dit is vooral belangrijk omdat van vaccinatie niet verwacht kan worden dat varkens beschermd zijn tegen herinfectie, of dat de viruscirculatie op het bedrijf tot stilstand komt.  Het stoppen van viruscirculatie moet bereikt worden door de onderstaande maatregelen.

  • Management: vooral de scheiding tussen leeftijdsgroepen is belangrijk, dit begint al met het apart houden van tomen biggen en het overleggen van biggen te beperken. Daarnaast is de klimaat-beheersing, niet te hoge bezetting, en het strikt toepassen van all in-all out erg belangrijk.
  • Hygiëne:
    • Kraamstal: per toom schone en gedesinfecteerde handen en materialen gebruiken voor de behandelingen van de biggen.
    • Personen dienen bedrijfskleding te gebruiken.
    • Vrachtwagens dienen schoon en droog te zijn bij aankomst op het bedrijf.
    • Aangevoerde gelten altijd opvangen in een quarantaine stal (minimum verblijfsduur: 6 tot 12 weken).
  • Vaccinatie, te verdelen in levende vaccins en geïnactiveerde vaccins.
  • Vaccinatie tegen andere longpathogenen: Mycoplasma hyopneumoniae, eventueel Influenza.

Algemene opmerkingen betreffende PRRS-vaccins

  • Vaccins bieden bescherming tegen respiratoire en vruchtbaarheidsproblemen.
  • Levende vaccins zijn effectiever dan geïnactiveerde vaccins wat betreft het verminderen van de virusload in het serum, en het beperken van klinische verschijnselen.
  • Huidige beschikbare levende vaccins bieden een bepaalde mate van kruisimmuniteit.
  • Huidige levende vaccins spreiden in meer of mindere mate.
  • Vaccinvirus kan de placenta passeren.
  • Vaccinatie dient minimaal 30 dagen voor de verwachte besmetting plaats te vinden (biggen bij voorkeur al in de kraamstal).
  • Geen van de huidige vaccins is 100 procent effectief, ook niet als met de vaccin-stam gelijk is aan de challenge (veld-) stam. Vaccinatie voorkomt niet dat biggen intra-uteriene besmet worden met veldvirus, zij het dan in een lager percentage. 
  • Na herhaalde vaccinaties met levende vaccins kunnen zeugen serologisch negatief blijven.

Aanpak van PRRS

Er zijn geen medicijnen bekend die werkzaam zijn tegen PRRS. Antibiotica kunnen wel worden ingezet tegen secundaire infecties. Er zijn PRRS-vaccins op de markt. De huidige vaccins kunnen niet voorkomen dat varkens opnieuw besmet worden met het PRRS-virus. Vaccins kunnen ook niet voorkomen dat biggen in de baarmoeder besmet worden, of dat de virusuitscheiding door besmette dieren volledig wordt geblokkeerd. Wel zal het circuleren van PRRS-virus op het bedrijf verminderen. Om het effect van de toepassing van vaccins te versterken moet echter ook altijd een consequent en strak bedrijfsmanagement gehanteerd worden. De combinatie van vaccinatie en bedrijfsmanagement heeft in meerdere gevallen tot succes geleid, namelijk het produceren van virus-vrije biggen.
In de VS is ervaring opgedaan met het "herd closure" systeem, waarbij het bedrijf gedurende minstens 8 maanden geen gelten aanvoert, vaccinatie van alle zeugen toepast, en alle gespeende biggen op 3 weken leeftijd worden afgevoerd van het bedrijf. Op die manier blijkt het mogelijk de viruscirculatie op het bedrijf tot staan te brengen, een virus-vrije uitstroom van biggen te realiseren, en uiteindelijk ook de zeugenstapel vrij van virus te krijgen.   

Vanaf 21 april 2021 is de nieuwe Europese diergezondheidsverordening (Animal Health Regulation) ingegaan. PRRS valt vanaf deze datum in de D-categorie (Ziekten die maatregelen vergen om te voorkomen dat zij zich verspreiden). Dit heeft gevolgen voor bijvoorbeeld KI-stations. In het intraverkeer (de handel van dieren en dierlijke producten tussen EU-landen) kunnen eisen worden gesteld, bijvoorbeeld over testbeleid. Voor KI-organisaties die sperma willen exporteren is het verplicht om PRRS-vrij te zijn en is voorgeschreven hoe vaak en met hoeveel monsters dit onderzocht moet worden.

 

Direct naar meer informatie

Lees hier meer over het Nationaal PRRS Plan. Dit programma richt zich op het beheersen van het PRRS om de gezondheid van varkens te verbeteren. Daarnaast vind je hier een overzicht van onze PRRS-onderzoeken.

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.